Kwintessens
Geschreven door Bart Libbrecht
  • 2001 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

17 juli 2023 Bart Libbrecht reageert op Joseph Asselbergh
Allerbeste Joseph
Homo sum, humani nihil a me alienum puto. Na het lezen van jouw reactie op mijn blogartikel besloot ik om te reageren omwille van drie redenen: (1) jouw interpretatie van mijn standpunt en mijn werkelijk standpunt staan diametraal tegenover elkaar – desondanks dat ik vind, vreemd genoeg, dat we beiden hetzelfde bedoelen, (2) je citeert me letterlijk half met het voorgaande euvel als kwalijk resultaat en (3) je gebruikt Matheus 27:2-24 om je argumenten 'kracht' bij te zetten desondanks dat de problematiek, in de bewuste passus, ironisch genoeg mijn standpunt onderbouwt en niet tegenspreekt. Ik zal de drie punten separaat beargumenteren.
In mijn blogartikel wilde ik het hebben over 'het verband tussen de mens en zijn gemeenschap' en niet over 'de uitspraak' van de rechterlijke macht om de 'trias politica' te bekritiseren. Daarover was ik duidelijk. Vandaar dat ik een onderscheid maak tussen de abstracte 'samenleving' en de 'gemeenschap' van concrete mensen. De 'Zaak Sanda Dia' is in de gemeenschap nog niet afgehandeld, het 'Proces Sanda Dia' is in de samenleving wél afgehandeld. Ik begrijp en zie dat de rechterlijke macht niet alle – morele – geschillen kan beslechten. Vandaar mijn besluitende oproep aan de Reuzegommers en hun ouders om hun verantwoordelijkheid op te nemen ten aanzien van de familie van Sanda Dia en de gemeenschap, door te vragen wat ze kunnen doen om de schade en vooral het vertrouwen te herstellen. Dit is een kwestie van opvoeden, onderwijzen, het doorgeven van opgebouwde cultuur … Kortom, Bildung om de humanist Wilhelm von Humboldt handig voor mijn kar te spannen. Ik denk dat onze standpunten hier zondermeer gelijklopen.
Iets over je gedeeltelijk citeren en de verregaande gevolgen hiervan. Je citeert mij op de volgende manier: 'Als daar "de menselijke moraliteit, een biologisch uitgerijpt (sic) systeem – zo oud als de mensheid – voor in de plaats komt" (de bijbelverhalen spreken dat tegen en die is ook oud), als beweerd wordt dat "mensen voelen wat onrechtvaardig is met affecten zoals woede en walging", doen we dan niet precies zoals Pilatus in Mattheus 27:2-24?'
Ik schreef het volgende:
'De menselijke moraliteit, daarentegen, is een biologisch en cultureel uitgerijpt systeem, met intuïtieve voor- en afkeuren, dat zo oud is als de mensheid zelf. Mensen voelen wat onrechtvaardig is met affecten zoals woede en walging als ze met onrechtvaardigheid worden geconfronteerd.'
De verbinding (!) biologie – cultuur – intuïtieve voor- en afkeuren is de ziel van mijn citaat. Zonder het zelfstandig naamwoord 'cultuur' krijgt het citaat een verdraaiing van honderdtachtig graden: dit roept het beeld op van een biologische en mechanistische mens die omwille van zijn emoties makkelijk kan worden gemanipuleerd door minder fraaie politieke krachten. Dat kan, maar zo pen ik het niet neer in mijn blogartikel. Mensen hebben intuïties van wat onrechtvaardig is, maar die intuïties zijn het resultaat van een biologische morele basis (zie het legendarische en grappige experiment van S. Brosnan en F. De Waal) én daar bovenop, een culturele opvoeding. Biologie én cultuur dus! Cultuur kan worden gedefinieerd als 'het beste dat werd gedacht en gezegd in de wereld'. Door een opvoeding, maar nooit zonder de menselijke biologie, ontwikkelen mensen morele intuïties die hen laten voelen wat rechtvaardig en onrechtvaardig is. Besluitend, morele verontwaardiging – zoals in de zaak Sanda Dia – is het resultaat van een normaal spanningsveld tussen wat de 'biologie' en de 'cultuur' mensen leerden en wat de 'georganiseerde samenleving' met het Recht produceert aan rechtvaardigheid. In het geval van een onevenwicht en dat zal dikwijls het geval zijn, komen mensen in opstand. Een liberale democratie gebruikt dit spanningsveld tussen Recht en rechtvaardigheid om haar wetten te laten evolueren. De moraal, als evoluerend principe, gaat de wet nu eenmaal steeds vooraf.
