Kwintessens
Geschreven door Alain Vannieuwenburg
  • 1869 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

5 oktober 2023 Ontvlechting tussen kerk en staat: het Groothertogdom Luxemburg als voorbeeld? (deel 1)
De Belgische welwillende neutraliteit
De reeks Godvergeten zorgt niet enkel voor verontwaardiging en afschuw. Ze draagt ook bij tot het herschrijven van de geschiedenis van de instelling die de Rooms-Katholieke Kerk is en nodigt uit om de verregaande prerogatieven en de genereuze financiering ervan kritisch te onderzoeken. Het dossier van de erkenning en de financiering van de levensbeschouwingen maakt hier deel van uit. België houdt halsstarrig vast aan het bestaande systeem. Buurlanden hebben reeds lang komaf gemaakt met het historisch gedateerde afsprakenpakket. Het Groothertogdom Luxemburg hervormde grondig met als sluitstuk nieuwe bepalingen in de Grondwet. In het eerste deel van dit essay gaan we even in op de oorsprong van de bestaande afspraken en verkennen we de denkpistes die de Luxemburgse regering bewandelde.
_Paradoxale scheiding
België kent geen strikte scheiding van kerk en staat. De termen 'paradoxale scheiding', 'welwillende neutraliteit' of 'beschermde vrijheid' vatten de relatie samen. Het Concordaat, de door Napoleon doorgevoerde aanpassingen, de ingrepen onder Willem I, de nood aan consolidatie van de prille Belgische natie en het hieruit voortvloeiende opportunistische verbond tussen liberalen en vertegenwoordigers van de katholieke kerk, stuurden de constitutionele verankering van de relatie tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Belgische staat.
De 'School van Mechelen' – een stroming rond aartsbisschop De Méan – had een zeer grote invloed op het Voorlopig Bewind en het Nationaal Congres (dat hoofdzakelijk uit katholieken bestond). Hun wensen werden als het ware verankerd in de prille Belgische Grondwet. De Belgische staat liet de organisatiewijze en het interne recht van de Rooms-Katholieke Kerk dan ook bijna onaangetast. Er werd vertrokken van het standpunt dat de bevolking zo goed als volledig katholiek was en dit lijkt ook nu nog een onaantastbaar principe.
Jules Bara, liberaal politicus en minister van Justitie, waarschuwde in 1859 reeds voor de vele onduidelijkheden op het vlak van de scheiding tussen kerk en staat. Los van de grondwettelijke verankering van de vrijheid van eredienst, de vrijheid van de cultus, de vrijheid van onderwijs en de niet-inmenging van de staat in kerkelijke aangelegenheden, werden financiële afspraken gemaakt die nog steeds zo goed als integraal de Rooms-Katholieke Kerk ten goede komen.
Er is niet enkel kritiek op de blijkbaar eeuwigdurende herstelbetalingen. De financiële houdbaarheid van het systeem zelf, het gebrek aan transparantie van ad-hocconstructies en sui-generisoplossingen roepen vragen op. Constructies zijn inderdaad nooit veraf. Een voorbeeld is wellicht het dossier van de 'parochieassistenten' (een oplossing voor het dalende aantal priesters), een minder bekende categorie in de nomenclatuur van de bedienaren in de eredienst binnen de Rooms-Katholieke Kerk, eveneens ten laste van de FOD Justitie.
België maakte het zich ook niet gemakkelijk. De bevoegdheden werden opgesplitst en zitten sinds het Lambermontakkoord op verschillende niveaus. De materie van de erediensten en levensbeschouwingen valt nu onder de bevoegdheden van de federale staat en van de gewesten. Ook de provincies en de steden en gemeenten zijn betrokken partij.
Twee doorlichtingen, die zo goed als zonder gevolg bleven, probeerden deze relatie in kaart te brengen. De Commissie van Wijzen (2005-2006) en de tweede Werkgroep Magits-Christians (2009-2011) kregen van de toenmalige ministers van Justitie de opdracht het statuut van de bedienaren van de erkende erediensten en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad te onderzoeken. Gevraagd werd na te gaan of er ongelijkheden en/of ongerijmdheden bestonden en welke pistes men kon bewandelen in het licht van de vastgestelde knelpunten, ten aanzien van de erkenning en financiering van de erkende levensbeschouwingen. Bracht eerstgenoemde commissie de complexe problematiek op brisante wijze in kaart, dan bevatte het rapport van de werkgroep concrete aanbevelingen en aanzetten tot vernieuwing.
De bijzondere positie van de Rooms-Katholieke Kerk en zeker de ongelijke behandeling tussen de verschillende erkende levensbeschouwingen – met bijhorende geldstromen – konden niet langer worden genegeerd. Wat die geldstromen betreft: religies en levensbeschouwingen, inbegrepen het levensbeschouwelijk onderricht in de scholen, kosten jaarlijks net geen miljard euro; het gros vloeit naar de Rooms-Katholieke Kerk.
