Kwintessens
Geschreven door Lukas De Vos
  • 3440 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

11 mei 2022 Orbán Viktor flikt het weer
Met een gemelijke grimlach liet de regeringsleider van Hongarije, Orbán Viktor (zoals het in het Hongaars hoort, eerst de familienaam), zich laatdunkend en triomfantelijk uit onmiddellijk nadat bekend werd dat hij voor de vierde keer al op vijf verkiezingsoverwinningen een absolute meerderheid had gehaald in de parlementsverkiezingen. Nochtans lieten peilingen verstaan dat het een dubbeltje op zijn kant kon worden, nu zes oppositiepartijen, van uiterst rechts (Jobbik) tot uiterst links (de oudcommunisten, intussen opgegaan in de socialistische MSzP), de krachten hadden gebundeld om een blok tegen Orbáns Fidesz-partij te vormen.
Maar zoals gebruikelijk verkeken de auguren zich volledig op de stedelijke onvrede – het platteland volgt Orbán desnoods naar de hel. Niet uit overtuiging, maar uit armoede, 'd'autant moins encline à risquer le peu qu'elle possède en se lançant dans une aventure incertaine', zoals Le Journal Francophone de Budapest schreef (21 maart). Fidesz heeft een kartel met KDNP, het christendemocratische aanhangsel, dat welgeteld één zetel heeft in het Europees Parlement, tegen dertien voor Fidesz. Die ene verkozene is ook in de EVP gebleven nadat Fidesz in 2021 geroyeerd werd vanwege voortdurende inbreuken op de rechtsstaat en de democratische principes. Het dozijn anderen van Fidesz zelf loopt er sinds de breuk fractieloos bij. Het kartel pakte nu bij de nationale stembusgang 135 zetels (twee boven de benodigde 133 voor een absolute meerderheid) en 53% van de stemmen.
De verzamelde oppositie, Verenigd Hongarije, bleef steken op 56 zetels (35%). De overblijvende 8 zetels gingen naar de fascistische partij Mi Hazánk of Ons Thuisland, die gezwind de kiesdrempel van 5% nam (7 zetels) en één voorbehouden zetel voor de Duitstalige minderheid (MNÖÖ). 'We haalden een overwinning die zo groot is dat je ze vanop de maan kan zien, en zeker vanuit Brussel', sneerde de Viktator. In het Europese hoofdkwartier werd met ongeloof heel wat maagzuur doorgeslikt.
Want tenslotte loopt er tegen Hongarije én tegen Polen een rechtszaak die kan leiden tot schorsing van het stemrecht in de EU en/of – wat veel erger is voor Orbán en zijn oligarchen – het inhouden van subsidies. Dat is niet weinig: als alles volgens de meerjarenbegroting tot 2027 verloopt, mag Boedapest 45 miljard beuren uit de Europese Hoorn des Overvloeds. Net daarop speelt de verslaggeefster van het Europees Parlement in, Gwendoline Delbos-Corfield (Groen): 'Leg hem droog, want Europees geld wordt oneigenlijk gebruikt om met valse informatie Europa zelf te ondermijnen, en in eigen land gaan publieke fondsen uitsluitend naar gemeenten die voor Fidesz stemden en een Fidesz-burgemeester hebben'. Naar overheidsbanen mogen onwillige gemeenten ook al fluiten.
Ondanks alle rooskleurige berichten van de regering staat de economie volledig op instorten. De plaatselijke besturen moeten hopen op hun aanhankelijkheid. Geld voor de vluchtelingen uit Oekraïne – die uit Syrië en Afghanistan heeft Orbán Viktor tegen de door hemzelf mee ondertekende spreidingsplannen van Europa steevast geweigerd – is dringend. Maar hij maakt ook misbruik van de vluchtelingencrisis: op 16 maart gaf de Nederlandse Rijksoverheid officiële cijfers vrij: toen had Hongarije 283 000 Oekraïeners opgevangen (Polen 1,9 miljoen); dat aantal ligt nu rond de 400 000. Het is natuurlijk afpersingspolitiek. Nu Europese hulp inroepen waar geen voet verzet werd bij de eerdere crisis ruikt naar eenzijdigheid.
Vooral omdat Orbán Viktor al jaren zoete broodjes bakt met Vladimir Poetin. Hij heeft weliswaar op de top in Brussel gezegd dat humanitaire steun nodig is en een inval niet toelaatbaar was, maar in de verkiezingscampagne heeft hij dat voor eigen publiek zo goed als ingeslikt. De regeringstelevisie verspreidde leugenachtige berichten als zou de Unie (en dus ook de oppositie) wapens en soldaten naar Oekraïne sturen om tegen de Russen te vechten. Voor Orbán reden genoeg om geen wapentransporten door zijn land toe te laten, zeer tot woede van de Polen en de Balten, en de onafhankelijke leider van Verenigd Hongarije, Péter Márki-Zay (burgemeester in het provinciestadje Hódmezővásárhely) tot een oorlogszuchtige onverlaat uit te roepen. Márki-Zay stuurde duidelijk aan op nauwe banden met de Unie. Hij wil naar Europees model een minimumloon invoeren, dat vrijstellen van belasting, en meteen ook de pensioenen verhogen. Net als de lonen van leraars, gezondheidswerkers en politieagenten. Hij wil de euro als betaalmiddel in plaats van de volatiele forint, om de inflatie te bedwingen en de energieprijzen van huishoudens te plafonneren. Orbán is daar lekker omheengefietst. Dát Europa zal ons in een oorlog slepen, terwijl ik mij inzet voor neutraliteit, luidt het. Ik ga de banden met Moskou niet doorknippen, want ik zorg zo voor betaalbare, ja goedkope gasleveringen. Natuurlijk, Orbán heeft pas in februari een langlopend contract met Gazprom afgesloten, en sinds 2014 breiden Russische technici van Rosatom de enige kerncentrale van het land uit, Paks II op de Donau. Dat grapje gaat officieel 13 miljard voor twee bijkomende reactoren kosten (reken dus meer), en 80% van het geld is voorgeschoten door Russische banken. Geen toeval dat de Russische Internationale Investeringsbank zich ook in Boedapest gevestigd heeft.
Er is natuurlijk ook een keerzijde voor Orbán. Zijn aanpak van de COVID-crisis liet veel te wensen over, ruim 44 000 Hongaren zijn aan de pandemie gestorven. Zijn lauwhartige houding tegenover Poetin heeft de Visegradlanden uit elkaar gespeeld. Toen de regeringsleiders van Polen, Slovenië en Tsjechië een bezoek aan Kiev en president Zelenski brachten op 15 maart, mét goedkeuring van de EU en de VN, gaf Orbán niet thuis. Integendeel, diezelfde dag vierde hij de Hongaarse herdenkingsdag van de Revolutie in 1848. Sinds vorig jaar heeft hij ook de banden aangesnoerd met Servië, reden waarom hij amper enkele dagen na de Kievontmoeting zelf president Aleksandar Vučić opzocht in Belgrado (een bondgenoot van Poetin, die de verlenging van zijn ambtstermijn begin april ook veilig kon stellen). Op 23 maart had de uittredende Hongaarse president János Áder het Poolse stadje Botsjnia moeten bezoeken op de vriendschapsdag tussen beide landen. Áder zou met zijn Poolse ambtgenoot Andrzej Duda het standbeeld gaan onthullen van de heilige Kinga (de dochter van de Hongaarse koning Béla IV), maar de ontmoeting werd prompt afgelast. Duda viel vijf dagen later op TV24 zwaar uit naar Orbán, die 'Hongarije bijna volledig afhankelijk maakt van Rusland' en 'zijn politiek zal Hongarije zuur, heel zuur opbreken'. Polen en Tsjechië gelastten ook een vergadering met hun ministers van landsverdediging in Boedapest af. Het hielp al evenmin dat net in die week Volodimir Zelenski herinnerde aan de uitroeiing van het joodse getto in Botsjnia, en dat in verband bracht met vermeend antisemitisme in Hongarije. Wat Orbán achteloos afdeed als de uitspraak van een komiek. Maar tot voor déze verkiezingen was Jobbik nog de grootste oppositiepartij in het parlement. Die partij knapte het vuile werk voor Orbán op, en maakte jacht op joden en zigeuners. The Jerusalem Post nam het niet dat Orbán in zijn overwinningsroes meteen al zijn vijanden op de schop nam: 'The left at home, the international left all around, the Brussels bureaucrats, the Soros empire with all its money, the international mainstream media, and in the end, even the Ukrainian president'. Zowel Soros als Zelenski zijn joods. Ook andere minderheden, zoals de Roma, hoeven niet op enig medelijden te rekenen. Orbán omschreef zijn zege als 'a victory for Christian democratic politics'.
Ironisch is dan natuurlijk dat oppositieleider Márki-Zay net, omringd door zijn groot gezin, de vorming van het blok had voorgesteld, als het beeld dat hij te verdedigen had: 'Ik ben niet links, dat is wat ze u willen doen geloven', zei hij toen. 'Ik ben een conservatieve christelijke vader van zeven kinderen.' De kiezers zijn hem niet gevolgd. In zijn eigen district Vásárhely haalde hij maar 21 000 stemmen, de stroman van Orbán, de vroegere minister en hoofd van het kabinet van de eerste minister János Lázár, klokte af op 28 000. Nog sterker is dat de grote opkomst (goed 70%) vooral Fidesz-stemmers heeft gemobiliseerd, en dat het zespartijenkartel liefst 800 000 stemmen verloor ten opzichte van 2018, toen ze apart opkwamen. Verenigd Hongarije dacht 20 tot 30 landelijke districten te kunnen veroveren (het lukte in twee kieskringen), er waren meer dan 30 000 enthousiaste vrijwilligers die wilden stemmen tellen ('een deel moest onverrichterzake teruggestuurd worden', stelde Delbos-Corfield ter plekke vast). Maar toch, hoe valt Orbáns succes te verklaren nu hij Europees geïsoleerd en in het oog van de storm is verzeild geraakt?
De campagne was smerig en onder de gordel, maar de kiesverrichtingen zelf verliepen vlot. 'Free but not fair', besloten de officiële observatoren van de OESO. Dat is niet verwonderlijk. In de laatste twaalf jaar is Orbán onafgebroken aan de macht geweest en sindsdien is hij steeds verder opgeschoven naar de uitkleding van de democratie, naar 'illiberalisme’' De Economist Democracy Index van 2021 ziet Hongarije met elf plaatsen zakken naar nummer 56 (België staat ook maar 36ste als 'flawed democracy'. Met een dikke korrel zout te nemen want de VS staan op 26 en de centralistische Fransen op 22). Veel erger is het gesteld met de persvrijheid. Op de rangschikking van Reporters zonder Grenzen is Hongarije maar liefst 61 plaatsen gezakt sinds 2010, en staat nu 92ste op 180 landen, net voor Servië. België glijdt ook weg tot net buiten de top-10. In elk geval stukken beter dan Rusland (150ste) of Turkije (153ste).
The Hungarian Free Press stelt plompweg dat Fidesz de verzamelplek is geworden voor extremisten en oligarchen. Het komt Orbán perfect uit dat de van Jobbik afgescheurde hardliners met Mi Hazánk enkele gekozen leden heeft, want zo kan hij het kiesvee overtuigen dat zijn 'movement is the only way to keep the extremists out'. Stelselmatig heeft hij de vrijheden gedecimeerd, dan het land herleid tot een eenpartijstaat. Met de absolute meerderheid kon hij de grondwet aanpassen, de kieskringen en het tweekamerparlement in zijn voordeel hertekenen, de pers muilbanden, het gerecht ombuigen, het onderwijs indoctrineren, en ongewenste pottenkijkers (vooral ngo's) de deur wijzen. 'Er gaapt een steeds grotere kloof, ook ideologisch, tussen het platteland en de steden', waarschuwde de Deutsche Welle. Delbos-Corfield denkt langs dezelfde lijn: 'Orbán heeft de polarisering ten top gedreven. Er zijn, net als in de VS, twee aparte werelden ontstaan.' Geen wonder dat peilingen voor de verkiezing aangaven dat liefst 28% van de Hongaren die Orbán afwijzen uitdrukkelijk antwoordden dat ze binnen de kortste tijd zouden uitwijken. Zoals ze in 1956 hebben gedaan.
