28 juni 2024
Over Karlheinz Deschner
Karlheinz Deschner (1924-2014) is een uitzonderlijke figuur. Zijn hele leven lang heeft hij zich in al zijn werken onverdroten ingezet voor het bestrijden van de misdaden en de misleidende leugens van de christelijke godsdienst, inzonderheid de katholieke Kerk. Zijn 'Kriminalgeschichte des Christentums' (1970-2013) alleen al telt tien delen, samen meer dan vijfduizend bladzijden. Vanzelfsprekend hebben christelijke criticasters zijn werk als onwetenschappelijk afgewezen en veroordeeld. Zijn kenmerkende agressieve toon mag daartoe dan al aanleiding geven, maar die kritiek blijft stekeblind voor het uiterst gedetailleerde, uitgebreide en onweerlegbare historische bronnenonderzoek dat aan al zijn werk voorafgaat, en waarvan op elke bladzijde de ontstellende resultaten prijken.
In het Nederlands zijn slechts deze werken vertaald, maar al jaren uitverkocht, en de eerste twee zijn ook tweedehands bijna niet te vinden:
- Andermaal kraaide de haan. Een ontmaskering van het christendom van de evangelisten tot aan de fascisten (Wetenschappelijke Uitgeverij – Amsterdam, 1974)
- De kerk en haar kruis. Geschiedenis van de seksualiteit in het christendom (De Arbeiderspers – Amsterdam, 1980)
- Herders en wolven. Pausen van de twintigste eeuw (EPO – Berchem, 1995)
Het is ontstellende lectuur, zelfs voor iemand die zich zoals ik al bijna twintig jaar verdiept in de katholieke kerkgeschiedenis, en derhalve niet onbekend is met de duistere kanten van de Kerk. Net zoals men het eeuwenlange wijdverbreide seksuele misbruik door bedienaars van de eredienst altijd wist te camoufleren en ontkennen, zijn ook de verachtelijke schaamteloze tussenkomsten van de Kerk in de meest afschuwelijke gebeurtenissen van de eerste helft van de twintigste eeuw aan de algemene aandacht kunnen ontsnappen tot op de dag van vandaag, ondanks publicaties zoals die van Deschner. Zijn boekje uit 1994 werd nochtans al in 1995 in het Nederlands vertaald en in Vlaanderen en Nederland verspreid. Het is nog tweedehands te vinden, en het heeft niets van zijn prangende urgentie en zijn pijnlijk belang verloren. Het blijft evenwel meer dan waarschijnlijk dat overtuigde katholieken, als die er in onze contreien nog zijn, de onweerlegbare aantijgingen zullen blijven ontkennen of minimaliseren, en dat naamkatholieken er even weinig aandacht zullen aan besteden als aan de kerkelijke voorschriften op alle gebied. Wie de Kerk verlaten heeft, of er nooit toe behoord heeft (fortunati!) zal daarin een bevestiging vinden van al de redenen om die Kerk ten minste definitief de rug toe te keren, maar om ze hopelijk tevens uitdrukkelijk en publiekelijk te veroordelen voor haar misdaden, toen en nu. Het is pas wanneer alle misdaden van de Kerk aan het licht gebracht worden dat men de hoop mag koesteren dat ook de goegemeente en het establishment ooit de intellectuele eerlijkheid en de moed zullen opbrengen om daaraan een einde te maken. Misdadigers moeten veroordeeld worden, misdadige organisaties moeten verboden worden. Il faut écraser l'infame.
Meer van Karel D'huyvetters