Anita Terpstra
Ignace Claessens
Non-fictie
  • 1238 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

Waardering

6 oktober 2022 Al mijn moeders. Een familiegeschiedenis van analfabeten, armen en arbeiders.
Anita Terpstra, geboren in Hallum (Noord-Friesland) waar haar beide ouders nog wonen, studeerde journalistiek en kunstgeschiedenis. Zij werkt als journaliste en schreef naast verschillende thrillers, ook een werk over grote gezinnen in Friesland “Het huis vol”, wat aansluit op het thans besproken werk.
Dit boek is gebaseerd op het leven van haar bet/over/grootmoeders in de vaderlijke lijn, zeven generaties ver, van de tweede helft van de achttiende eeuw tot aan haar moeder, geboren in 1951. Al haar moeders. Ze waren afkomstig uit de Wouden, een veen- en heidegebied in het oostelijk deel van Friesland, een streek waar grote armoede heerste en grote gezinnen de norm waren. Haar moeder komt uit een gezin van veertien kinderen; bij haar vader waren ze met zeven. Vandaar haar boek “Het huis vol” verschenen in 2018.
De streek was erg verpauperd, de heide was weinig vruchtbaar, veeteelt was er niet mogelijk. Er heerste een hoge criminaliteit. De mensen – ook Harrekieten genaamd naar het heidedorp Harkema - woonden er nog tot begin van de twintigste eeuw in holwoningen en plaggenhutten.
De overheid ondernam erg weinig om hun lot te verbeteren, men liet gewoon begaan.
De auteur geeft een chronologisch overzicht van het wedervaren van haar vrouwelijke voorouders, allen gehuwd met een “Borger”, met uitzondering van haar moeder, gehuwd met vader Sake Terpstra. Het is een constant verhaal van diepe armoede, kindersterfte, hongersnood, analfabetisme, amper gelenigd door steun van gemeente en/of kerk. Friesland stond aan de top van de armenzorg. Vele Friezen emigreerden.
Zij komen ook regelmatig in contact met het gerecht voor vechtpartijen, mishandelingen, dronkenschap en diefstallen. Geen zware feiten, misdrijven die thans zelfs niet meer zouden vervolgd worden, zoals diefstal van aardappelen, van een zijde spek, van enkele bomen, van sperdraad. Destijds werd dit bestraft met een naar verhouding zware boete en/of enkele weken tot enkele maanden tuchthuis. De overheid had weinig begrip of clementie, zij beschouwde hen als onverbeterlijk: niets aan te doen, een verloren volk.
De bewoners van de heide zijn allemaal familie. Zij huwden onder elkaar en trouwzieke jongeren van buiten de heide op zoek naar een partner werden geweerd, doorgaans niet met een zachte hand. Er was veel inteelt wat een hoog aantal geestelijk en lichamelijk gehandicapten verklaart en wat ook bij de auteur onrust opwekt.
Zijzelf heeft zich kunnen opwerken uit dit sociaal achtergesteld milieu doordat zij, vooral dank zij haar moeder, de gelegenheid kreeg verder te studeren.
Aan de hand van de lotgevallen van haar voorouders schrijft zij een stuk sociale geschiedenis neer van een deel van Nederland van de laatste twee eeuwen. Zij schetst op indringende wijze de levensomstandigheden in een uithoek van het land, waar de overheid op haar onderdanen neerkeek en de kerk een nefaste invloed had. Zowel rijkdom als armoede was door God gezonden. De mens mocht niet opstaan tegen de door God ingestelde overheid en de door God gewilde maatschappelijke structuren. Dit leidde tot lethargie en berusting onder de heidebewoners of Harrekieten.
De schrijfster heeft wellicht niet de bedoeling gehad een diepgaande socio-economische geschiedenis te schrijven van haar geboortestreek. Daarvoor is het werk te fragmentarisch, te eenzijdig gestoeld op de lotgevallen van haar familie. Voor wie zich verder in deze materie wil verdiepen is er wel een uitgebreide bibliografie ter beschikking. Voor een eerste kennismaking kan het werk zeker aanbevolen worden.

Ignace Claessens
Anita Terpstra
Ignace Claessens
Non-fictie
recensent
_Ignace Claessens recensent
Meer van Ignace Claessens

_Van zelfde auteur

_Nieuwste recensies

Bekijk alle nieuwe recensies