27 november 2019
Kritisch & zelfkritisch
De vierde stelling van de 'Doe de Test' viert een essentieel inzicht voor het Humanistisch Verbond: 'Kritiek en zelfkritiek zijn positieve eigenschappen. Kritisch denken is het vertrekpunt van vrij onderzoek, wetenschappelijke ontwikkeling en menselijke vooruitgang.'
De stelling doet mij op het eerste gezicht plezier en ik voel me gesterkt om mijn kritische arbeid verder te zetten. Op zulke momenten denk ik: zeg maar ja tegen de Test. Hoewel, het is ook raadzaam deze stelling – in de geest van de stelling – kritisch te bekijken. Kritiek & zelfkritiek worden immers beschreven als positieve eigenschappen. Terwijl mensen die kritiek op alles en nog wat hebben wel eens als negatief worden omschreven. En toevallig las ik zopas in een reclamemail voor een cursus management: 'Kritiek is gemakkelijk'. Het ziet ernaar uit dat we kritiek ook kritisch moeten benaderen. En vooral zelfkritisch. Hoewel, zopas las ik ook de raad van een psycholoog dat te veel zelfkritiek een mens kan verlammen. Met dat inzicht voel ik me rechtstreeks aangesproken want heel daadkrachtig ben ik niet, zelfs een eenvoudige ja of neen op de Doe de test bezorgt me hoofdbrekens misschien een betere zaak waardig.
Maar ja, zo ben ik nu eenmaal. Laat ik die uitspraak verder psychologisch en sociologisch onderzoeken. U moet weten dat ik een babyboomer ben. Tijdens mijn jeugdjaren was kritiek bon ton in woorden, een beetje in daden en vooral in kledij. Mijn generatie (68ers) werd volwassen in hyperkritische tijden en kringen. Wat mij betreft bestond die kring uit de universiteit, een soort beschutte werkplaats voor kritiek. Aan de universiteit werkte ik binnen verschillende disciplines die zich allemaal distantieerden door er het adjectief Kritisch/Critical aan toe te voegen (voor de insiders: Kritische Theorie, Critical Cultural Studies, Critical Literacy studies, Critical Discourse Analysis etc.). Stiekem vraag ik me bij die Critical af, zijn er dan andere disciplines die hoog in het vaandel voeren dat ze niet kritisch zijn? En ik dacht ook wel stiekem: 'wiens kritiek?' Tussen haakjes: er bestaat zelfs een Kritisch Humanisme. Misschien moet ik me afscheuren? Maar dat is eigenlijk niet nodig gezien het Humanistisch Verbond ook pleit voor kritiek.
Terug naar mijn generatie of dan toch de kleine kring waarin ik leefde. We hebben de waarheid en de grote verhalen kritisch geëvalueerd en komisch gerelativeerd: Godsdienst, Kapitalisme, Nationalisme (etc). We dachten dat wij (mijn soort mensen) die begrippen kritisch uitgeschakeld hadden. En daar komt kritiek op van alle kanten. Voor sommigen hebben we onze missie niet afgewerkt en zijn we op onze lauweren gaan rusten, zonder die te verdienen. Voor anderen was die kritiek op de traditionele waarden en normen not done en zeker lichtzinnig.
Kortom, er komt veel kritiek op mijn generatie (en mijn soort: blanke witte mannen) en de kritische (?) ideologieën die we koesterden. Het is bon ton om de vele problemen vandaag in de schoenen te schuiven van de 68ers, de babyboomers. Daar zal wel iets van aan zijn. Geen rook zonder vuur. Ik steek een sigaar op (ik rook nog) en denk aan een whisky. De 68ers waren en zijn behalve critici ook notoire drinkers. Onderzoek wijst uit dat één op vijf babyboomers probleemdrinkers zijn en dat komt uiteraard omdat we in de problemen zitten.
Zoals steeds als onderdeel van het schrijven van deze blogberichten, begeef ik me naar het café om te onderzoeken wat de mensen van dit probleem denken. Ik bots op een geleerde gepensioneerde collega die de wereld ingewikkeld vindt en dus alleen maar over ingewikkelde kritische boeken praat. Ik draai me om naar de andere tooghangers. En ik denk al vlug: niets ergers dan een avond met leeftijdgenoten. Allemaal zijn ze kritisch, alles gaat verkeerd van de iPhone tot het hele internet, van de muziek tot de politiek etc. En ik leer een uitdrukking bij: een jonge tooghanger zegt na een tijdje: 'OK, Boomers'. Op een toontje dat zijn verveling verklankt. Het klaagkoor overstemt de goede muziek uit de sixties. Ach, ik vind iedereen te kritisch en verlaat het café.
Ik wandel naar huis en denk aan de stelling waarin gepleit wordt voor 'kritiek en zelfkritiek'. Daar kan ik mee leven maar ik zou zelfkritiek in vetjes zetten. En, voor ik het vergeet, ik vink JA aan. Ik denk, dus ik ben. Kritisch.
© Ronald Soetaert
_Beste JB
In de 'blogreeks' 'Brieven aan JB', schrijft em. prof. Ronald Soetaert (UGent) vriendelijk badinerende epistels aan Johan Braeckman, medestichter en bezieler van de humanistische denktank Kwintessens. De stukjes houden het midden tussen brief, blog en cursiefje en bieden de auteur het ideale forum om tongue-in-cheek te reflecteren over ernstige en minder ernstige thema's. Mens en maatschappij anno 2019, liefdevol geborsteld met enkele mild ironische, maar daarom niet minder scherpe humanistische penseelstreken. Hier leest u alle stukken.
Meer van Ronald Soetaert