3 juli 2024
De vrede van Münster - Het einde van de Tachtigjarige Oorlog, 1648
Arnout van Cruyningen studeerde geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij is gespecialiseerd in dynastieke en staatkundige geschiedenis met verschillende publicaties van zijn hand over de Nederlandse geschiedenis en het huis van Oranje-Nassau.
De vrede van Westfalen, waarvan de vrede van Münster een onderdeel is, maakte in 1648 een einde aan de Tachtigjarige en Dertigjarige Oorlogen.
De Tachtigjarige Oorlog begon in 1568 toen de Zeventien Provinciën in opstand kwamen tegen de Spaanse Koning Filips II. Deze opstand zou zich uiteindelijk alleen ten noorden van de grote rivieren voortzetten, wat in 1588 leidde tot de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Bij het begin van de 17e eeuw sloeg bij alle oorlogvoerenden oorlogsmoeheid toe. In 1609 werd een Twaalfjarig Bestand afgesloten. Na afloop ervan werden in 1621 de vijandelijkheden onmiddellijk hervat met wisselende successen aan beide zijden. Toen Frankrijk de kant van de Republiek koos was Spanje bereid tot grote concessies.
De vredesonderhandelingen in Münster startten in 1646 en resulteerden in januari 1648 tot een akkoord waarbij Spanje de soevereiniteit van de Republiek der Verenigde Provinciën erkende. Dit betekende tevens de scheiding tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, die verder onder het gezag bleven van de Spaanse Habsburgers.
De auteur schetst het verloop van de onderhandelingen, de besprekingen zelf en het uiteindelijke resultaat. Er was niet altijd eensgezindheid onder de afgevaardigden van de Provinciën. Utrecht en Zeeland lagen geregeld dwars. Vooral in Zeeland was er een hevige weerstand tegen het verdrag. De Staten van Zeeland sloten zich pas op 30 mei 1648 aan bij het bereikte akkoord.
De vrede van Münster was dus vooral een overwinning voor de Noordelijke Nederlanden. Het lot van de Zuidelijke Nederlanden laat de auteur onbehandeld.
Dat de auteur vooral voor een Nederlands publiek schrijft blijkt ook uit het feit dat hij ervan uitgaat dat begrippen als “Stadhouder”, “Raadspensionaris” en “Landsadvocaat” gekend zijn, terwijl dit voor de Vlaamse lezer vaak niet het geval is.
De opname van de tekst van het volledige verdrag lijkt mij eerder overbodig. Ook een korte biografie van de onderhandelaars van de verschillende partijen biedt weinig meerwaarde.
Het boek is wel erg fraai geïllustreerd wat dan weer een pluspunt is.
Ignace Claessens
Meer van Ignace Claessens
Het boek is wel erg fraai geïllustreerd wat dan weer een pluspunt is.
Ignace Claessens