_De doos van Pandora ... blijft liever gesloten
Deze rijkelijke financiering van de Rooms-Katholieke Kerk wordt steevast verdedigd door de verwijzing naar de geconfisqueerde goederen tijdens de Franse revolutie (waarbij men de restituties vergeet) of recentelijk geïntroduceerd, naar de sociale functie van de levensbeschouwingen.
Bepaalde buurlanden hebben het wel noodzakelijk geacht de relatie te herbekijken. Zo actualiseerde Nederland eind vorige eeuw het systeem. De wet van 7 december 1983 beëindigde de financiële verhouding tussen staat en kerk in Nederland. De Nederlandse staat ziet zich als een 'neutral organizer'. Ook het Groothertogdom Luxemburg heeft een ontvlechting doorgevoerd. Een grondwetsaanpassing – ingegaan op 1 juli 2023 – verankert de nieuwe relatie. Het leidende principe is dat religieuze organisaties zelf verantwoordelijk zijn voor de inhoudelijke en financiële aangelegenheden. Financiering is in specifieke gevallen wel mogelijk (geestelijke zorg, restauratie van waardevol patrimonium ...).
Gezien de discussie in België is een verkenning aangewezen.
_Het Groothertogdom Luxemburg
In 2013 neemt, na verkiezingen, de zogenaamde 'verkeerslichtcoalitie' het heft over. Ze kondigt belangrijke hervormingen aan binnen de relatie overheid en levensbeschouwingen. De vrijheid van denken, de neutraliteit van de staat ten opzichte van alle levensbeschouwelijke denominaties en de zelfbeschikking van burgers staan voorop.
De historische verworvenheden en ad-hocaanpassingen hadden ook geleid tot ongelijkheden in de behandeling tussen de levensbeschouwingen. Er stelt zich tevens een probleem op het vlak van de beschikbare budgettaire enveloppe. Gewijzigde maatschappelijke omstandigheden, waaronder levensbeschouwelijk pluralisme en secularisering, liggen mee aan de basis van een grondig herdenken van de bestaande relatie. Een commissie van experten begeleidt de Luxemburgse overheid bij het uittekenen van de hervorming.
De denkpistes hebben betrekking op de hervorming van de parochies, het afschaffen van de kerkfabrieken, het verlichten van de lasten voor de gemeenten en het invoeren van één nieuw vak dat de godsdienstles en de les lekenmoraal vervangt. Op budgettair vlak wordt een inperking van de geldstroom richting Rooms-Katholieke Kerk onvermijdelijk geacht.
Ook de Grondwet moet worden aangepakt. In de Luxemburgse Grondwet van 1868 zijn verschillende artikels opgenomen die de verhouding tussen staat en kerk regelen. Het grondwettelijk stelsel, op 17 oktober 1868 afgekondigd, vertoont gelijkenissen met de Belgische Grondwet van 1831. Hoewel ze vaak werd aangepast, stemt deze Grondwet nog steeds in grote mate overeen met de in 1868 afgekondigde tekst. Hierbij is het belangrijk te wijzen op twee artikels. Artikel 22 stelt : 'L'intervention de l'État dans la nomination et l'installation des chefs des cultes, le mode de nomination et de révocation des autres ministres des cultes, la faculté pour les uns et les autres de correspondre avec leurs supérieurs et de publier leurs actes, ainsi que les rapports de l'Église avec l'État, font l'objet de conventions à soumettre à la Chambre des députés pour les dispositions qui nécessitent son intervention.' Op basis van dit artikel werden conventies afgesloten met een aantal erediensten aanwezig op het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg. De Grondwet bepaalt in artikel 106 ook dat 'Les traitements et pensions des ministres des cultes sont à charge de l’État et réglés par la loi'.
_Conventies
Het Groothertogdom Luxemburg wijzigde in de jaren tachtig van de vorige eeuw de procedure van erkenning. Het systeem tot dan toe door middel van eenzijdige erkenning werd verlaten ten gunste van onderhandelde verdragen. Dit systeem voldoet echter niet meer. Erkenning, bijbehorende financiering, problemen inzake de toegang tot het systeem door andersdenkenden, de verplichtingen die op de schouders van de gemeenten drukken, roepen vragen op. De pluralisering van de Luxemburgse samenleving en de mogelijke uitbreiding van de erkende denominaties, niet zonder gevolgen voor het onderwijs, verplichten tot een doorlichting. Zo gaf bv. de Luxemburgse Raad van State in een advies van 6 mei 2008 te kennen dat 'vouloir intégrer à l’avenir dans l'enseignement tous les cultes religieux conventionnés, avec des droits identiques … comporterait également, voire surtout, des risques de dérive communautariste de l'école en particulier et de la société en général'.
De religieuze overheden mogen dan wel een publieke taak vervullen, een herpositionering en actualisering van hun plaats en van hun functie leek aangewezen. Tijd voor actie, oordeelde de Luxemburgse politieke wereld.
(wordt vervolgd)
Kwintessens
Alain Vannieuwenburg is ethicus en doctor in de interdisciplinaire studie van het recht. Hij is lid van een atelier dat de relatie overheid en levensbeschouwingen monitort en van de humanistische denktank Kwintessens.
_Alain Vannieuwenburg -
Meer van Alain Vannieuwenburg

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws