5 januari 2024
Vrije wil en het recht op zelfbeschikking (4)
Deel 4
In deel 1 en deel 2 legde ik uit hoe Robert Sapolsky in zijn boek Determined de ruimte voor vrije wil overtuigend samenknijpt tot infinitesimale proporties. Pogingen om toch ruimte te creëren via chaos en de kwantumwereld, maken maar weinig indruk (zie deel 3). Zelf ben ik een incompatibilist: vrije wil rijmt voor mij sowieso niet met determinisme. Maar dankzij dit fysisch determinisme is er vreemd genoeg toch ruimte voor vrijheid.
De volledigheid dwingt me om een laatste mogelijkheid te belichten: emergentie, waarin sommigen alsnog een uitweg denken te vinden. Vrije wil als een geëmergeerd collectief fenomeen met eigenschappen die principieel onherleidbaar zijn tot het basisniveau, de neuronen in dit geval – een ontologische kwestie van verschillende op elkaar gestapelde zijnsniveaus en qualia (die irreduceerbare eigenschappen). Het bewustzijn zou zo'n verschijnsel kunnen zijn, volgens sommigen zelfs het enige. Geen enkel neuron op zichzelf is immers bewust. Top-down- of bottom-up-verklaringen van het verschijnsel bewustzijn, worden vanuit deze premisse principieel onmogelijk geacht. De qualia kent men daarbij ook een eigen causaal vermogen toe, zodat onder andere de mogelijkheid van vrije wil gevrijwaard blijft. Verder spreken ze over een 'explanatory gap' omdat fysicalisten en andere materialisten niet in staat zouden zijn dit gat in te vullen. Niet verwonderlijk wordt het door hen een Hard Problem genoemd. De hardcore-aanhangers van deze zogenaamde harde emergentie breiden het causaal vermogen zelfs neerwaarts uit, bijvoorbeeld richting het basisniveau zoals neuronen, om zo voor een volledige autonomie van het emergente systeem te pleiten. De kritiek hierop is niet mals (Mascolo, Kallio, Zamora), want dat zou betekenen dat ze het causale vermogen van de basisconstituenten kunnen beïnvloeden en zelfs overschrijven. Pas dit bijvoorbeeld toe op het emergente fysische systeem van watergolven. Deze worden beschreven door golfvergelijkingen zonder rechtstreekse link met hun moleculaire basis. Immers, geen enkele watermolecule golft. De golven zouden dan de mogelijkheid verwerven om de werking of zelfs de aard van die moleculen te veranderen. Wie weet zelfs de natuurwetten ter plaatse? Dat zou nieuwe fysica vereisen, voorzeker een Nobelprijs waard. Maar ik zou de laureaten wel afraden de prijs per boot op te halen; in wat voor gekke, niet-lineaire, mogelijk chaotische waterwereld zouden we dan immers leven?
Waarom zou dat dan wel het geval kunnen of moeten zijn in biofysische systemen? Elk complex fysisch of biofysisch systeem en wat eruit emergeert: golven, natheid, geleiding, bewustzijn, de mogelijkheden om te leren, te ervaren en betekenis te geven, wordt onvermijdelijk begrensd en beperkt door zijn constituerende onderdelen: bakstenen blijven bakstenen. Een neurotische poging, zo lijkt me, om een metafysische 'gap' te creëren waarin onder meer bewustzijn en vrije wil worden verstopt en afgeschermd van wetenschap. (Ze zijn daar trouwens in goed gezelschap.) En als zelfs het bewustzijn meer en meer ontcijferd wordt, welke ruimte blijft er dan straks over voor deze harde emergentie? Het zal nog wel even duren, maar het is 'work in progress' (Jeff Hawkins: A Thousand Brains).
Waarom zou dat dan wel het geval kunnen of moeten zijn in biofysische systemen? Elk complex fysisch of biofysisch systeem en wat eruit emergeert: golven, natheid, geleiding, bewustzijn, de mogelijkheden om te leren, te ervaren en betekenis te geven, wordt onvermijdelijk begrensd en beperkt door zijn constituerende onderdelen: bakstenen blijven bakstenen. Een neurotische poging, zo lijkt me, om een metafysische 'gap' te creëren waarin onder meer bewustzijn en vrije wil worden verstopt en afgeschermd van wetenschap. (Ze zijn daar trouwens in goed gezelschap.) En als zelfs het bewustzijn meer en meer ontcijferd wordt, welke ruimte blijft er dan straks over voor deze harde emergentie? Het zal nog wel even duren, maar het is 'work in progress' (Jeff Hawkins: A Thousand Brains).
