3 oktober 2022
Eureka Europa #4: Zwedens zwarte zondag
Thrillerschrijver Stieg Larsson beweerde dat 'Män som hatar kvinnar' ('Mannen die vrouwen haten', 2005) – beter bekend als de film met Daniel Craig, 'The Girl with the Dragon Tattoo' – op eigen ervaringen berustte. Hij zou niets gedaan hebben om een meisje (Lisbeth) dat door drie leden van een bende verkracht werd bijstand te verlenen. Schuldgevoel dreef hem ertoe de verbanden te zoeken tussen het snel groeiende geweld in Zweden en de verborgen misdaden van hogere kringen. Het lijkt alsof hij toen al de inzet van de pas afgelopen Zweedse verkiezingen uittekende.
Net als België heeft Zweden een naar gevoel over de makke wijze waarop het met nazi-Duitsland collaboreerde. De grote schurk van Larsson was een grootindustrieel, die het fascisme en zijn beulsmentaliteit nooit had afgezworen. Nu voor het eerst een partij met nazistische wortels de kingmaker van Zweden wordt, komen de oude demonen weer boven. Partijleider Jimmie Åkesson beweert dat zijn Demokraterna-partij racisme en vreemdelingenhaat heeft afgezworen. De wortels zijn niettemin beangstigend. Ze gaan terug tot de stichting van de Framstegspartiet (Vooruitgangspartij) in 1968, toen twee groeperingen van skinheads en neonazi's samensmolten en als boegbeeld een voormalig politicus van de Centrumpartij (nu gematigd centrumlinks), Berdil Rubin kozen. Een antipolitieke beweging eigenlijk die vooral uiting gaf aan ontevredenheid. Ze mikte vooral op belastingvermindering en goedkopere alcohol, en had haar zwaartepunt in Zwedens zuidelijkste district Schonen (Skåne). Ook nu scoorden de Demokraterna erg hoog in die gebieden.
De Vooruitgangspartij had aansluiting bij de 'Progressieve Partijen' van Noorwegen en Denemarken (waar Glistrup toen woog op de regering). Ze schoof helemaal op naar rechts begin jaren tachtig maar haar xenofobie sloeg niet aan. Stefan Hermann viste ze op bij de stichting van zijn Sverigespartiet in 1986 – opvallend herkenbaar aan haar Keltisch Kruis. In 1991 werd Ny Demokrati opgezet, en gefinancierd door Carl Lundström die eerder de mecenas van de Vooruitgangspartij was. Uiteindelijk kwamen al die uiterst rechtse schaduwpartijtjes samen in de Sverigedemokraterna (1998).
Net als de nazi's noemt ook de Zweedse zweeppartij zich Demokraterna, de Volkspartij. Net als de nazi's combineert ze uitsluitend nationalisme met sociale programma's. Opvallend is dat ook nu het bedrijfsleven geen graten ziet in die ontwikkeling, ook al willen de Demokraterna met stringente wetten een halt toeroepen aan inwijkelingen, om het even of het nu om asielzoekers gaat of oorlogsvluchtelingen of gelukszoekers. Rechts heeft meer oog voor ondernemingen dan het linkse blok, is de verwachting. In haar programma staat dan wel een halvering van de inwijking, verplichte integratie in taal en gedrag, uitzetting van niet-Zweedse geweldplegers, werklozen en 'sociale profiteurs', en een verbod op bedelarij, maar dat is koren op de molen van de bedrijven. 'We hebben nood aan opgeleide werknemers, een open markt en inzet voor een groene omslag', zegt Ronnie Leten openlijk. De Limburger Leten is voorzitter van het telecommunicatiebedrijf Ericsson en van Epiroc, een Nasdaq-genoteerd uitvloeisel van Atlas Copco's mijnactiviteiten. Hij bedoelt: behoud van kerncentrales.
Het succes van de Sverigedemokraterna verscherpt niettemin de concurrentie binnen het rechtse blok: vooraf hadden zij met de conservatieve Moderaterna, de rechtsliberalen van Johan Pehrson en de christendemocraten (!) de afspraak gemaakt dat Ulf Kristersson de nieuwe premier zou worden als links verloor. Dat valt nu zuur, want waar Åkesson 11 zetels bijwon en met 20,2% van de stemmen de tweede partij is geworden na de linkse Sociaaldemokraten, boekt Kristersson voor de derde keer een (beperkt) verlies, en valt terug naar de derde plek (17,9%, min 3 zetels). Zelfs als Åkesson zich tevreden stelt met alleen gedoogsteun, zal zijn hete adem zwaarder wegen dan die van de eerste minister: 'We willen een hervormingsplan waarop wij grote invloed kunnen uitoefenen, met name op begroting, veiligheid en inwijking'. Er liggen al ruim 100 voorstellen op tafel. Vooral het voorstel om de politie willekeurige controles en fouilleringen te laten doen in de utsatt omrade, de kwetsbare buitenwijken waar bendegeweld heerst (dit jaar zijn er al een vijftigtal moorden gebeurd) is moeilijk te verteren.
En dan zijn er nog hindernissen. De liberale partij is meer dan ooit verscheurd, de rechtervleugel is merkelijk zwakker dan de centrumlinkse Centerpartiet (20 tegenover 31 zetels), een definitieve scheuring ligt voor de hand. Ook de christendemocraten (KD) moeten door de zure appel bijten. In het Europees Parlement werd niet alleen Ursula von der Leyen de mantel uitgeveegd door de Vänsterpartiet (Links), ook de twee verkozenen van KD die behoren tot de EVP moeten zich afvragen waarom ze in bed liggen met bedenkelijke radicale rechtsen. Malin Björk waarschuwde voor een Hongaars scenario, net op het ogenblik dat Zweden op 1 januari voorzitter wordt van de Europese Unie. Als die racistische nationalisten de koers in Stockholm gaan bepalen, 'wat zal dat meebrengen voor de klimaatverandering, die zij ontkennen? Hoe zal Europa zijn beleidslijnen over democratie en de rechtsstaat kunnen aanhouden met partijen die niet kunnen kiezen tussen Macron en Poetin?' Ska Keller van de Groenen was al even fel. Zij wierp de EVP voor de voeten dat ze zich encanailleert met ondemocratische krachten, zoals eerder met Fidesz en Forza Italia. 'Bedenk welke partners je kiest, mijnheer Weber', zei ze. 'Als ik naar Italië kijk, dan offer je democratie en Europese waarden op voor macht.'
Ten slotte moet rechts overnemen op een onprettig moment. De economische vooruitzichten zijn slecht, ook al veerde de beurs op na de overwinning van rechts. De Europese Commissie zag de groei van 2021 (5,1%) slinken tot 1,3% dit jaar, en verwacht voor 2023 amper 0,8%. De inflatie liep op tot 6,6%. De sociaaldemocraten zijn en blijven veruit de grootste partij, vooral dankzij de persoonlijke populariteit van Magdalena Andersson, de allereerste vrouwelijke premier van Zweden. 'We zijn niet alleen in Zweden de grootste partij', betoogt ze, 'maar in heel Noord-Europa'. De linkse partijen haalden vooral in de grote steden veel stemmen, Stockholm, Malmö, Gotenburg, Uppsala.
Daar past een aantekening bij. Het linkse blok deed onwijs veel toegevingen aan de rechtse agenda, en liet het initiatief aan Åkesson. Die slaagde erin van het bendegeweld hét thema te maken, terwijl op het platteland energie- en voedselprijzen zwaar wogen op het stemgedrag. De weifeling van de linkse regering vrat aan haar betrouwbaarheid: integratieminister Anders Ygeman drong aan op strengere inwijkingswetten naar Deens model, met beperkingen voor 'kwetsbare' zones. Andersson zelf vergaloppeerde zich toen ze oreerde: 'Wij willen geen Chinatown, geen Somalitown, geen Klein Italië'. Het is dat engnationalisme dat de retoriek beheerste. Åkessons eerste reactie sprak boekdelen. In Trumpiaanse overdrive zei hij: 'Det är dags att sätta Sverige först. (…) Nu påbörjas arbetet met att göra Sverige bra igen.' Zweden eerst. Nu begint het werk om Zweden weer groot te maken. Als dat maar niet Amerikaans eindigt.
Meer van Lukas De Vos