Maar afgezien van de grote lijnen in zijn centraliseringsbeleid, die vooral de kring van oligarchen rondom hem heeft verrijkt, waren er in de aanloop naar deze stembusgang heel wat populistische maatregelen die vrij snel hun weerslag zullen krijgen. Om de inflatie te verdoezelen gaf de regering de inkomstentaks terug aan ouders met kinderen en aan jongeren onder de 25. Oprustgestelden kregen een bijkomende maand pensioen. De prijzen voor gas- en voedselprijzen werden bevroren. Door gulle staatstussenkomsten kon Orbán de verhoging van de elektriciteitsprijzen uitstellen. Maar dat is kortetermijnpolitiek, alleen bedoeld om met een propere lei de verkiezingen binnen te halen. De staat bevindt zich op de rand van het bankroet, en diplomatiek heeft hij nog weinig vrienden. De plaatselijke overheden reikt het water tot de lippen, aan goedgeefsheid komt sowieso een einde, allicht eerder vroeg dan laat. Als ze daartegen niet versmacht zijn. De oppositie met de op handen gedragen 'polgármestere', burgemeester Gergely Karácsony van de kleine Dialoogpartij, die nu Boedapest bestuurt (en opnieuw de meerderheid haalde in de hoofdstad), heeft met de karige middelen nog hooguit een halfjaarlijkse begroting kunnen opmaken. Elke steun vanuit de regering wordt afgeketst. Orbán zet tegenstanders op droog zaad. Zo verlaagde de regering fors de gemeentelijke bedrijfstaksen, en verhinderde ze een stadslening bij de Europese Investeringsbank. Door de galopperende inflatie (in 2022 al 9%) zijn besnoeiingen de komende jaren onvermijdelijk – maar de verkiezingen zijn al binnen.
Orbán werd daarbij geholpen door eerder genomen maatregelen. Hij deelde Hongaarse paspoorten uit aan alle etnische Hongaren die sinds de instorting van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk en de inkrimping van het grondgebied na de Verdragen van Saint-Germain (1919) en Trianon (1920) buiten de nieuwe grenzen woonden. Wie zelf uitweek behoudt wel zijn stemrecht, maar moet zich aanmelden bij het consulaat. Wie een etnisch paspoort kreeg mag per post stemmen – dat doen dus de meesten in het voordeel van Fidesz , want met het paspoort kregen ze ook pensioenrechten. Dat niet alles van een leien dakje liep, bleek uit pakken stembrieven die half verbrand op een stort bij het Roemeense Târgu Mures werden gevonden. Normaal moet een diplomaat die stembrieven ophalen en per diplomatieke post laten afleveren in Boedapest. De consul in Csikszereda (Miercurea Ciuc), László Tóth, bleek volgens de Hungarian Free Press onbereikbaar. Antwoorden blijven uit.
Nog ingrijpender zijn de hertekening van de kiesdistricten en de voorwaarden om zich kandidaat te stellen. Door het aantal parlementszetels te verkleinen in 2012 – van 386 naar 199 – is het aantal districten waar zich maar één kandidaat kan aanbieden fors gestegen. Want bijkomend moet een partij zich aandienen in ten minste 71 districten, en dat is voor kleinere partijen, die ook nog af te rekenen hebben met de kiesdrempel, vaak onhaalbaar. En dan is er nog de allesoverheersende propaganda. Het is de overheid, niet de Fidesz-partij die de partijslogan overal aanbracht. 'In January', schreef The Economist, 'people who had registered for vaccinations against COVID-19 began receiving pro-government emails. A national referendum has been scheduled on the same day as the election.' Ook al is dat laatste een sof geworden, want het noodzakelijke quorum werd niet bereikt om geldig te zijn. Het was dan ook een erg vooringenomen (anti-Europees gericht) lijstje van vier ja-neevragen over een omstreden wet die verbiedt kinderen over homoseksualiteit in te lichten, dat aan het volk werd voorgelegd. Zo werd gevraagd of je geslachtsverandering mag promoten en of scholen, zonder inspraak van de ouders, discussiedagen mogen organiseren over seksuele geaardheid. Het viel trouwens op dat heel wat homofobe kiezers én antivaxers zich hebben aangesloten bij Mi Hazánk. Zij vinden de matiging bij Jobbik-mietjespolitiek.
Het wordt de Hongaren steeds moeilijker gemaakt om andere informatie dan de regeringspropaganda te krijgen. De vrije pers is stelselmatig opgekocht door cronies rond Orbán. Bekende kritische kanalen zijn afgesneden, zoals Klubradio dat in 2020 geen uitzendvergunning meer kreeg of nieuwswebstek Index.hu dat in 2021 werd uitgekocht door een regeringsgezinde oligarch (zijn er eigenlijk nog andere, op Soros na?). De ontslagen redactie zette wel een nieuwe website op, Telex, maar is intussen een groot deel van zijn publiek kwijtgespeeld. Op de staatstelevisie M1 kregen de oppositieleiders geen toegang. Of toch, Marki-Zay mocht in 5 minuten zijn programma voorstellen (achteraf weggehoond door Fidesz-aanhangers). Helaas, er bleef geen tijd over voor de presentator om nog een vraagje te stellen. En Orbán, die weigert elk debat op de buis.
Die oligarchen spelen trouwens, met medeweten van Orbán, een hoogst perfide rol. De beruchtste is een vroegere loodgieter en pijpenfitter, Lörinc Mészáros, een jeugdvriend van Orbán. Mészáros is nu een der rijkste mannen van het land en wordt ingezet om het rechtse gedachtegoed uit te dragen in West-Europa. Zo financiert hij de presidentiële verkiezingscampagne van Marine Le Pen in Frankrijk. Orbán en Le Pen kennen elkaar al langer en maken er geen geheim van dat ze strafmaatregelen tegen Moskou maar niks vinden, niet tijdens de aanhechting van de Krim, niet vandaag bij de inval in Oekraïne. Le Pen en Orbán ondertekenden onlangs nog samen een politieke verklaring in Madrid. In 2014 kende de First Czech-Russian Bank uit Moskou een lening toe aan het Nationaal Front, zoals het toen nog heette, van bijna 11 miljoen dollar. Dat gaf Le Pens penningmeester Wallerand de Saint Just zelf toe, omdat 'geen enkele Franse bank de partij krediet wou verlenen'. Gek genoeg ging die Russische bank twee jaar later bankroet. György Lázár onthulde dat 'the loan ended up with Konti, a Russian car-rental agency. Konti mysteriously transferred it to Aviazapchast, an aviation company involved in high-priority strategic partnerships with the Russian state. In other words, a Russian intelligence operation.' Daar bleef het niet bij. De nieuwe schuldeiser herschikte de lening, en laat Le Pen toe vrijwillig in schijven af te betalen tot 2028. Volgende stap zijn de aprilverkiezingen in Frankrijk (deze tekst werd geschreven net voor de verkiezingen in Frankrijk, n.v.d.r.). Ook nu weer zit Le Pen krap in de slappe was. RTL laat weten dat onlangs een Hongaarse Bank ter hulp is gekomen met alweer 10,6 miljoen euro. Het is een bank van Mészáros, MKB, die voor het geld zorgde.
