Het Vrije Woord
Geschreven door Tinneke Beeckman
  • 3966 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

14 februari 2019 Olympe de Gouges
De Franse schrijfster en feministe Olympe de Gouges (1748-1793) bewijst dat de Verlichting geen zaak is van 'blanke (of witte!) mannen'. Ze verdedigt expliciet en zonder reserve dat vrouwen van nature gelijk zijn aan mannen, dat ze dezelfde rechten hebben op vrijheid en kansen, en dat filosofische stromingen van haar tijd juist deze vooruitgang mogelijk maken. Maar haar strijd gaat breder; ze klaagt even goed de onrechtvaardige behandeling van slaven, kinderen en armen aan. Daarbij is De Gouges allesbehalve blind voor de problemen van haar tijd: het volstaat niet om nieuwe ideeën over rechten en vrijheden te verkondigen. Ze moeten ook een politieke realiteit worden. Deze ontwikkelingen nemen echter enorm veel tijd in beslag. Zoveel tijd dat De Gouges zelf de echte lotsverbetering van onmondige medeburgers niet meemaakt: de Gouges sterft op het schavot van Robespierre, nadat ze kritiek had geuit op de terreur van de Franse Revolutie. Zelf behoort ze tot de strekking van de Girondijnen, de tegenstanders van de Jacobijnen, waar Robespierre deel van uitmaakt. De Girondijnen hebben de reputatie dat ze 'gematigd' zijn. Maar er is niets gematigds aan De Gouges' overtuigingen: ze denkt de idee van mensenrechten consequent door, en pleit voor ingrijpende maatschappelijke veranderingen.
In augustus 1792 verandert de politieke sfeer: de monarchie komt ten val en in december 1792 moet Lodewijk XVI voor het gerecht verschijnen. Hiermee begint het gebruik van de guillotine aan een gestage opmars. Olympe verzet zich tegen de doodstraf: ze wantrouwt geweld en repressie tegen andersdenkenden. Deze gematigde, redelijke houding wordt later tegen haar gebruikt, om haar verraad aan de zuivere republikeinse idealen aan te tonen.
De Gouges' belangrijkste tekst is ongetwijfeld de Déclaration des droits de la femme et de la citoyenne (1791), een feminieme versie van de Verklaring van de rechten van de mens en de burger (1789). Hoewel dit document aan alle mensen gelijke rechten verleent, rept het met geen woord over de politieke rechten van vrouwen. Nochtans laat het denkkader van de Verlichting deze demarche perfect toe: rechten worden niet meer op geloof of op hiërarchie gebouwd, maar op universalisme en op natuurrecht. De tekst verafschuwt privileges van aristocraten en koningen, wier politieke macht slechts legitiem is voor zover deze gebaseerd zou zijn op een goddelijke orde. Maar niemand heeft op voorhand bepaald waartoe de mens in staat is. Elke burger krijgt natuurlijke en onvervreemdbare rechten, onafhankelijk van het politieke en sociale regime waarin het individu zich bevindt. Het vertrekpunt van de politieke reflectie is dus het recht van het individu, niet meer van de heersende sociale of politieke orde waarin een individu terechtkomt. Het valt vandaag de dag moeilijk in te schatten hoe radicaal deze ideeën op dat ogenblik zijn.
Mannen krijgen in 1791 meer toegang tot de politieke macht: in dat jaar keurt Lodewijk XVI de Verklaring van de rechten van de mens goed als preambule bij de Grondwet. Maar vrouwen krijgen niets. Olympe de Gouges heeft haar repliek klaar: een Déclaration des droits de la femme. De Gouges roept vrouwen op om te ontwaken: de rede laat zich tenslotte horen in de hele samenleving. Fanatisme, bijgeloof en leugens kunnen worden bestreden. Ook de vooroordelen over vrouwen moeten wijken. De tekst bevat niet gewoon een herhaling van de rechten voor mannen, waarbij het woord 'man' door 'vrouw' wordt vervangen. De Gouges heeft een bredere visie op sociale en economische rechten. Ze corrigeert hiermee de diepere ongelijkheden: de mannelijke burger krijgt absolute macht in vergelijking met de positie van de vrouw. De echtgenoot bijvoorbeeld, heeft rechten ten aanzien van zijn echtgenote. Maar omgekeerd mag de vrouw zeer weinig. Indien ze overspel pleegt, betekent dat haar sociale dood. Zo'n vrouw is veroordeeld tot eenzaamheid en afzondering. Haar bezittingen en de bruidsschat worden aan haar man toegekend. Omgekeerd kan de man ongestraft overspelig zijn. Een echtgenote heeft zelfs geen juridisch weerwoord wanneer haar man zijn maîtresse in het echtelijke huis wil onderbrengen. Dat is de situatie in Parijs toen De Gouges haar vurige pleidooi neerpent. Elke vrouw heeft plichten, maar ook rechten. En als ze risico loopt om op het schavot te eindigen, dan heeft ze het recht om het spreekgestoelte te betreden.
De Gouges draagt haar tekst op aan de koningin, Marie-Antoinette. Deze zet kan verwonderlijk lijken. Maar De Gouges zoekt steun bij machtige vrouwen, die evenmin echt inspraak hebben. Zelfs de koningin is volledig afhankelijk van haar echtgenoot. Voor Olympe zijn alle vrouwen door hetzelfde lot verbonden, welke sociale positie ze ook bekleden. 'Ondersteun zo'n mooie zaak, Mevrouw, en u zal snel de helft van het koninkrijk voor u innemen, en minstens een derde van de andere helft', schrijft ze in het voorwoord. Hier blijkt De Gouges helaas al te optimistisch te zijn: geen enkele vooraanstaande vrouw ondersteunt haar oproep. Blijkbaar kijken ook heel wat vrouwen argwanend naar een lotgenote die hun levensomstandigheden wil verbeteren.
Gelijkheid heeft een invloed op alle aspecten van de individuele vrijheid. Dat beseft Olympe de Gouges ook. Ze pleit niet alleen voor politieke en burgerlijke rechten. Maar ze ijvert ook voor persoonlijke en seksuele vrijheid. Politieke macht, intieme relaties en persoonlijke vrijheid zijn dus nauw met elkaar verbonden.
Op maandag 18 februari spreekt Tinneke Beeckman over Verlichting en vrouwenemancipatie op de Stadscampus van de Universiteit Antwerpen. Bekijk het complete programma van de lezingencyclus Verlichting vandaag! hier.
Het Vrije Woord
Filosofe, auteur 'Macht en Onmacht', 'Door Spinoza's Lens', columniste
_Tinneke Beeckman -
Meer van Tinneke Beeckman

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws