Pascal Bruckner
Johan Jacobs
Non-fictie
  • 2802 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

29 maart 2021 Un racisme imaginaire: islamophobie et culpabilité
Ja, racisme bestaat, laat daar geen twijfel over bestaan, schrijft Pascal Bruckner in een werk dat gepubliceerd werd in 2017 maar nog altijd actueel blijkt. Vooral mensen van Arabische origine en gekleurde bevolkingsgroepen worden erdoor getroffen. Het is een misdrijf en een kaakslag aan de republiek.
Echter, het postuleren van een institutioneel racisme, een soort staatsracisme dus, is een aberratie. In de meeste democratieën bestrijdt de staat net het racisme. Hij doet dat door middel van wetten en rechtbanken die inbreuken sanctioneren. Niet genoeg wellicht, maar het gebeurt wel.

Het intrigeert Bruckner dat de krachtige woorden waarmee opeenvolgende Franse regeringen keer op keer het gewelddadige extremisme veroordeelden, in de realiteit altijd een maat voor niets bleken. Waarom toch wordt in Frankrijk de verspreiding van het jihadisme jaar na jaar opnieuw verkeerd ingeschat? Het hielp ook niet dat academici en hoge ambtenaren telkens opnieuw de aandacht vestigden op alarmerende ontwikkelingen.

Een reden voor deze onderschatting is volgens Bruckner te vinden bij een tendens bij links, dat meent in gemarginaliseerde en gediscrimineerde moslims een nieuw proletariaat gevonden te hebben. Bovendien verwijzen prominente collegae-filosofen als Michel Onfray of Alain Badiou telkens opnieuw naar de sociale context van de daders, maar besteden zij weinig aandacht aan de religieuze context.
_Islamofobie
Centraal in Bruckners boek staat de term islamofobie, die hij goed documenteert en waarvan hij ontstaan en betekenis nauwgezet omschrijft. Het was niet altijd een politieke strijdterm, maar is dat in de recente geschiedenis geworden, met als enige 'raison d'être' het onmogelijk maken van elke kritiek op de islam.

De term islamofobie bestond blijkbaar al in de 19de eeuw, net als zijn antoniem islamofilie. Na de Iraanse revolutie en de machtsovername door Khomeini, werd de term een wapen in het politieke debat. In de periode tussen 1979, toen de Amerikaanse feministe Kate Millett Iran werd uitgezet omdat ze protesteerde tegen de invoering van de sluier voor vrouwen, en de Rushdie-affaire in 1989, werd de in vergetelheid geraakte term gereactiveerd en tegelijk geherdefinieerd en gepopulariseerd.

De herlancering van de term islamofobie creëerde voor islamisten de mogelijkheid twee vliegen in één klap te slaan: aan de ene kant de ‘verraders van het islamitische geloof’ te stigmatiseren met inbegrip van hervormingsgezinde moslims, en anderzijds het goddeloze Westen de mond te snoeren.
_Godslastering
In 1789, en opnieuw in 1791, haalde Frankrijk het misdrijf van de godslastering uit de strafwet. Eeuwenlang had blasfemie conflicten veroorzaakt tussen katholieken en protestanten. Tijdens de Restauratie werd blasfemie gedurende korte tijd opnieuw een misdrijf, met de bedoeling de pers te muilkorven, maar uiteindelijk werd blasfemie, als misdrijf, in 1881 definitief afgeschaft, met de motivatie dat het noodzakelijk was ‘een einde te stellen aan een hele hoop ingebeelde misdaden’, waarvan de oude codex doordrongen was.

In de toekomst zouden halsmisdrijven zoals ketterij, majesteitsbelediging, hekserij, of magische praktijken niet meer in de codex voorkomen. Met lede ogen merkt Bruckner vandaag dat obscurantistische krachten, waaronder geaccrediteerde diplomaten, advocaten en theologen uit het Midden-Oosten, lobbyen om godslastering opnieuw als misdrijf in de strafwet te krijgen.

Laten we in de geest van 1789 en 1881 islamofobie aan de kaak stellen als ingebeeld racisme, bepleit Bruckner, want de term verwart ten minste twee verschillende begrippen: aan de ene kant de vervolging van gelovigen, wat duidelijk veroordeeld moet worden, en aan de andere kant de kritiek op religies, zoals die in alle beschaafde landen geuit mag worden. Religiekritiek hoort in een open samenleving tot het vrije debat, en zeker niet tot het domein van de discriminatie. Gelovigen attaqueren of vernielingen aanrichten in een moskee is een klap in het gezicht van de republiek, maar een religieuze doctrine in vraag stellen is een democratisch recht. Die twee door elkaar halen resulteert in een incompatibel zootje. Er is al zoveel reële discriminatie, op basis van huidskleur, competentie, gender, sociale status enzovoort, dat het overkill zou zijn hier nog ingebeelde discriminaties aan toe te voegen. Stel je voor dat de Kerk in de 18de eeuw de religiekritiek van Voltaire, Rousseau, Diderot, d'Alembert en hun tijdgenoten als racistisch zou hebben gebrandmerkt, het zou ongehoord zijn (het woord racisme bestond nog niet in die tijd).

De term islamofobie is onderdeel geworden van de juridische en politieke woordenschat om kritiek te pareren. De kunst van het samenleven in diversiteit, wanneer individuen van zeer verschillende oorsprong met elkaar interageren, vereist praktische intelligentie. Om tweedracht te voorkomen moeten allen een onderscheid leren maken tussen racisme en vrijheid van meningsuiting.
_Identitarisme
In westerse landen heeft identiteitspolitiek steeds meer de neiging de plaats in te nemen van de emancipatie van achtergestelde bevolkingsgroepen. Links-rechtstegenstellingen verdwijnen ten gunste van identitarisme. Het primaat van de identiteit heeft de sociale emancipatie verdrongen. Waar ooit ongelijkheid en klassenstrijd de boventoon voerden, zijn de modewoorden van vandaag kleur, geslacht en identiteit. In het neofeminisme, het antiracisme en het dekolonialisme sturen deze concepten het hedendaagse denken.

Bruckner gaat daar in zijn boek dieper op in. In Europa bestaat er een meer dan merkwaardige sympathie van delen van links voor de islam, zelfs voor de fundamentalistische of politieke islam. Zij zijn succesvol in het verspreiden van het idee dat jihadisten het product zijn van hun sociale omstandigheden. We zijn getuige van een vreemd schouwspel, schrijft hij, want we zien voormalige papenvreters hun onverholen sympathie uiten voor islamisten. De verklaring zoekt hij in issues die beide stromingen gemeenschappelijk afwijzen, zoals de markteconomie en de liberale westerse democratie. De volgende anekdote illustreert dat op gevatte wijze.

In 1994 publiceerde Chris Harman, voorzitter van de extreemlinkse Socialist Workers Party een uitgebreid manifest, getiteld The Prophet and the Proletariat. Daarin pleit Harman voor een verbond tussen radicaal links en islamitische organisaties, om samen het kapitalisme te verslaan. Moslims zouden dan de rol van de proletariërs overnemen. De gelovige belichaamt de hoop op een nieuwe sociale rechtvaardigheid, en zo wordt een streep getrokken door feminisme, secularisme en verlichtingsdenken.

Het absurde ideeëngoed dat bij extreemlinks zijn oorsprong vond, heeft intussen zijn weg gevonden naar een bredere tendens binnen links, die we vandaag ‘regressief links‘ noemen.
_Feminisme
Voor de feministen van de actiegroep Osez le féminisme scheen het na de gebeurtenissen van oudejaarsavond 2015 (naar 2016) in Keulen, erg belangrijk te zijn zo snel mogelijk het seksuele geweld te relativeren met een krachtig statement tegen racisme. Zo publiceerde de actiegroep met spoed een communiqué waarin iedere vorm van racisme ten aanzien van de vermoedelijk overwegend allochtone daders veroordeeld werd.

Een weinig differentiatie had geen kwaad gekund. Osez le féminisme had er ons bijvoorbeeld aan kunnen herinneren dat vrouwen in Parijs en Stockholm het gemakkelijker hebben en vrijer leven dan vrouwen in Riyadh, Islamabad of Teheran. Dikke wetboeken en voorschriften beschermen de rechten van vrouwen en kinderen in het Westen en bestraffen schendingen, wat we ‘rechtsstaat’ noemen. Wanneer in Duitsland vrouwen worden verkracht, is het voor sommigen blijkbaar dringender om eerst de mogelijke en veronderstelde racistische beweegredenen aan te pakken van degenen die de daders bij naam noemen, dan om de aangevallen vrouwen te hulp te snellen.

Het feminisme dat in oorsprong non-identitair was, wordt stilaan verdrongen door een neofeminisme, dat het postmodernistische cultuurrelativisme als leidraad neemt, en niet langer het universalisme en de gelijkwaardigheidsbeginselen van het Verlichtingsdenken.
_Dekoloniseren?
Het Frankrijk van vandaag droomt niet meer van imperialisme, maar van innovatieve en wetenschappelijke vooruitgang. De natie drijft vandaag eerder op terugtrekking dan op expansie. Ze wenst eerder haar grenzen te bewaken dan te expanderen.

Staten als Frankrijk winnen harten door hun historische misdaden op te biechten en om vergiffenis te vragen, ook al zal dit waarschijnlijk nooit iedereen tevredenstellen. Het strekt Europa tot eer dat het haar historische misdaden bekent en uitlegt, wat niet het geval is voor vele andere staten die weigeren in het reine te komen met hun verleden. Turkije bijvoorbeeld ontkent nog steeds de Armeense genocide.

