15 september 2025
Criminaliteit en de aanpak ervan. Is er plaats voor een evolutief perspectief? (deel 13)
In het vorige essay zagen we dat oorlog zeldzaam is volgens Christopher Blattman. Meestal kiezen groepen voor een compromis, omdat de kosten van oorlog te hoog zijn. Maar soms wint geweld door misvattingen, wantrouwen, ideologie of machtsbelangen. In het tweede deel van zijn boek 'Why We Fight' legt Christopher Blattman uit hoe we vrede kunnen versterken. Niet met grootse plannen, maar met kleine, slimme stappen. Zijn voorbeeld is de 'piecemeal engineer': iemand die geduldig bouwt aan vrede, experimenteert en leert van fouten.
Als het gaat om oorlog en vrede reageren mensen vaak op drie manieren. Sommigen voelen zich vooral intellectueel betrokken, maar blijven emotioneel op afstand. Oorlog is immers een eeuwenoude strijd; het boeit je, maar het lijden voelt soms abstract en ver weg. Anderen raken juist ontmoedigd: hoe kun je zo'n groot probleem ooit oplossen? En dan is er de groep die iets wil doen om bij te dragen aan iets dat groter is dan henzelf. Veel mensen voelen al deze emoties tegelijk, ook de auteur. Maar het probleem voelt pas echt onoverkomelijk als je het ineens wilt oplossen – streven naar wereldvrede in plaats van simpelweg een iets vreedzamere wereld. Dáár zit volgens Blattman het verschil. De weg naar vrede is geen rechte lijn en geen grote sprong vooruit; hij is kronkelig, vol obstakels en vraagt geduld. Niet haasten, maar stap voor stap vooruitgaan.
Dat klinkt misschien als een cliché, maar de auteur onderbouwt zijn argumenten met wetenschap. Tientallen onderzoekers, van economen tot sociologen, hebben geprobeerd te begrijpen waarom sommige ingrepen slagen en andere falen – niet alleen rond oorlog en vrede, maar ook bij misdaadbestrijding, stadsplanning en gezondheidszorg. Steeds komt dezelfde les terug: grootse, centrale plannen werken zelden; kleine, lokale en doordachte aanpassingen maken vaak echt verschil.
De wetenschapsfilosoof Karl Popper zei het treffend: de piecemeal engineer weet hoe weinig hij weet. Hij leert van fouten, past steeds aan, en vermijdt hervormingen die zo groots en ingewikkeld zijn dat oorzaak en gevolg niet meer te achterhalen zijn. Popper had zelf de opkomst van totalitaire ideologieën gezien – plannen die alles tegelijk wilden veranderen en zo juist meer ellende veroorzaakten. Werkelijke vooruitgang is langzaam, kritisch en pragmatisch sleutelen.
Veel vredesbeleid negeert die wijsheid. Grote organisaties of staten komen met één centraal plan en geloven blind in universele 'best practices'. Maar zulke plannen leiden volgens Blattman vaak tot middelmatigheid of zelfs rampen. Wil je echt verschil maken, dan is een andere houding nodig. Blattman vat zijn inzichten samen in tien opdrachten die richting geven, zonder dat het een kant-en-klaar recept is. Vrede maken vraagt maatwerk, maar deze principes helpen valkuilen vermijden.
Eerst moeten we leren scherp te oordelen wat echt werkt en wat niet. Blattman benadrukt dat niet alle problemen hetzelfde zijn: sommige, zoals de uitroeiing van de pokken, zijn relatief eenvoudig aan te pakken met duidelijke, bewezen oplossingen. Andere, zogenaamde 'wicked problems' zoals vrede bereiken, zijn veel complexer door hun meervoudige oorzaken, onduidelijke succescriteria en er zijn veel actoren bij betrokken. Vrede vraagt daarom om unieke, contextspecifieke benaderingen en geen standaardrecept. Het is cruciaal om eerst te bepalen met welk type probleem je te maken hebt, zodat je niet verstrikt raakt in misplaatste verwachtingen of ineffectieve 'snelle oplossingen'. Zo kun je effectieve maatregelen onderscheiden van ineffectieve, en voorkom je dat waardevolle inspanningen verloren gaan (Opdracht I: onderscheid het eenvoudige van het complexe probleem.).