Maar er is ook nog een andere vorm van emergentie: zachte emergentie. Een systeem wordt georganiseerder of functioneler louter door de collectieve effecten van de lokale interacties van zijn onderdelen, met elkaar en met de omgeving (zoals in zwermpatronen van vogels), of doordat het systeem in zijn geheel iteratief interageert met zijn specifieke omgeving en zichzelf zo programmeert tot grotere efficiëntie (in robotica en artificiële intelligentie bijvoorbeeld). Kortweg: collectieve zelforganisatie of zelfregulering en -programmatie. Zwakke emergentie houdt in dat de collectieve eigenschappen reduceerbaar zijn tot het basisniveau, tenminste toch in principe. Hoogstens is er een epistemologisch (kennis)probleem. Met andere woorden, zachte emergentie is niet een zoveelste poging om een metafysische ‘gap’ te creëren, maar toont dat emergentie best wetenschappelijk verklaarbaar is (zoals ik al suggereerde voor het bewustzijn). In veel gevallen ligt er gewoon een aantal eenvoudige regels aan de basis van het collectieve verschijnsel. Een watermolecule alleen kan nooit nat zijn, maar denk er veel meer watermoleculen bij, tevens waterstofbruggen en wat oppervlaktespanning, en al vlug verschijnt natheid. Evenmin kan een watermolecule golven, maar neem weer veel moleculen met hun onderlinge waterstofbruggen, voeg er bijvoorbeeld een vleugje wind aan toe en men verkrijgt watergolven. In de biologie zijn er eveneens fascinerende collectieve verschijnselen te observeren, zoals zwermintelligentie bij mieren- en bijenkolonies. Zonder dat er sprake is van een gecentraliseerde autoriteit, een sturend mechanisme of een bewustzijn ontstaat er toch een vorm van collectieve intelligentie die een ingewikkeld probleem oplost, zie het Traveling Salesman Problem (of hiermee equivalent). Een echte analytische hersenbreker. Nochtans, met enkele eenvoudige basisprincipes zoals 'random walking', 'broadcasting' (zie dansende bijen), het groeien van projecties in willekeurige of aantrekkende richtingen (neuronale projecties in het brein), of het achterlaten van traceerbare sporen (feromonen door mieren bijvoorbeeld), gekoppeld aan een sterk motief zoals de zoektocht naar voedsel of algemener energie, moet het mysterieuze al gauw de plaats ruimen voor het vernuftige van eenvoud. Zoals bij het vertakken van boomtakken naar zo veel mogelijk lichtenergie en de efficiënte bloeddistributie naar elke cel via aderlijke en capillaire vertakking. De al vernoemde prachtige patronen van zwermen spreeuwen vereisen niet meer dan dat elke vogel zijn naaste buren – een zevental – in het oog houdt. En een mier bezit geen noemenswaardige intelligentie, maar in het geheel van een kolonie mieren emergeert een onbewuste intelligentie, tenminste toch voor enkele taken. Fascinerend, inderdaad, maar een gewone computer doet heel wat beter. Ondanks al zijn mogelijkheden is men nochtans niet geneigd een computer intelligent te noemen, laat staan dat men hem vrije wil toekent.
Waar en hoe kan vrije wil dan nog emergeren, tenzij binnen onze neiging om anderen en onszelf als actoren te zien? Daniel Dennett spreekt over de intentionele houding: een voor de mens wat uit de hand gelopen evolutionair ontwikkelde faculteit van intentietoekenning.
Maar waarom presenteren al die alternatieve mogelijkheden, opties en intenties zich dan aan ons bewustzijn wanneer een beslissing zich opdringt? Is het mogelijk – hier spreekt duidelijk de leek – dat deze faculteit ons de gelegenheid biedt te leren van onze fouten, zowel op persoonlijk vlak als op het niveau van de maatschappij? Achteraf gezien kon een andere beslissing immers beter of zelfs de juiste zijn. Dergelijk leerproces richting het juiste spoor verloopt heel wat sneller dan het wachten op een gepaste genetische variatie of mutatie binnen een geschikte omgeving. Tegen die tijd zouden we uitgestorven kunnen zijn.
Maar waarom presenteren al die alternatieve mogelijkheden, opties en intenties zich dan aan ons bewustzijn wanneer een beslissing zich opdringt? Is het mogelijk – hier spreekt duidelijk de leek – dat deze faculteit ons de gelegenheid biedt te leren van onze fouten, zowel op persoonlijk vlak als op het niveau van de maatschappij? Achteraf gezien kon een andere beslissing immers beter of zelfs de juiste zijn. Dergelijk leerproces richting het juiste spoor verloopt heel wat sneller dan het wachten op een gepaste genetische variatie of mutatie binnen een geschikte omgeving. Tegen die tijd zouden we uitgestorven kunnen zijn.
Maar we zijn dus vrije wezens, met vrij in de betekenis van 'vrij zijn van'. Deze vrijheid komt vanzelfsprekend inclusief vrij zijn van dwang, en dat laatste typeert natuurlijk het zelfbeschikkingsrecht. Met andere woorden: zelfbeschikking is compatibel met het fysisch determinisme en een gebrek aan vrije wil. Ik zie dan ook geen probleem voor het seculiere humanisme: vrije wil mag dan een illusie zijn, vrijheid is dat zeker niet. Meer nog, ik denk dat de koude, onverschillige deterministische natuurwetten ons onvermijdelijk in de richting van toenemende vrijheid sturen, en dus naar een groeiend humanisme in het biopsychosociaal complex hier op aarde: de mysterieus geachte evolutie van de morele tijdsgeest, of Hegels Geest, ontdaan van alle metafysica. (Klinkt dit fatalistisch?) Tenminste zolang we entropie in haar kot houden. Dat vergt veel energie. Gigawatts! Bij voorkeur koolstofarm.
Meer van Patrick De Reyck