Het Oude Continent is één van de weinige continenten dat erin geslaagd is na te denken over, en afstand te nemen van haar eigen barbaarse verleden. Menig gedekoloniseerd land heeft in de laatste 60 jaar bewezen tot precies hetzelfde wangedrag in staat te zijn, buurlanden binnen te vallen, leeg te roven, dissidenten op te sluiten, deserteurs terecht te stellen, en de bevolking te verhongeren.

Toch klinkt de roep om berouw te tonen over het kolonialisme altijd maar van één kant, terwijl de Arabieren eeuwenlang delen van Europa koloniseerden.
_De toekomst van God
‘Allah is ons doel, de Koran is onze grondwet, de profeet is onze leider, jihad is onze manier, sterven voor God is onze grootste hoop’ —Strijdkreet van de Moslimbroederschap.

De ongezonde fascinatie die de islam op warrige geesten uitoefent, is die van de naderende Apocalyps. Tot zijn grote ongeluk, aldus Bruckner, werd de islam het voorwerp van een theologische gijzeling door de wahabieten en de favoriete speeltuin van alle gestoorden, moordenaars, oplichters en godssoldaten van de wereld. Zij worden gerekruteerd voor een leven ten dienste van de cultus van de dood. Laten we niet vergeten dat de hoogste autoriteit van het soennisme, de Al-Azhar Universiteit van Caïro, een maand tijd nodig had om het levend verbranden van een Jordaanse piloot door Islamitische Staat (2015), te veroordelen.

Dit is de bouwwerf waar de hele mensheid voor staat: wij moeten de islam banaliseren, er een godsdienst van maken onder de andere godsdiensten, en niet het buitenbeentje onder de godsdiensten. Een Europese islam moet zijn passiviteit tegenover de extremisten laten varen. Europese moslims die ernaar hunkeren ‘gematigd’  genoemd te worden, moeten hun medegelovigen luid en duidelijk zeggen dat zij terughoudendheid moeten betrachten bij de uitoefening van hun geloof. Wij verwachten van hen dat zij hun geradicaliseerde buren en verwanten aangeven, en dat zij eisen dat gesluierde vrouwen hun gelaat tonen.

Wat wij de godsdienst van de profeet verschuldigd zijn, is niet mededogen met zijn lot, maar de waarheid: de erkenning van zijn vroegere grootheid, zijn huidige tragiek en de dringende noodzaak van zijn transformatie.
_Zelfhaat
De islam is niet alleen een probleem, maar ook een symptoom. Naar argumenten waarmee de haatbaarden hun afkeer van het Westen tot uitdrukking willen brengen, moeten ze nooit lang zoeken. Voor hen volstaat het de Europese literatuur en filosofie van de laatste twee eeuwen te bestuderen. Wij voorzien hen zelf van de wapens waarmee ze ons aanvallen. Europa voert met tromgeroffel het proces tegen zichzelf, trots als het is op de ostentatief gevoerde strijd tegen de eigen zonden. De wereld haat ons en dat hebben we dik verdiend, is de redenering.

Het Oude Continent heeft al zijn monsters verslagen – slavernij, kolonialisme, fascisme, stalinisme – behalve één: de zelfhaat. Het slechte geweten komt niet voort uit wroeging over een bepaald misdrijf, maar is voor velen een identiteit geworden.

Tegen wie vechten we? In de eerste plaats tegen onszelf en onze scrupules, onze knagende twijfels. De vileine intolerantie van godsdienstwaanzinnigen ordenen we lager in dan de haat die we tegen onszelf koesteren, en die ons tot onderwerping aanspoort. Het spreekt vanzelf dat een continent dat niet van zichzelf houdt, niet door anderen bemind kan worden, en zich moreel voorbereidt op zijn neergang. Ons continent kan gekoloniseerd worden omdat het zich mentaal koloniseerbaar opstelt.
_Hoop
Onze hoop bestaat erin, nog steeds volgens Bruckner, dat ons bewustzijn wordt aangescherpt door degene die ons terroriseert. Daardoor zal onze weerstand ertegen toenemen. Onze eerste linie van verdediging is onze cultuur. Het is ook daar dat we de strijd zullen winnen. Maar eerst moet het abces worden verwijderd. De wederopstanding van het obscurantisme dwingt ons tot het opnieuw naar waarde schatten van wat ons lange tijd verworven leek: het secularisme, de gelijkheid van man en vrouw, de democratische rechtsstaat, de vrijheid van meningsuiting, liefhebben wie we willen, gelovig of ongelovig zijn.
Pascal Bruckner
Johan Jacobs
Non-fictie
Johan Jacobs woont in Hasselt, is informaticadocent op rust en studeerde computerwetenschappen aan KULeuven en UAntwerpen.
_Johan Jacobs auteur
Meer van Johan Jacobs

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies