11 maart 2019
Een verschil dat ter zake doet
Behalve dat het een door en door triest verhaal is, levert de situatie van de IS-kinderen die, wegens een vonnis van de rechter in kortgeding, door de Belgische staat moeten worden gerepatrieerd, ook een bijzonder boeiende moraalfilosofische casus op. Nog los van het juridische kluwen, kunnen we ons afvragen of repatriatie een goede zaak is of niet? Wij handelen en praten vaak alsof er moet worden gekozen tussen goed en kwaad. En omdat mensen het zelden eens raken over het antwoord op die of/of-vraag, denken we wijsheid te vinden door de gulden middenweg te bewandelen. In minder pregnante zaken levert dat systeem iets op dat misschien niet perfect is, maar toch bruikbaar. Maar hier hebben we te maken met een en/en-dilemma waarbij twee evenwaardige soorten ethiek in een frontale botsing terecht gekomen zijn. Hier heb je de keuze tussen een slechte oplossing en een andere slechte oplossing.
Er is een verschil tussen twee soorten ethiek dat voor nogal wat conflicten zorgt, maatschappelijk én in het eigen hoofd. Ik heb het over de publieke en de private moraal. Max Weber, sociaalwetenschapper, is bij een breder publiek vooral bekend door zijn visie op de protestants-puriteinse invloed op het ontstaan van het kapitalisme. Maar hier wil ik de aandacht vestigen op zijn essay Politiek als beroep uit 1919, waarin hij het heeft over het verschil tussen de verantwoordelijkheidsethiek en de gewetens- of gezindheidsethiek. Hoewel dat verschil altijd bestaan heeft en waarschijnlijk zal blijven bestaan, geven de normale gezonde spanningen tussen beide in de ene historische periode meer botsingen dan in de andere. Twee vormen van ethiek die in ideale omstandigheden samenwerken en voor beschaving zorgen, lijken vandaag regelmatig op ramkoers te liggen.
Het gaat niet over een zuivere en een minder zuivere vorm, noch over beter of slechter en al helemaal niet over juist of verkeerd. Beide hebben een ander doel en in het civilisatieproces hebben we ze beide nodig. Sterker, ze beïnvloeden elkaar, zijn met elkaar vergroeid en vullen elkaar aan.
De persoonlijke of gezindheidsmoraal bekommert zich om de normen en waarden die we vanuit onze opvoeding, cultuur en traditie meekrijgen. Daarmee gaan we onze oordelen, daden en attitudes kleuren. Het levert ons een innerlijk 'moéten' op, waarmee we de vraagstukken van goed en kwaad te lijf gaan. Wat zou Jezus doen, zegt de gelovige. Kant noemt het een imperatief, categorisch omdat we ons niet mogen afvragen of we er zelf voordeel uit betrekken. Je kijkt in de ogen van de vluchteling en ontmoet een mens. L'Autre, de Ander, met hoofdletter, maakt Levinas er postmodern ingewikkeld van. Onuitgesproken weet je dat die Ander, niettegenstaande eventueel gigantische culturele verschillen, een verhaal heeft dat je zou kunnen begrijpen en waarin je jezelf zou kunnen herkennen. Je helpt, en als je het niet doet, wéét je dat je verkeerd zit. Dat is de private, individuele moraal. Die zit op ieders schouder en de een heeft er meer 'last' van dan de ander. De private moraal vraagt zich, met Kant, af: Wat moet ik doen, om in orde te zijn met mijn geweten? Wat verlangt mijn hart van mij? In de private moraal worden we verondersteld het goede te doen onder alle omstandigheden, ongeacht de gevolgen.
De publieke verantwoordelijkheidsethiek heeft weliswaar zijn wortels in de evolutionairpsychologische intuïties van de gezindheidsethiek, maar heeft een andere opdracht en een andere verantwoordelijkheid. Zij stelt scherp op de gevolgen van haar keuzes en op de relaties binnen en tussen groepen in het globale plaatje en vraagt zich dus af: Hoe moeten we handelen, niet alleen tegenover de kinderen die per definitie niet schuldig zijn aan de daden van hun ouders, maar ook tegenover de maatschappij waarin die terecht zullen komen? Het beleid kan niet anders dan hier, eventueel het hart, maar toch ook het hoofd te laten spreken. De publieke moraal lijkt minder empathisch en daardoor minder sympathiek, maar dat is een oneerlijke veroordeling. Tenslotte moeten er hier ook andere vragen gesteld worden zoals: Hoe gaan we dat organiseren? Voeren we geen tijdbommen in? Wat met de gevoelens van IS-slachtoffers? Geven we extreemrechts geen cadeau? Welke onvoorziene juridische gevolgen gaat dit hebben? Komt Europese solidariteit onder spanning? En als het over grotere aantallen gaat: Wat doen we met import van wetenschappelijke achterlijkheid en godsdienstige miserie? Waarop gaan we besparen om een en ander te betalen? Enz, enz ...
Die vragen lijken, zijn misschien wel, koud en afstandelijk als u ze stelt in uw private moraal en u kunt er zelf voor kiezen het hart boven het hoofd te laten spreken, maar als globale beslissers dat ook doen valt niet te voorzien hoe het gaat aflopen. Die kunnen niet anders dan kosten, maatschappelijke fricties en godsdienstig geïnspireerde miserie mee in rekening brengen. Als jij geconfronteerd wordt met een drenkeling, dan mag je je niet afvragen of je kostuum wel bestand is tegen zeewater. Maar als je moet kiezen tussen die drenkeling en jouw kind dat ook dreigt te verdrinken, wordt de zaak al ingewikkelder. Beleidsmensen – laten we voor één keer eens compassie hebben met die vermaledijde politici – moeten met prudentia ofte onder andere verantwoordelijkheidsgevoel en onderscheidingsvermogen knopen doorhakken in zaken die moreel zeer complex zijn en niet met een simpel ja of neen op te lossen zijn.
De publieke moraal moet op zoek naar wat John Rawls 'de overlappende consensus' noemt. Die laat zich moeilijk vinden als beide zijden van het spectrum emotioneel gekleurde verwijten – racist tegenover naïeve Gutmensch bijvoorbeeld – staan te roepen. Dit lijkt misschien op een pleidooi om niet te polariseren en dan maar ergens in het midden uit de wind te gaan staan. Dat is het uitdrukkelijk niet. Wat mij betreft, mag men stevige en zelfs diametraal tegenover elkaar staande posities innemen, anders worden er toch maar watten in de mond genomen. Het is ook geen pleidooi voor wel of niet repatriëren – en wat u daarvan moet vinden, beslist u zelf wel – maar het is een uitnodiging om twee soorten ethiek niet te mixen. Dat zorgt voor emotionaliteit in een debat dat in feite helderheid en voortschrijdend inzicht zou moeten verschaffen om oplossingen te genereren.
Meer van Max Schneider