14 juli 2025
Come to the War: vraagtekens bij het Israël van 1967
Bevriend met Arabieren, in Londen bekend met Joden die in zijn ogen gewone Britse burgers zijn, onbekend met Israël, en de wereld bekijkend met een artistieke blik die conflicten overstijgt, wordt de beroemde Engelse concertpianist Christopher Hollings vanzelf de vreemde eend in de bijt wanneer hij naar Israël afreist voor een korte tournee – nota bene met het Israel Symphony Orchestra onder leiding van andere buitenlander, de Duitser [!] Herbert Scheerer.
Ze vertolken Grieg, Strauss en Rachmaninov voor een enthousiast publiek, de ene keer voor kenners in een klassieke zaal, de andere keer in open lucht aan de rand van de woestijn voor eenieder die wil langskomen, inclusief soldaten, grenswachters en de lokale bevolking. Het lijkt wel een internationale, broederlijke happening, te mooi om waar te zijn. En inderdaad, enkele uren nadien breekt het gewapend conflict uit dat de geschiedenis zal ingaan als de 'Zesdaagse Oorlog'. We schrijven juni 1967.
_Iedereen soldaat
In een setting van actie, seks en humor eigen aan deze auteur, portretteert Leslie Thomas zijn hoofdpersonage als een ietwat naïeve, spontane en ongewilde tegenpool van de uitleg die hij van Joden te horen krijgt, zowel de propaganda van de militairen als de persoonlijke overtuiging van burgers. Daar is om te beginnen de sexy journaliste Shoshana Levy, een ultra, genadeloos voor alles wat niet Joods is, overtuigd van het eigen gelijk. Daar zijn ook de leden van het Israel Symphony Orchestra, even overtuigd Joods als Shoshana. Tot zijn verbijstering, ontdekt onze pianist dat zijn collega's niet alleen hun instrumenten en partituren hebben meegebracht, maar ook hun militair uniform én hun wapens. Alle leden van het gezelschap, de journaliste incluis, doorliepen immers een intense militaire training. Ze zijn stuk voor stuk ook soldaat en bereid voor hun vaderland te sterven – wat ook gebeurt. Die houding van onoverwinnelijkheid en opoffering voor het ideaal, waarin zelfs een zeker enthousiasme te bespeuren valt, verklaart in hoge mate het Israëlische succes dat snel volgt.
_Antisemitisch
Hollings wil meteen naar huis. Dat lukt echter niet, zodat hij willens nillens de oorlog meemaakt aan Israëlische zijde, geprangd tussen journalisten en militairen. Hij heeft nergens om gevraagd en de Israëli's zitten met een gevierde gast opgescheept, zodat Hollings het zich dan ook blijft permitteren om middenin het oorlogsgewoel stenen in de kikkerpoel te blijven gooien. Heel wat passages – en heel de roman – zouden nu meteen als antisemitisch worden afgevoerd, maar in 1969 kon Leslie Thomas nog de klassieke literaire invalshoek gebruiken: de romancier, al met al zelf een kunstenaar, die een decor schept waarin zijn personages wel in dialoog moéten gaan. Hollings stelt de oorlog in vraag, zonder zich op te werpen als pacifist. Als beroemdheid heeft hij overal vrienden en bewonderaars, ook Arabische, wat voor zijn Joodse gezelschap uitgesloten is. Hij stelt zich als Brit neutraal op en plaatst daarom vragen bij de inzet van Britse tanks en vliegtuigen aan Israëlische zijde. Hij begrijpt niet waarom Selma Haydn, de Britse echtgenote van een Joodse militair, haar man niet kan vertellen dat ze een huis heeft geërfd in de Arabische wijk van Jerusalem – het zou natuurlijk zijn reputatie, zijn geloofwaardigheid en zijn loopbaan kosten. Hollings kijkt machteloos toe hoe burgers ongewild slachtoffers worden, zonder daarom het leven te laten: de arme Arabische postbode die zijn fiets verliest, de Arabische ezeldrijver die stoïcijns verder stapt, de Arabische winkelier wiens koopwaar op straat belandt, maar ook de rijke en gereputeerde Arabische arts die zijn huis kwijtspeelt. Christopher Hollings probeert te vatten waarom de Joodse soldaten zo snel de Klaagmuur willen bereiken – te meer daar het verboden terrein is voor vrouwen, de orthodoxe strijdster Shoshana inbegrepen.
_Superieur
Die Shoshana zorgt niettemin voor pikante uitspraken. De interessantste en vandaag de meest relevante, luidt wellicht dat Israël de oorlog heeft ingezet omdat een oorlog onder geen beding op Israëlisch grondgebied mag worden uitgevochten.
Haar superioriteitsgevoel kent geen grenzen.
De Bedoeïenen vindt ze 'beasts' [en natuurlijk ook spionnen] wier kindersterfte jammer genoeg wordt meegeteld in de officiële Israëlische cijfers: 'They are diseased and smelling and all trouble'.
Israël is omringd door vijanden, 'poor bastards'. De Arabieren zijn overal en waarom?
Levy tekent ook voor een dooddoener: 'Israel is full of history. It has been here such a long time.'
Haar superioriteitsgevoel kent geen grenzen.
De Bedoeïenen vindt ze 'beasts' [en natuurlijk ook spionnen] wier kindersterfte jammer genoeg wordt meegeteld in de officiële Israëlische cijfers: 'They are diseased and smelling and all trouble'.
Israël is omringd door vijanden, 'poor bastards'. De Arabieren zijn overal en waarom?
Levy tekent ook voor een dooddoener: 'Israel is full of history. It has been here such a long time.'
Tja, dat is het geval met veel landen, denkt Hollings. Maar hij zegt het niet. Ook niet dat hij de Joden arrogant vindt, 'full of themselves', of dat elke Israëliet zichzelf even veel waard acht als 'ten others from anywhere' – stuk voor stuk in tegenstelling tot de Joden die hij in Engeland kent. Joden als Shoshana zijn net als Duitsers, oordeelt de pianist. Ze moeten altijd soldaat zijn. Als er geen oorlog is, dan hopen ze dat er één komt, zodat ze kunnen vechten voor iets waarin ze geloven, iets dat groter is dan heel de wereld.
_Debat
Come to the War eindigt niet met een conclusie of een oordeel. We maken het einde van de oorlog niet eens mee en dat hoeft ook niet. De Welshman Leslie Thomas [1931 – 2014] was een populaire schrijver die het aandurfde om zijn commercieel bedachte cocktail van actie, seks en humor heel bedacht te plaatsen in een reëel, gekend en actueel decor, altijd een conflictsituatie waarin de personages kleur moeten bekennen. Deze roman nu uitgeven of heruitgeven, zou op een storm van protest botsen en de politiek correcte censuur niet overleven. Daarom duik ik graag eens in een verleden dat ruimte te over had voor het tegensprekelijke debat. Overigens: er komen een paar vrijpartijen in voor die zelfs in 1969 niet evident waren in een populaire roman. De beroemde musicus doet het met zijn tegenspeelster, Shoshana, maar evengoed met Selma Haydn, wat alle politieke confrontaties, slachtoffers, heldendaden en brutale moordpartijen weer tot redelijkheid brengt. Of, zoals u wil, het ene instinct moeiteloos naast het andere plaats. Doden en seks, eros en thanatos, een onbekend koppel is het niet. Gelukkig voegt Thomas er humor aan toe.
_Referentie
Leslie Thomas: Come to the War, Pan Books, Londen, 1969.
Meer van Eddy Bonte