Het mag dus niet verbazen dat de Europese Unie de strapatsen van Orbán meer dan beu is. Dat bleek ook op de plenaire zitting van het Europees Parlement in Straatsburg. Commissievoorzitster Ursula von der Leyen werd op de rooster gelegd door het parlement, en was ten slotte verplicht aan te geven hoe ver het staat met uitvoering van artikel 7 waarin strafmaatregelen bepaald worden voor lidstaten die voortdurend de rechtsstaat schenden. Het was Philippe Lamberts (Groen) die de cruciale vraag stelde. 'Europa zit met een mol. De uitslag in Hongarije toont aan dat de regering er de volledige controle over de media uitoefent. Wat gaat u concreet doen de komende weken?' Von der Leyen begon eerst aarzelend, maar dan duidelijk de procedure toe te lichten. 'Geen enkele klacht is weggemoffeld. Respect voor de rechtsstaat is sinds januari 2021 een niet te ontlopen voorwaarde om nog Europese gelden te krijgen.' In het jargon heet dat het mechanisme van voorwaardelijkheid (mechanism of conditionality). 'Het Europees Hof van Justitie heeft de Europese commissie volledig groen licht gegeven. Wij hebben een brief met vragen gesteld aan de Hongaarse regering. En antwoorden gekregen. Na rijp beraad vinden we die ontoereikend, de volgende stap wordt gezet. Begrotingscommissaris Johannes Hahn heeft Boedapest ingelicht en de formele aanzegging overgemaakt. De tijdslijn ligt vast, de procedure komt in een beslissende fase.'
Applaus op vrijwel alle banken. En een zwak verweer van Fidesz in het debat over de oorlog in Oekraïne. Tamás Deutsch bewierookte de hulp die Hongarije verstrekt aan de vluchtelingen, in Oekraïne zelf en met de opvang van naar zijn zeggen 600 000 mensen die op de loop zijn gegaan voor het geweld. 'En wat doet Europa? De Brusselse bureaucraten beramen een links complot tegen democratisch Hongarije. Want het volk heeft gekozen voor een conservatief nationalisme. Het voorgestelde opvoeren van strafmaatregelen is erop gericht Hongarije uit te hongeren! Het gaat niet om de rechtsstaat, maar om een politiek spel. Net nu we meer eenheid dan ooit nodig hebben, we zitten in een oorlog.'
De twijfels van Deutsch werden op een andere manier onderschreven door Guy Verhofstadt (Renew). Hij viel buitenlandverantwoordelijke Josep Borrell aan over de oorlogsinspanning. 'Tja, Raadspresident Charles Michel en commissievoorzitster Ursula von der Leyen zijn al uit het halfrond verdwenen, dan moeten ze niet luisteren. Ik bezweer u: stop met sancties in pakjes te verdelen. We zitten al aan het vijfde, en ook dat gaat niet werken. Invoer van steenkool stoppen? Hooguit 3% komt uit Rusland.' Salamipolitiek werkt niet met autocraten, voerde hij aan. Er is maar één oplossing: 'Het hele omvattende pakket strafmaatregelen meteen opleggen. Niet de oligarchen zijn belangrijk, maar de hele hofhouding van zo'n 6000 Russen rond Poetin. Navalny heeft de lijst opgesteld. Doe het nu, liefst onder leiding van Duitsland.'