Dit probleem wordt pijnlijk duidelijk in Matheus 27:2-24. Jezus van Nazareth verschijnt voor Pontius Pilatus waarna het volgende drama zich ontvouwt. '[18] Want hij wist dat ze (Kaiafas, de hogepriester van de tempel van Jeruzalem en het Sanhedrin, de raad van hogepriesters) Hem uit afgunst overgeleverd hadden. In de voetnoot bij het vers staat '[…] ze zijn jaloers op Jezus' populariteit en voelen zich bedreigd door zijn morele autoriteit'. De vertegenwoordigers van 'de oude joodse wet' reageren tegen een nieuwe opkomende populaire en méér humane moraal. De oude legalistische 'elite' benijdt de nieuwe moraal die de morele grenzen verlegt en zijn autoriteit ondermijnt. Op dat moment, naar jaarlijkse gewoonte, wil Pilatus een gevangene pardonneren en vraagt hij aan het volk wie hij zal vrijlaten, Barabbas of Jezus. Maar de legalistische elite interfereert. '[20] De hogepriesters en oudsten haalden de menigte over om Barabbas te vragen en Jezus te laten doden.' Voor alle duidelijkheid, legalistisch geredeneerd, de hogepriesters hadden een punt. De zelfverklaarde Koning der Joden en zoon van God lag op ramkoers met het derde gebod van de joodse wet: '(Exodus 20:3) U zult geen andere goden hebben ten koste van mij'. Jezus tartte de joodse wet door zichzelf een goddelijke status aan te meten en de wet te herleiden tot één principe. '[Korintiërs 13:13] Deze drie dingen blijven altijd bestaan: geloof, hoop en liefde; maar liefde is het voornaamste', met de revolutionaire humanistische boodschap van naastenliefde wierp Jezus van Nazareth het joodse legalisme en de bijhorende tempelcultus omver. Maar, de hogepriesters gebruiken hun ambtelijke status om hun interpretatie van de abstruse joodse wet op te leggen aan het volk, met verregaande gevolgen. '[24] Toen Pilatus zag dat het niets hielp, maar dat de onrust steeds groter werd, nam hij water en waste zijn handen voor de ogen van het volk. Hij zei: "Ik ben onschuldig aan dit bloed. U moet zelf maar zien." Heel het volk riep als antwoord: "Zijn bloed kome op ons en onze kinderen"'. De hogepriesters en bij uitbreiding de joodse gemeenschap vellen op basis van de oude joodse wet een moreel oordeel waarmee ze het lot van Jezus van Nazareth bezegelen en het joodse volk zelf. Maar het venijn zit hem in de Bijbelse staart. Op het moment dat Jezus van Nazareth sterft, gebeurt het volgende, '[51] Op dat ogenblik scheurde het voorhangsel in de tempel van boven tot beneden in tweeën'. De kenners van de joodse moraal weten dat het voorhangsel, de scheiding tussen het 'heilige der heilige' en 'het heilige' fundamenteel is en dat met het scheuren van het gordijn God zelve de joodse legalistische orde ten val brengt. Op die manier maakt hij plaats voor een humanere moraal, de liefde en het geweten van de mens dat de joodse wet vervangt.
Ik denk dat Matheus 27 niet gaat over een volk dat zich laat meeslepen in een populistisch en fascistisch discours, maar over het spanningsveld tussen de statische legalistische benadering van moraal en de natuurlijke morele kracht van een evoluerende cultuur. De abstracte samenleving (Gesellschaft) en de geleefde gemeenschap van de mensen (Gemeinschaft) zijn niet hetzelfde. Moraal gaat de wet altijd vooraf en als we met de wet de evoluerende moraal proberen tegen te gaan krijgen we een conflict tussen de samenleving en de gemeenschap. Dat is volgens mij, en daar is de discussie begonnen, de grond van de 'zaak Sanda Dia'. In een open en liberale democratie borrelen meningen en opinies, over het spanningsveld tussen recht en rechtvaardigheid, op. Dat is een humanistische verworvenheid en een bron van verdere verdieping van diezelfde humanistische cultuur. Geen enkel legalistisch argument van een justitiële klasse mag dit humanistisch proces in de kiem smoren, want dan zijn we als humanisten in tegenspraak met onszelf. De tijd van de hogepriesters is voorbij, beste Joseph.
Met de meest hartelijke groet
Bart Libbrecht
Kwintessens
Dr. Bart Libbrecht (1973) studeerde orthopedagogie, publiek management, filosofie en promoveerde op een onderzoek naar transdisciplinaire samenwerkingsverbanden. In 2015 richtte hij Vialogos – GEDEELDE ZORG op, een organisatie die inzet op innovatie en sociaal ondernemerschap. Als freelance-consultant helpt hij organisaties duurzaam innoveren en reorganiseren.
_Bart Libbrecht Lid van de humanistische denktank Kwintessens
Meer van Bart Libbrecht

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws