Meer lezen en weten

We verwijzen graag naar interessante bronnen (teksten, websites, video’s …) die u meer kunnen vertellen over de betekenis van (vrijzinnig) humanisme en/of complementaire visies en invalshoeken geven.

Zie onder meer:

De website van de Unie Vrijzinnige Verenigingen / deMens.nu, de vrijzinnig-humanistische koepelvereniging waarvan ook het Humanistisch Verbond een lidorganisatie is: www.deMens.nu

De website van de Nederlandse zustervereniging Humanistisch Verbond: www.humanistischverbond.nl

Een interessante tekst over vrijzinnigheid en humanisme, van de hand van Freddy Boeykens, directeur (provincie Antwerpen) bij deMens.nu

De essentie van het vrijzinnig humanisme*

Volgens de gedrukte versie van Van Dale betekent de term ‘vrijzinnig’: “1 vrijheid van mening voorstaand 2 (in België) ongelovig”. Wikipedia stelt dat:

“als er over ‘vrijzinnigheid’ zonder meer wordt gesproken, wordt er vaak geduid [sic] op een afstandnemende [sic] houding ten opzichte van de dogma’s van het meer traditionele christendom. Dit kan variëren van vrijzinnig-protestantisme (kerkelijke rekkelijkheid [sic]) en religieus humanisme tot zuiver atheïsme. […] In België, waar nauwelijks een protestantse geloofsgemeenschap bestaat, wordt vrijzinnigheid bijna uitsluitend geassocieerd met atheïsme of agnosticisme, minstens met een houding die volledig buiten de Katholieke kerk [sic] staat.” (Wikipedia “Vrijzinnigheid”)

In beide (niet gespecialiseerde) benaderingen vinden we het onderscheid terug tussen de Noord-Nederlandse en de Zuid-Nederlandse (Vlaamse) betekenis van de term vrijzinnigheid. In de Nederlandse context gaat het om een vrijdenkende en sprekende traditie binnen een fractie van het protestantisme, alhoewel in deze betekenis van de term recent ook sprake is van vrijgevochten strekkingen binnen andere religieuze gemeenschappen. Zo spreekt men daar onder meer van een organisatie van vrijzinnige moslimvrouwen.

We beperken ons tot de Vlaamse context. Vaak wordt hier vrijzinnigheid geassocieerd met antiklerikalisme. Dat is het gevolg van een eeuwenlange (van het einde van de zestiende tot het einde van de twintigste eeuw) monopoliepositie van het katholicisme. Om zich te emanciperen dienden tegenstanders zich af te zetten tegen de dominantie van die welbepaalde levensbeschouwing. Het opkomen voor eigen waarden en normen, vaak in strijd met de vigerende wetgeving, kon daarom enkel in een gepolariseerd, conflictueus model. Denk aan de twee schoolstrijden of de recente strijd voor abortus, euthanasie en een humane echtscheidingsregeling.

De definitie voor vrijzinnigheid, die wij hier voorstellen, is gebaseerd op de statuten van de Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw. (UVV, thans bekend als deMens.nu – zie 1.2.2). De Belgische overheid erkent deze Nederlandstalige koepelorganisatie samen met de Franstalige Centre d’Action Laïque (CAL) als representatief orgaan voor de niet-confessionele gemeenschap, wat in 1993 leidde tot de grondwettelijk erkenning van de vrijzinnige levensbeschouwing naast de reeds zes erkende erediensten: de rooms-katholieke, protestantse, anglicaanse, Israëlitische, orthodoxe en islamitische eredienst. (zie volgende hoofdstukken)

Onze omschrijving is gebaseerd op drie principes:

  • Huldiging van het principe van Vrij Onderzoek.
  • De verwerping van dogma’s en gezagsargumenten bij het opbouwen van een overtuiging.
  • De mens zelf als drager en schepper van morele waarden.

Vrij Onderzoek verwijst in eerste instantie naar de mogelijkheid in alle vrijheid alles wetenschappelijk te onderzoeken en tegen het licht te houden van de wetenschappelijke kennis middels het rationele denken. ‘Libre examin’ werd het leidmotief van de in de negentiende eeuw opgerichte Université Libre de Bruxelles (ULB) – ‘Vrij Onderzoek’ zal dat zijn voor haar dochteruniversiteit, de Vrije Universiteit Brussel (VUB), die het licht zag in 1969. Er bestaat echter ook een meer overdrachtelijke betekenis van, zoals duidelijk wordt uit volgend citaat uit de statuten van de Kring Vrij Onderzoek van de VUB:

“Vrij Onderzoek staat voor de oprechte bereidheid om elke wereldbeschouwelijke of morele stellingname te verlaten voor iets nieuws en beter, eens daarvoor sterke rationele argumenten zijn ontdekt. Sterker nog: wie het beginsel van Vrij Onderzoek ter harte neemt, zoekt niet alleen extra bewijs voor hetgeen waarvan men al overtuigd is, maar gaat zelf actief op zoek naar argumenten die zijn eigen wereldbeeld ondergraven, om het – steeds onder voorbehoud – te vervangen door een meer overtuigend alternatief.”

Vrij Onderzoek is dus in de eerste plaats een methode, en voor een stuk ook een mentaliteit, die geen enkele vaststaande geloofsinhoud oplegt. Dit lijkt ons de kern van de zaak. Vrij Onderzoek en vrijzinnigheid gaan niet over een leer, over een aantal stellingen of uitspraken over de werkelijkheid. Het is een methode, die in het beste geval uitmondt in een attitude (levenshouding).

