21 mei 2025
Klimaatflatie, een economisch en moreel probleem
Politici debatteren vandaag vaak over veel geld voor defensie. Tegelijk horen we maar weinig over klimaatverstoring. Nochtans, door die verstoring pakken donkere wolken samen boven ons economisch landschap, meer bepaald boven de inflatie.
Op 20 januari, de dag van zijn aanstelling als president van de Verenigde Staten, tekende Donald J. Trump meteen een presidentieel decreet om de Akkoorden van Parijs over de klimaatbeheersing te verlaten. Tijdens de algemene vergadering van het International Energy Agency in Londen op 24 april jl. deed Tommy Joyce, Trumps waarnemend assistent-secretaris van internationale zaken bij het Amerikaanse ministerie van Energie, er nog een schep bovenop. Hij beweerde dat we door de introductie van hernieuwbare energie vrije baan geven aan China en zijn gesubsidieerde producten. Het mag duidelijk zijn dat de huidige regering van de VS met haar 'Drill, baby drill'-slogan lak heeft aan klimaatverstoring, een bedreiging met wereldwijde gevolgen.
Naast de oorlog in Oekraïne en de handelsoorlog met de VS zien we een bijkomende bron van inflatie ontstaan: klimaatflatie of 'inflatie als gevolg van klimaatverandering'. Die nestelt zich in de algemene economische inflatie. Klimaatflatie heeft twee belangrijke componenten: stijgende voedselprijzen en de kosten die we maken om ons aan de klimaatverstoring aan te passen.
We staan steeds vaker verwonderd tussen de voedingsrekken in onze vertrouwde retailwinkels. Was dit vroeger niet goedkoper? Als Vlaming ligt de winkelprijs van chocolade ons nauw aan het hart en die steeg in 2024 met 35%. Maar er waren ook belangrijke prijsstijgingen voor bijvoorbeeld aardappelen, kool, rijst, koffie en olijfolie. In onze voedselwaardeketen zien we twee dempende of juist opzwepende elementen: speculatie en verdeling van de kosten. Traders manipuleren massa's voedsel om te speculeren op stijgende prijzen. Producenten en retailers veranderen de samenstelling van hun producten zodat de concentraties aan dure ingrediënten dalen. De steeds machtigere retailers zetten iedereen in de waardeketen onder prijsdruk. Deze spelers konden prijsstijgingen voor de consument niet voorkomen, ondanks alle concurrentiedruk.
De diepere redenen voor deze prijsstijgingen liggen bij de klimaatverstoring. Naargelang de regio waar de producten gekweekt worden, zijn er grote periodes van droogte of regent het veel te veel. De planten zijn steeds minder bestand tegen de klimaatverstoring in de traditionele regio's waar ze groeien waardoor oogsten mislukken of ziektes uitbreken, met als gevolg minder opbrengst. Boeren hebben maar een beperkt gamma van acties om te reageren, bijvoorbeeld eerder planten, iets andere varianten planten, sneller afwisselen van producten op hun akkers of overgaan op andere gewassen. Dat betekent bijvoorbeeld dat wij hier meer wijn gaan verbouwen en dat de Midden-Europese graanschuren opschuiven naar het noorden.
Experts van de Europese Centrale Bank berekenden dat stijgende voedselprijzen tegen 2030 een inflatie van 1 tot 3,3% zullen kennen, wat in onze Europese economische context voor een extra inflatie van 0,3 tot 1,2% zal zorgen. Terwijl de ECB de totale inflatie wil beperken tot 2%. Dat is dan nog voor onze economie waar in België de uitgaven aan voedsel 13% van al onze uitgaven vertegenwoordigen. Daarvan gaat ongeveer een kwart naar vlees. Wat betekent dat voor gezinnen in ontwikkelende landen waar basisvoeding al gauw 40 tot 60% van de uitgaven is? Vooral in die landen staan de landbouwers onder druk voor hun inkomen en de consumenten voor hun koopkracht.
We weten wat we moeten doen tegen de klimaatverstoring, maar dat kost geld en moeite. Daarbij staat elektrificatie centraal. Hoe meer we overgaan op elektriciteit voor verwarming, afkoeling of transport, hoe schoner we onze energievoorziening kunnen maken door fossiele brandstoffen te vervangen door energie uit zon, wind, waterstof en zelfs kernsplijting. Hoe delicaat dat is, leren de stroomonderbreking op het Iberische schiereiland van 28 april jl. of de perikelen rond de Ventilus-lijn om windenergie vanop de Noordzee aan land te brengen. De moeilijkheden om industrieparken uit te breiden in België en zelfs woonwijken aan te sluiten in Nederland tonen dan weer aan dat dure maar quasi onzichtbare diepte-investeringen in infrastructuur hoogdringend zijn maar steeds weer uitgesteld worden.
Pierre Wunsch, de voorzitter van de Nationale Bank van België, schat in dat een prijs van $ 200 per ton CO2-uitstoot in de Europese Emissiehandel alle nodige technieken om de klimaatverstoring te beheersen betaalbaar maakt. De volgende versie van het Europees Emissiehandelssysteem, ETS2 komt in 2027 in voege (ETS – officieel European Trading System, laat landen die hun CO2-reductie niet kunnen realiseren toe om CO2-reducties van andere landen te kopen). ETS2 verplicht landen om verwarming of afkoeling van huizen en kantoorgebouwen én transport te verrekenen in de emissietaksen als ze hun reductie van broeikasgassen niet realiseren. Berekeningen van de Rabobank tonen aan dat de ETS2-regulering een effect van 0,4% zal hebben op de inflatie. Bij de introductie van ETS2 is het duidelijk dat de meest kwetsbare gezinnen – in België is dat 12% van alle gezinnen – het hardst getroffen worden door hogere rekeningen voor verwarming en transport.
Het ziet ernaar uit dat de combinatie van inflatie door voedselprijzen en de kosten van emissiehandel een stevige blijver wordt. Deze extra inflatie verhoogt de druk om wetenschappelijke en technologische vooruitgang te maken om ecosystemen in de hand te houden, zodat het leefbaar blijft voor de komende generaties. Klimaatflatie minimaliseren zal ons aansporen om ons gedrag aan te passen en om de zwaksten in onze maatschappij en wereldwijd te helpen.
Recente ervaringen tonen ook aan dat als de inflatie toeneemt we andere politieke keuzes maken. Na een tussenperiode waarbij partijen met nepoplossingen voor de klimaatverstoring een kans krijgen, gaan we hopelijk kiezen voor partijen die gedegen oplossingen voorstaan. Tenzij we de kolonialistische toer opgaan van de 19de eeuw, iets waar de T-man uit de introductie ons op wijst.
Meer van Luc Delombaerde