14 juli 2025
Literatuurwetenschap
Het is niet altijd zo geweest, maar vandaag is de literatuurwetenschap een huis met vele kamers. Literatuurwetenschappers interpreteren teksten, van de oudste werken die er bestaan (Gilgamesh, Rig Veda) tot de laatste bestseller in de youngadultafdeling van de boekhandelaar. Dat doen ze soms op heel verschillende manieren waardoor de resultaten van het werk door de ene school niet noodzakelijk ook relevant zijn voor die van andere obediënties (om een woord van Bart De Wever te gebruiken). Maar publiceren doen ze allemaal even vlijtig, want wie een nieuwe benadering uitvindt, sticht meteen ook een eigen tijdschrift of boekenreeks. Daardoor bestaan er over klassieke werken zoals die van Dante, Shakespeare, Goethe oneindig veel verschillende interpretaties die niet noodzakelijk (en vaak helemaal niet) verenigbaar zijn.
Vrijheid blijheid, natuurlijk, maar ik heb dat altijd vreemd gevonden voor een discipline die zich nog steeds een 'wetenschap' noemt. Alsof de studenten fysica les zouden krijgen van profs waarvan de ene denkt dat het universum bestaat uit water, een andere vuur verkiest en dan zijn er ook nog twee die denken dat het lucht of aarde is. Dan moeten de studenten het zelf maar uitzoeken.
Maar die studenten en hun profs hebben nog altijd teksten nodig, en vertalingen, en in het geval van oudere teksten ook nog eens annotaties. Dat geldt zelfs voor een modern auteur als James Joyce wiens belangrijkste werk een eeuw oud is. De wereld die hij in zijn roman Ulysses zo gedetailleerd beschrijft, bestaat namelijk niet meer en dus hebben lezers voetnoten nodig om te begrijpen wat er aan de hand is. En dat geldt ook voor gevorderde lezers, zoals onderzoekers en vertalers. Gelukkig bestaan er annotaties, op papier en digitaal: iedereen met een internetverbinding kan op die manier gebruik maken van de verzamelde wijsheid van al die pioniers die Ulysses nog zonder hulp lazen.
Ook voor A Portrait of the Artist as a Young Man van Joyce bestaan er uitstekende annotaties, maar die zijn verouderd en soms onvolledig. Als nieuwsgierige mens wil ik graag weten waar Joyce zijn wijsheid haalt. In het laatste hoofdstuk volgt de hoofdpersoon een les fysica waarin nogal wat technische termen vallen en ik vroeg me af waar Joyce die had gevonden. Toen ik het opzocht, bleek dat Joyce ze had overgeschreven uit een oud Handbook of Electrical Testing, in een hoofdstuk over weerstandspoelen en het juiste materiaal waaruit die best gemaakt worden. Dit is een van die eurekamomenten die van de literatuurwetenschap voor mij toch een wetenschap maken. Toen ik wat verder keek, merkte ik dat geen van de Joyce-specialisten die bron had gevonden.
Niemand? Toch wel. Meer dan tien jaar geleden had toch iemand deze bron van Joyce ontdekt, maar dat alleen gemeld in een Japans tijdschrift. Ondertussen heb ik Harada-sensei kunnen feliciteren met zijn ontdekking: hij werkt als IT-persoon voor een universiteit. Hij las graag, maar heeft nooit literatuurwetenschap gestudeerd. Hij was verwonderd toen hij de technische termen las in de roman (in een Japanse vertaling) en was beginnen zoeken waar die vandaan konden komen. Aristoteles had dus gelijk: verwondering is het begin van alle wetenschap.
Meer van Geert Lernout