Dogma’s zijn in de enge zin geopenbaarde waarheden, in bredere zin onaantastbare waarheden, waar men niet mag of kan aan tornen. Gezagsargumenten ontlenen hun waarde vooral op basis van de autoriteit van de persoon die de stelling naar voor brengt, zoals “de paus heeft gezegd dat …” maar even zo zeer “de voorzitter van deMens.nu heeft gezegd dat…”.

Het derde aspect van de definitie laat ons in het domein van de ethiek belanden. Vrijzinnigen staan voor een autonome moraal, ontwikkeld door en voor de mens zelf. Dat is in tegenstelling tot een heteronome moraal gebaseerd op een buiten- en bovenmenselijke autoriteit. Deze ethische dimensie van de definitie van vrijzinnigheid brengt ons bij het tweede luikje van de titel: humanisme.

Historisch gezien is humanisme een intellectuele beweging die in de veertiende eeuw in Italië ontstond en later ook elders in Europa tot bloei kwam. Deze stroming was gebaseerd op de herontdekking van het gedachtegoed van de  klassieke wereld en verving het middeleeuwse beeld van de mensheid als – in beginsel – zondig en zwak. Zij deed dit door de nadruk te leggen op de aangeboren morele waardigheid en het intellectuele vermogen van de mens. Een andere houding tegenover de wereld kwam onder andere tot uiting in de kunst, de literatuur en de moderne wetenschap zoals zij rond 1600 ontstaat. Kant verwoordde wat de Verlichting (de vanuit het humanisme gegroeide filosofische beweging vanaf pakweg 1600) precies inhield, maar markeerde tevens het einde daarvan omstreeks 1800. (Kant, 1784; zie 2.1.2)  Pas zowat een halve eeuw later kunnen we welwillend de kentering plaatsen voor de secularisering, maar alles komt weer tot stilstand bij de aanloop naar de Grote Oorlog. Na de Tweede Wereldoorlog werden door vrijdenkers in tal van Europese landen humanistische organisaties opgericht; in Nederland en Vlaanderen het Humanistisch Verbond. (zie 1.2.2) Mede onder invloed van deze organisaties maakte een seculiere invulling van de term opgang, zonder evenwel religieus geïnspireerde interpretaties volledig te verdringen. We focussen voortaan in dit deel op deze niet-confessionele invulling van de term humanisme: vrijzinnig-humanisme.

Humanisme houdt verband met de gedachte dat een mens een goed leven kan leiden zonder een beroep te doen op een opperwezen, ervan uitgaande dat iedereen vrij, waardevol en gelijkwaardig is en zelf verantwoordelijk wordt geacht voor zijn/haar leven. Het is een niet-gelovige levensbeschouwing waarin de mens centraal staat. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun leven en voor het geven van zin aan dit leven. Een diversiteit aan inspiratiebronnen is hiervoor natuurlijk onontbeerlijk. Het humanisme biedt als levensbeschouwing een basis voor de belangrijke keuzes in het leven. Het gaat ervan uit dat de mens vrij is zelf te handelen en na te denken over het eigen handelen, te midden van anderen, de samenleving en de natuur. Sapere aude! Denk zelf! Het is de slogan van ondermeer de cursus ‘Lebenskunde’ in Duitsland.

Zelfbeschikking, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid en gelijkwaardigheid zijn kernwaarden van het humanisme. De Mensenrechten – zoals vastgelegd in 1948 in de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ – zijn een basisvoorwaarde voor humanisten om tot een leefbare en rechtvaardige samenleving te komen. Vrijzinnig-humanisten komen dan ook op voor de rechtstaat en de scheiding van kerk en staat daarin.

Wetenschappelijk onderzoek en het gebruik van de rede zijn de instrumenten om tot (gegeven de mogelijkheden) een zo accuraat mogelijk wereld- en dus mensbeeld te komen.  Vrijzinnig-humanisten gaan ervan uit dat er geen leven is na de dood. ‘For the one life we have’ is het motto van de Engelse humanisten. Het zien van de dood als het definitieve eindpunt (van het individuele) leven is een sterke zingever; vrijzinnig-humanisten leven immers in het hiernumaals.

Freddy Boeykens

*Deze tekst werd ook gepubliceerd in het werk Niet-confessionele zedenleer in de klas. Fundamenten voor vakdidactiek moraalfilosofie (red. Gustaaf Cornelis), ASP, 2018. Een uitgave door het ASP, het Humanistisch Verbond en de RIBZ. (bestellingen: webshop Humanistisch Verbond en www.aspeditions.be)

Een essay door prof. dr. Gustaaf Cornelis over vrijzinnig humanisme.

Humanistische canon

Op de website van onze Nederlandse zusterorganisatie (www.humanistischverbond.nl) vindt u onder de noemer ‘Humanistische canon’ een interessant overzicht van de geschiedenis en de actualiteit van het humanisme. Deze canon is een rijke inspiratiebron voor wie verder wil lezen en onderzoeken, en wat diepgaander kennis wil nemen van het ontstaan en de ontwikkeling van de humanistische stroming in de samenleving. De canon is uiteraard niet exhaustief en focust op Europa met een bijkomende interesse voor de Nederlandse situatie en geschiedenis.

Ga naar Humanistisch canon