Dat Hongarije daarvoor te vinden zal zijn valt sterk te betwijfelen. Boedapest heeft op 6 april de Oekraïense ambassadeur op het matje geroepen voor beledigingen aan het adres van Orbán. De Russische is ongemoeid gelaten. Bovendien is Hongarije wel bereid om Russisch gas in roebels te betalen. Dat soort nieuwe eis van Moskou heeft de Unie een week eerder radicaal van de tafel geveegd. Orbán volhardt in de boosheid. Hij heeft zijn nieuwe pion al naar voren geschoven: Katalin Novák. Zij zal op 10 mei János Áder aflossen als president van het land. In het parlement haalde ze begin maart moeiteloos de benodigde tweederde meerderheid, 137 op 188 geldige stemmen. De tegenkandidaat van de oppositie, Péter Róna, moest het stellen met 51 stemmen. Novák is niet alleen geridderd in Frankrijk met het Légion d'Honneur, ze staat ook heel dicht bij het Rassemblement National van Le Pen en zal de financiële ondersteuning van die presidentskandidate geen strobreed in de weg leggen. Het mag dan evenmin verbazen dat Fox News ter ondersteuning van Orbán de wel zeer rechtse Nederlandse opiniemaakster (Fox noemt haar een 'filosofe') Eva Vlaardingerbroeck oproept. Vlaardingerbroeck werkte een tijdje in het Europees Parlement voor het Forum voor Democratie, maakt nu in Zweden een nieuwsprogramma voor een kanaal van de al even rechtse Sverigedemokraterna, en oreert dat 'links compleet krankzinnig' is geworden en de zogenaamd democratische staten een felle antidemocratische politiek voeren. 'The thing is', zei ze, 'that it's not just about Hungary. This is a choice that we in the West all right now have to make. We either follow in the steps of the globalists and we submit tot their agenda, or we go forward and embrace our future and stand for it like the Hungarian people have done.' Verwerp globalisering en koester je nationale waarden en tradities. Een betere spreekbuis had Orbán niet kunnen bedenken.
Dat de verzamelde oppositie er niet in geslaagd is de schutkring van Orbán te doorbreken, zoals wel gelukt is met Orbáns bondgenoten, Benjamin Netanjahoe in Israël en Andrej Babis in Tsjechië, heeft te maken met de interne zwakte. Niet alleen de ideologische scherpslijperij was daarvoor verantwoordelijk. Zij leidde tot het openbaar afvallen van Márki-Zay door andere partijleiders als oudpremier Ferenc Gyurcsány (die als laatcommunist uitgespuwd wordt door de bevolking en zich liet vervangen door zijn vrouw Klára Dobrev) van wat nu heet de Democratische coalitie, Péter Jakav van Jobbik, en Máté Kanász-Nagy van de Groenen (LMP). Er was ook de onmacht van Márki-Zay zelf. Hij werkte op twee fronten, een nationale campagne (die maar moeizaam van de grond kwam) en een persoonlijke kandidatuur (die hij verloor). In de voormalige linkse vakbondskrant Népszava (De Stem van het Volk) – nu eigendom van het Duitse concern Marquard Media – maakte politiek wetenschapper Daniel Mikecz de juiste analyse: 'De vraag is of het een goed idee was individueel op te komen als je een landelijke campagne moet leiden. Buurtbewoners denken dan misschien dat je je minder met hen zal bezighouden'. Het probleem is dat Europese isolatie nu een ferme deuk heeft opgelopen, want de onverwacht grote overwinning van Fidesz 'geeft een sterke legitimiteit. Hiermee moeten de Europese besluitvormers rekening houden, die zijn al veel pragmatischer dan ze bij het publiek lijken.' Mikecz ziet voor Orbán nieuwe mogelijkheden om zijn tweede adem te vinden. Hij kan symbolisch 'een speciale belasting op banken' opleggen. Of 'speciale belastingen op grote bedrijven' doortrekken. Alleen: 'Uiteindelijk worden die door de mensen zelf betaald. De oppositie verkeert nu in zo'n zwakke toestand dat de regering voorlopig niet hoeft te vrezen voor onpopulaire maatregelen.' Wat geen al te best nieuws is voor Europa.
Een teleurgestelde Klára Dobrev is er het hart van in. Ze had nog zo gehoopt op een sisser voor Orbán. Want, zegt ze in The Economist, de EU moet elke hulp aan Hongarije blokkeren zolang de rechtsstaat niet functioneert. En na de inval van Poetin moet Europa zich best geen begoochelingen meer maken. 'The way from illiberalism to dictatorship is a one-way road, it's a dead-end road, and it ends with catastrophe.'
Kwintessens
-
_Lukas De Vos -
Meer van Lukas De Vos

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws