21 augustus 2019
Het gebruik van dieren wordt te heet
Normaal, noodzakelijk en natuurlijk: dat zijn de drie gangbare rechtvaardigingen voor ons gebruik van dieren. Maar ook deze hete zomer wordt dat gebruik van dieren op de rooster gelegd. De meeste dieren worden gebruikt in de veeteelt, en dat is een sector die sterk bijdraagt aan de klimaatverandering.
Dan krijgen we nog meer hete zomers, en nog meer oververhitte varkens die op weg naar het slachthuis sterven in de vrachtwagens. Of dit allemaal nog normaal is, wordt twijfelachtig.
Ook het argument dat vlees eten noodzakelijk zou zijn, is ondertussen helemaal weggesmolten. Het voorbije Vegan Summer Fest (17 augustus, Gent) toonde aan dat er vele gezonde diervrije alternatieven zijn voor vlees, zuivel en eieren. Alle dierlijke producten, van gelatine tot leder, kunnen we ondertussen vervangen door duurzamere alternatieven. En vlees is vanaf deze zomer ook niet meer noodzakelijk op de barbecue: enkele maanden geleden kende vleesvervangerproducent Beyond Meat een van de explosiefste beursintroducties van de afgelopen jaren. De Beyond Meat-aandelen staan genoteerd op de technologiebeurs Nasdaq, wat wil zeggen dat spitstechnologie in de voedingssector ideale vleesvrije burgers voor de barbecue mogelijk maakt.
Spitstechnologie op de barbecue lijkt onnatuurlijk. Maar deze zomer wordt ook het argument dat het gebruik van dieren natuurlijk zou zijn in vraag gesteld. Het Design Museum Gent legt met de tijdelijke tentoonstelling Dieren op Maat, die loopt tot 29 september, de complexe verhouding tussen mens en dier nog meer bloot dan een kippenbout. Ontwerpers tonen ons een blik op de toekomst, de verschillende sporen die we kunnen nemen met nieuwe technologieën.
Volgen we het eerste spoor, dan zien we goed nieuws voor het milieu, onze gezondheid en vooral het dierenwelzijn, want met cel- en gentechnologie kunnen we celkweekvlees produceren, evenals melk zonder koe, ei zonder kip, leer zonder rund. Of waarom geen tijgerpenis zonder tijger, voor de Chinese geneeskunde? Of beendermeel zonder varken, voor Chinees porselein? Mocht dat allemaal te onnatuurlijk lijken, dan kunnen we de vraag stellen of we bloedservies verkiezen: zwarte borden en kopjes, gemaakt van 100% gedroogd en geperst koeienbloed. Is dit gebruik van slachtafval, dat minimaal bewerkt werd, natuurlijker?
Het tweede spoor brengt ons naar een even postnatuurlijke wereld, maar met meer dierenleed. Nieuwe technologieën laten toe om nog meer dierlijke producten te gebruiken voor allerlei toepassingen. Wat als we genetisch gemanipuleerde zijderupsen kweken om organen en bioweefsels te spinnen? Of als we het eten van insecten te walgelijk vinden, dan kunnen we met 3D-printers hapjes van gemalen insectenvlees maken, in mooie vormen gegoten zodat ze geen walging meer oproepen. Voor het dierenwelzijn is dat riskant, omdat er meer aanwijzingen zijn dat ook insecten welzijnsgevoelige wezens zijn. Met cel- en gentechnologie is nog veel meer mogelijk: mens-varken chimeren (varkens met menselijke organen) die opgeofferd worden voor orgaantransplantaties, genetisch gemanipuleerde dieren met nieuwe kleurrijke huiden voor lederen schoenen, of de-extinctie: het herintroduceren van uitgestorven diersoorten. Dan kunnen we tyrannosaurusvlees eten of opnieuw op mammoeten jagen.
Momenteel zien we nog de mens als superieur wezen boven de andere dieren. Maar stel dat we met de-extinctie onze uitgestorven verre voorouders terug tot leven brachten, of mens-dier kruisingen laten geboren worden, of dieren genetisch manipuleren met menselijke genen. Dan wordt het onderscheid tussen mens en dier helemaal uitgewist. Dan worden we gedwongen om mens en dier als gelijken te bezien. Het gebruik van dieren is dan te vergelijken met het gebruik van mensen in bijvoorbeeld de slavernij. Maar het zou best kunnen dat het gebruik van dieren al sneller verdwijnt, want technologie maakt het te heet onder de voeten van de dierenindustrieën.
Dit artikel is een uitgebreidere en licht gewijzigde versie van een opiniestuk dat eerder verscheen in De Morgen.
Meer van Stijn Bruers