20 januari 2020
De evolutietheorie, die moet niet op de schop
Neen, neen en nog eens neen, godverdomme.
Vergeeft u het mij dat ik het godsdienstige krachtvocabularium even leen om mijn woede en frustratie te ventileren. Voor de -tigste keer moet ik lezen – deze keer in Eos nota bene, een blad dat zichzelf wetenschappelijk pleegt te noemen – dat onze ideeën over de evolutie wankelen. Elk populairwetenschappelijk artikel over een diersoort die iets blijkt te doen dat alleen nog maar bij de mens of bij hogere zoogdieren werd waargenomen, wordt onmiddellijk likkebaardend door een eindredacteur aangegrepen om er een sappige kop uit te persen van het type: 'nieuwe ontdekking doet evolutietheorie wankelen'.
Neen en nog eens neen; tot op heden hebben alle nieuwe ontdekkingen sinds 1859 – ik ga ervan uit dat u weet dat dat het publicatiejaar is van On the Origin of Species by means of Natural Selection – er alleen maar voor gezorgd dat de evolutietheorie verfijnder, genuanceerder en correcter geworden is. En zo hoort dat ook in de wetenschap: die zegt iets over de voorlopig meest betrouwbare kennis. Nooit is de kern van de evolutietheorie ook maar een beetje in gevaar gebracht, laat staan dat ze 'op de schop zou moeten' zoals je soms leest. Zelfs de toch wel significante toevoegingen van de New/Modern synthesis en de vrij recente epigenetica waren enkel verfijningen, geen breuk en al helemaal geen weerlegging van de kerngedachte.
Het artikel beschrijft de gierparelhoen die met het verstand van een kip er toch een complexe sociale structuur op na houdt waarbij (sub)groepsgenoten elkaar herkennen en opnieuw opzoeken. Ze houden een soort sociale boekhouding bij. Dat was tot nu toe enkel bij zoogdieren waargenomen. Prima, so what? Daar blijkt dus uit dat je voor dat soort multi-level systemen niet noodzakelijk grotere hersenen nodig hebt, maar dat het blijkbaar ook lukt met de juiste bedrading binnen een eenvoudiger brein. En dat is wetenschappelijk interessant, maar dat betekent absoluut niet dat die vogel daarmee de ideeën over de evolutie van onze samenleving doet wankelen.
Toegegeven, er staat niet dat 'de evolutietheorie op de schop moet'. Maar als redacteur – en zeker als wetenschapsredacteur – wéét je dat er ruim voldoende verward volk klaarstaat om je woorden verkeerd te begrijpen en fout uit te leggen. 'Het is nu wetenschappelijk bewezen dat ...' en dan volgt er een halve of compleet misbegrepen uitleg als een klok met een zoekgeraakte klepel.
Overigens, moeten we het nog altijd over de evolutietheorie hebben? Is dat niet stilaan bekende materie en een gepasseerd stationnetje? Was het maar waar. Het liet zich voorspellen dat de steeds luider wordende stemmen die oproepen om religie meer openbare ruimte te geven, zich ook in deze materie zouden laten horen. Niet dat de doorsnee puber nu ineens zo'n oprechte interesse in de lessen biologie ontwikkelt, maar ze hebben natuurlijk ontdekt dat het in vraag stellen van de evolutietheorie een uitstekend middel is om identitaire gevoeligheden in de verf te zetten. Je moet als doorsnee onderwijzer of leraar al verdomd stevig in je wetenschappelijke schoenen staan om de venijnige vragen te pareren die de jongeren overal aangereikt krijgen. Ik weet niet of elke overbevraagde leerkracht die competentie in huis heeft. Niet onbegrijpelijk, want geef toe, de evolutietheorie ís inderdaad complex en soms behoorlijk contra-intuïtief.
Hoewel de kern van het werkzaam principe eenvoudig en begrijpelijk is, komt er toch heel wat kennis bij kijken eer je alle punten en komma's weet staan. Misschien wel in die mate bedrieglijk eenvoudig dat het Vaticaan indertijd minder goed opgelet heeft toen het de theorie aanvaardde. Het lijkt wel of ze niet helemaal doorhebben wat de evolutietheorie in feite betekent voor een aantal kernaspecten van hun geloof.
Hoe abstract de hedendaagse westerse gelovige zijn geloof ook beleeft, de goedheid en de liefde van god blijft toch altijd centraal staan. Hoewel de moderne gelovige alles geschrapt heeft wat wetenschappelijk moeilijk houdbaar was, herkent hij toch altijd weer god in de liefde die je ondanks alles tussen alle wereldse ellende ziet opduiken. Het is hen gegund, die blije liefdevolle kijk op de zaak, maar laat dit goed tot u doordringen. Die 'god van liefde' is blijkbaar op het volgende bizarre idee gekomen: we gaan een denkend wezen scheppen met een eigen vrije wil en we gaan dat niet in zes dagen doen maar via een evolutie over miljarden jaren. En dat werkt als volgt: er worden veel meer nakomelingen geboren dan de steeds veranderende omgeving kan voeden. En die laten we dan in een uitputtende ellendige strijd op leven en dood met elkaar en de natuurlijke omstandigheden bijna allemaal een meestal pijnlijke dood sterven. Behalve enkelen die per toeval genetisch het best zijn aangepast aan de omgeving. En dan nog eens, en nog eens, en ...
Kijk, dat vind ik nu een merkwaardige gedachte die je niet zou verwachten van een algoede, liefdevolle god.
Ik hoor van breinonderzoekers dat mensen in staat zijn om oprecht dingen te geloven waarvan het rationele deel van hun brein wéét dat het onmogelijk is, maar het is me een raadsel hoe je de gruwelijke kern van de evolutietheorie aan 'god is liefde' knoopt. Misschien is het wel goed dat ze vaak enkel een vaag idee hebben over hoe het systeem eigenlijk werkt.
Meer van Max Schneider