We mogen ook niet blind vertrouwen op grootse plannen of 'best practices'. Wat ergens werkt, kan elders mislukken. Context is alles, en succes vraagt flexibiliteit en creativiteit. (Opdracht II: aanbid geen grootse plannen of best practices.) Daarnaast is vrede bewerkstelligen onvermijdelijk politiek. Achter elke ingreep schuilen belangen en emoties. Techniek en kennis alleen zijn niet genoeg; wie dat negeert, loopt vast. (Opdracht III: vergeet niet dat beleid politiek is.) Belangrijk is ook het besef dat er altijd kleine marges zijn waar je verschil kunt maken. Door juist daarop in te zetten, kan een klein begin uitgroeien tot iets groters. (Opdracht IV: eer je marges.)
Wie vastklampt aan één oplossing mist vaak betere kansen. Blijf experimenteren en verkennen, ook als het tegenintuïtief voelt. (Opdracht V: vind je pad door veel te verkennen.) Falen hoort erbij. Niet alles lukt, maar juist mislukkingen leren wat echt werkt. (Opdracht VI: omarm falen.) Het is ook essentieel om realistische doelen te stellen. Te grote verwachtingen leiden tot teleurstelling; haalbare stappen bouwen vertrouwen en momentum. (Opdracht VIII: stel verstandige doelen.) Verantwoording en transparantie zijn nodig om vertrouwen te winnen en te verbeteren. (Opdracht IX: wees verantwoordelijk.)
En tot slot is er de laatste opdracht: Find your margin (letterlijk: vind je marge) waarin Blattman persoonlijk wordt. Hij vertelt hoe hij ooit zelf worstelde. Net afgestudeerd, werkte hij richting een loopbaan als accountant – ongelukkig en onzeker. Hij wist alleen: dit wil ik niet. De omslag kwam er met boeken: over steden, ongelijkheid, ontwikkelingslanden. Langzaam groeide zijn verlangen om iets te betekenen, ook al leek het probleem te groot. Uiteindelijk vond hij zijn 'marge': niet de wereld in één keer veranderen, maar kennis over vrede en conflict delen, zodat anderen beter beleid kunnen maken.
Blattman benadrukt: het begint bij de wil om iets te doen, maar dat is niet genoeg. We moeten ook kijken waar onze acties echt effect hebben. Dat kan klein zijn: wat je leest, hoe je stemt, waar je geeft, hoe je je werk doet. Er is geen stappenplan of heilig boek – net zoals er vroeger geen rechte route was van St. Louis naar de westkust. Wat hij wél kan bieden: inzichten, ideeën en inspiratie. De rest is aan ieder van ons: een zoektocht, vol fouten, leren en kleine stappen vooruit. Dat is 'peacemeal' – stukje bij beetje.
Wat is nu de relevantie van dit boek? Blattman laat zien dat vrede geen kwestie is van één briljant plan, maar van vallen, opstaan en blijven proberen. Dat sluit mooi aan bij het werk van Elinor Ostrom, die aantoonde dat gemeenschappen vaak zelf duurzame oplossingen vinden via lokale afspraken en stap voor stap bouwen. Blattman maakt duidelijk: groots dromen mag, maar echt veranderen begint klein – en altijd met geduld, zelfkritiek en volharding.
In een wereld vol complexiteit en onzekerheid nodigt Blattman ons uit om geduldig, kritisch en creatief te zijn. Niet te snel opgeven, maar steeds zoeken naar die kleine stap vooruit. Zo bouwt de piecemeal engineer langzaam aan vrede – niet met spektakel, maar met wijsheid en volharding. Dat is een hoopvolle, realistische en vooral menselijk aanpak voor de uitdagingen van onze tijd in een wereld die momenteel in brand lijkt te staan.
_Verder lezen
- Blattman, C. (2022). Why we fight. The roots of war and the paths to peace. Viking.
- Martin, M. (2018). Why we fight. Hurst & Company, London.
- Ostrom, E. (2015). Governing the commons. The evolution of institutions for collective action. Cambridge University Press.
- Popper, K. (1957/2020). The open society and its enemies. Princeton University Press.
Lees hier het vorige deel van dit essay.