Kwintessens
Geschreven door Kristiaan Versluys
  • 636 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

21 maart 2025 De leugen als politiek wapen
De toespraak van Donald Trump voor het verenigd Congres op 4 maart jongstleden leek meer op een campagnespeech dan op een presidentiële rede. Het was aan de ene kant een orgie van grootspraak en eigen lof, waarbij hij zijn eerste dertig dagen als president uitriep tot de beste ooit in de Amerikaanse geschiedenis. (George Washington gunde hij de tweede plaats). Aan de andere kant was het een bittere litanie vol grieven, gelardeerd met beledigingen aan zijn voorganger en cynische spot met de aanwezige Democraten. Maar het was vooral een demonstratie van een retorische truc waarin Trump zich al geruime tijd heeft bekwaamd: de tactische leugen. Zijn honderd minuten durende tirade stond bol van verzinsels, overdrijvingen, verdraaiingen en patente onwaarheden. De factcheckers van The Washington Post vonden 26 beweringen die misleidend waren, vals of uit de context gerukt. The New York Times onderzocht 25 uitspraken. Een ervan kwam overeen met de werkelijkheid. In de 24 overige werd de waarheid in min of meerdere mate geweld aangedaan.
Trump wordt niet toevallig de Liar-in-chief (Opperbevelhebber Leugen) genoemd. Volgens een telling van The Washington Post heeft hij tijdens de vier jaar van zijn eerste ambtstermijn niet minder 30.573 onwaarheden verteld. In de aanloop naar de recente verkiezingen hield hij op 8 augustus 2024 een persconferentie in Mar-a-Lago. Hij sprak voor 64 minuten. Volgens NPR (National Public Radio) bevatten zijn uitspraken 162 verkeerde voorstellingen van zaken, overdrijvingen of platte leugens. Met andere woorden, zowat elke 30 seconden verdwaalde Trump in zijn zelfverzonnen universum. Nooit heeft een Amerikaanse president met zoveel aplomb en onbeschaamdheid de leugen als politiek wapen gehanteerd. Zoals Levitsky en Ziblatt schrijven in How Democracies Die: 'President Trumps voortdurende, brutale verzinsels zijn zonder voorgaande'.
Machiavelli stelde reeds dat de efficiënte heerser moet beschikken over een flinke dosis hypocrisie en gehuichel. De vorst moet zich gedragen als een sterke leeuw, maar ook als een sluwe vos, aldus hoofdstuk 18 van Il Principe. Gezien de essentiële slechtheid en de lichtgelovigheid van de mensen, is eerlijkheid een luxe die een krachtdadige heerser zich niet kan permitteren. Woordbreuk, bedrog, schijnvertoningen, goedgeplaatste en tijdige leugens, zijn allemaal een integraal deel van het arsenaal van de geheide machtspoliticus.
Trump stapt helemaal mee in deze machiavellistische logica. Voor hem is alles een transactie, een 'deal'. En het doel wettigt altijd de middelen. Maar zijn voortdurend gebruik van leugens demonstreert niet enkel de functionele arglistigheid van de behendige Realpoliticus. Hij liegt niet, zoals de ideale prins in Machiavelli's beschrijving, om strategische redenen en op opportune momenten. Hij liegt altijd en overal. Hij is een compulsief eerder dan een berekenend leugenaar. De leugen is een onvervreemdbaar deel van zijn retorisch repertoire. In essentie, is het zijn retorisch repertoire.
De diepere drijfveer voor deze alomtegenwoordige mendaciteit valt wellicht te zoeken in zijn narcistische aard, waardoor hij ertoe neigt te allen tijde de werkelijkheid naar zijn hand te zetten. De feiten worden op zo'n manier voorgesteld (en zo nodig bijgesteld) dat hij altijd en onveranderlijk in het middelpunt van de belangstelling staat, de ene keer als gegriefd slachtoffer van duistere machten en schrijnende onrechtvaardigheid, de andere keer als sublieme daadkrachtige triomfator. Zijn politieke opponenten worden uitvergroot tot kwaadaardige vijanden en de toestand waarin het land zich bevindt tot een bloedbad ('carnage'). In dezelfde mate dat hij door deze kwalijke krachten belaagd wordt, vervolgd, uitgedaagd en beledigd, in diezelfde mate groeit de omvang van zijn eigen daden als een moderne Hercules, die geroepen is de augiasstallen van de 'deep state' uit te mesten. Zo wordt hij de held van zijn eigen verhaal. Zijn leugens zijn er niet om bestwil maar om eigen wil.
Voor het meer gesofisticeerde deel van Trumps medestanders zijn de voortdurende leugens niets meer dan hyperbolen. In hun perceptie vertelt hij geen onwaarheden, maar chargeert hij de werkelijkheid voor retorisch effect. Als hij verklaart het conflict tussen Rusland en Oekraïne nog voor zijn inauguratie in 24 uur te zullen oplossen, wordt dit niet zozeer gezien als een reële belofte waarop hij kan worden afgerekend, maar eerder als een metaforische uitdrukking van zijn voornemen het probleem snel en kordaat uit de wereld te helpen. Zijn woorden worden niet letterlijk opgevat, maar eerder als een grootsprakerige aanwijzing van zijn bedoelingen.
Een groot deel van Trumps aanhang laat zich echter niet leiden door zo'n sofistische en figuurlijke lezing van zijn stormvloed aan boodschappen en commentaren. Ze geloven hem onvoorwaardelijk en zijn helemaal opgeslorpt in de alternatieve MAGA-wereld vol newspeak en fakenieuws. Ze nemen geen afstand. Voor hen werkt de leugen als een fuik, waar ze dieper en dieper in worden gezogen. Eens men een eerste leugen aanvaard heeft, is het moeilijk tot onmogelijk om de daaropvolgende leugens te ontkennen. Als men een eerste maal een compulsief leugenaar heeft geloofd, is men blijvend gecompromitteerd en wordt men verder en verder opgenomen in een alternatief universum, verder en verder verwijderd van een rationale greep op de werkelijkheid.
In haar boek Twilight of Democracy schetst Anne Applebaum hoe een centrale, middelgrote leugen de ideologische kern uitmaakt van hedendaagse autocratische regimes. De autocratieën van vandaag wagen zich niet meer aan complete ideologische verdraaiingen van de werkelijkheid en ze leggen hun totaliserende versie van de feiten niet op met brutaal politiegeweld, zoals het geval was in het nazisme of stalinisme. In de plaats daarvan manipuleren ze de publieke opinie met subtiele communicatie- en marketingtechnieken en centreren ze hun leugens rond één fictieve gebeurtenis of een manifest onware lezing van de feiten. Als voorbeeld van zo'n middelgrote leugen citeert Applebaum de mythe gecreëerd rond het vliegtuigongeluk in Smolensk in 2010, waarbij door een mislukte landing in de dikke mist de Poolse president Lech Kaczynski om het leven kwam. Uit onderzoek bleek dat Kaczynski zelf bij de onwillige piloten had aangedrongen om de risicovolle landing uit te voeren. Tegen alle bewijzen in echter beweerden de partijgenoten van Kaczynski, met aan het hoofd zijn tweelingbroer Jaroslaw, dat de president het slachtoffer was geworden van een complot door (naargelang de wisselende versie) de Russische geheime diensten of de Poolse oppositie. Dit gefingeerd verhaal werd de centrale mythe waarrond Kaczynski's antidemocratische partij Recht en Rechtvaardigheid haar politieke aanhang formeerde. In Hongarije weet op een analoge manier Viktor Orbán zijn kiespubliek te strikken door een andere middelgrote leugen: de mythe dat George Soros, de Joodse filantroop, door intrige en infiltraties een grootscheepse poging onderneemt om het christelijke Hongarije te vernietigen door een toevloed aan moslimmigranten.
In het geval van Trump is de stichtingsleugen de bewering dat de verkiezing van 2020, die hij verloor tegen Joe Biden, vervalst werd. Die fictie gaat onder de naam The Big Lie. (In Applebaums categorisering is het geen grote, maar een typische middelgrote leugen.) Steeds opnieuw wordt het verzinsel herhaald, hoewel nooit enig bewijs is geleverd. Integendeel, de gerechtelijke instanties hebben keer op keer de leugen ontmaskerd. Trumps medestanders spanden meer dan zestig rechtszaken in om hun gelijk te halen. Ze verloren ze allemaal. De vermeende verkiezingsfraude werd uiteindelijk voor de Supreme Court gebracht. Ondanks de grote conservatieve meerderheid in dit hoogste rechtsorgaan, werden de argumenten van het Trump-kamp zo zwak bevonden dat het geding zonder gevolg werd geseponeerd.
En toch is en blijft The Big Lie het krachtige centrale geloofspunt in de MAGA-personencultus. Precies omdat het compleet uit de lucht is gegrepen, werkt de groteske leugen als bindmiddel tussen de adepten, als de lakmoestest, het ultieme loyaliteitsbewijs. Het opgeven van de eigen waarneming, de totale abdicatie van de rede getuigt van absolute, kritiekloze intellectuele aanhankelijkheid. Leugen schept een grotere cohesie onder de leden van een in-groep dan de waarheid en getuigt van de complete onderwerping aan de denkbeelden en het gezag van de Leider.
Een dergelijk massaal aanwenden van de leugen als politiek wapen ondermijnt de democratie. Politici zijn gewoon om de werkelijkheid in hun ideologisch keurslijf te wringen of selectief feiten aan te halen die in hun kraam passen. Dat is een deel van het legitieme debat. Men kan geen wetenschappelijke objectiviteit verwachten van iemand die in de politieke arena zijn of haar zaak verdedigt. Maar er is een essentieel verschil tussen een gekleurde interpretatie van de feiten en het ontkennen of moedwillig vervalsen ervan. Het eerste is een onvervreemdbaar deel van de democratische dynamiek. Het tweede maakt democratisch discours onmogelijk. Als leugens voor waar worden aanzien, is er geen grond meer waarop een zinnig debat gevoerd kan worden. Als feitelijkheden ontkend worden, sterft de rationele discussie. Als het verzinsel de werkelijkheid verdringt, sterft de democratie.
Kwintessens
Kristiaan Versluys is emeritus prof. Amerikaanse literatuur en cultuur aan de UGent. Hij heeft een doctoraat van de Harvard Universiteit en was geregeld gastprofessor aan Columbia University in New York. Hij is de auteur van o.a. 'Out of the Blue. September 11 and the Novel'.
_Kristiaan Versluys -
Meer van Kristiaan Versluys

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws