Kwintessens
Geschreven door Valentino van den Berge
  • 6992 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

20 maart 2020 Licht in de duisternis. Over de radicale vroege verlichting bij Adriaen Koerbagh (1633-1669)
'Geloof, kerkgezag of Schrift: maak plaats voor wetenschap, wijsheid en rede! Het zou zeer terecht zijn wanneer dit eens gebeurt, en het is nodig dat het licht gaat schijnen in duistere plaatsen, dat de waarheid met volle kracht aan de dag komt en dat wetenschap, wijsheid en rede volop tot bloei komen onder de mensen.'*
_Levensloop
Adriaen Koerbagh werd in 1633 geboren in Amsterdam. Zijn familie was welgesteld, waardoor hij hogere studies kon volgen. Zo trok Koerbagh in 1653 naar Utrecht om daar medicijnen en rechten te studeren. In 1656 verhuisde hij naar Leiden om daar zijn studies voort te zetten. Hij promoveerde er in 1659 in de medicijnen en in 1661 in de rechten. Zijn jongere broer Johannes studeerde rond diezelfde tijd theologie en het is waarschijnlijk via hem dat Adriaen zich ook met godsdienstige en filosofische kwesties ging bezighouden.
Koerbagh keerde na zijn studies terug naar Amsterdam, waar hij in 1664 't Nieuw Woorden-boek der Regten publiceerde. Latijnse termen uit de rechtsgeleerdheid worden hier in het Nederlands uitgelegd om ze voor het hele volk begrijpelijk te maken. Tijdens deze periode komen Koerbaghs radicale ideeën met betrekking tot religie en dan met name de christelijke godsdienst tot uiting. In 1668 publiceert hij Een Bloemhof van Allerley Lieflijkheyd Sonder Verdriet. In dit woordenboek wordt onder meer de herkomst van bijbelse termen uitgelegd en wijst hij op allerlei misvattingen uit zijn tijd. De publicatie van Bloemhof zorgde ervoor dat Koerbagh moest uitwijken naar Culemborg, omdat de autoriteiten niet erg gecharmeerd waren door de inhoud van het boek.
Tijdens zijn ballingschap schreef Koerbagh zijn belangrijkste werk Een Ligt Schijnende in Duystere Plaatsen. Een belangrijk werk dat helaas het licht niet heeft mogen zien. Dit komt mede doordat drukker Johannes van Eede zich zorgen maakte over de radicale inhoud van het boek. Na ongeveer de helft gedrukt te hebben, staakte hij de werkzaamheden. Van Eede gaf Koerbagh aan als auteur van de teksten, waardoor de reeds lopende klopjacht naar hem intensiveerde. Adriaen Koerbagh werd uiteindelijk op 18 juli 1668 in Leiden gearresteerd en vervolgens overgedragen aan de autoriteiten in Amsterdam. De oorspronkelijke eis tegen hem was niet bepaald mild. Zijn rechterduim moest worden afgehakt, zijn tong met een gloeiende priem worden doorboord en de gerechtskosten moesten op hem worden verhaald. Daarnaast moesten al zijn boeken worden verbrand en zijn bezittingen in beslag genomen worden. Vervolgens zou hij een gevangenisstraf van dertig jaar moeten uitzitten. Koerbagh toonde echter berouw en beloofde een beter leven te gaan leiden, waardoor zijn straf werd verminderd. De eis was nu tien jaar opsluiting in het rasphuis, gevolgd door tien jaar verbanning uit Amsterdam en een boete van zesduizend gulden. Toch niet de minste straf voor het schrijven van een boek. Al zou hij die straf niet lang uitzitten, want na een jaar gevangenschap overleed hij.
_Jezus slechts een mens, de Bijbel gewoon een boek
Op religieus vlak werd Koerbagh geïnspireerd door de socinianen, genoemd naar de Italiaanse humanist Faustus Socinus. Socinus legde de nadruk op een rationele interpretatie van de bijbel. Ook verwierp hij een aantal religieuze doctrines, zoals de Heilige Drie-eenheid, de goddelijkheid van Christus en de verlossing van de zonde door de dood en wederopstanding van Christus. Men moest zich ook niet vastklampen aan dogma's, maar Jezus als voorbeeld nemen voor een juiste levenswandel. Hierbij is Jezus slechts een mens en niet de zoon van God. Koerbagh ging hierin mee, maar vond dat de socinianen dwaalden omdat ze Jezus nog steeds vereerden. Bovendien kon de bijbel volgens hem niet het woord van God zijn, omdat het woord van God eeuwig is en niet in een boek vervat kan worden. De bijbel werd dus gereduceerd tot een boek als vele andere. Dit komt ook in Bloemhofnaar voren. Daar maakt Koerbagh spottend de vergelijking met Tijl Uilenspiegel en Reynaert de Vos. Hij ging nog een stap verder door te stellen dat er in de 17e eeuw waarschijnlijk een betere bijbel geschreven zou zijn. De bijbel is dus mensenwerk en niet het werk van God.
_God de natuur
God is voor Koerbagh overigens geen persoonlijke God. Net als bij zijn tijdgenoot Spinoza kan God gelijkgesteld worden aan de natuur. Iemand die de natuur bestudeert, bestudeert dus God. Zo lijkt theologie een nutteloze bezigheid en de bijbel een overbodig boek. Het traditionele godsbeeld werd aan diggelen geslagen. God trok zich niets meer aan van het lot van de mensheid en oordeelde niet meer over goed en kwaad. God was in feite 'alles wat er was'. God is dus niet bovennatuurlijk, aangezien God de natuur is. Bovennatuurlijke wonderen zijn volgens Koerbagh een dwaze manier om God te begrijpen. Alle natuurlijke wetten zijn manifestaties van God, wat op zichzelf al wonderbaarlijk genoeg is. Gods wonder bestaat dus uit het voortbestaan van de wereld en alles wat daarin bestaat. God kan volgens Koerbagh dus geen bovennatuurlijke wonderen verrichten. Daarmee kan God ook geen schepper zijn. Het idee van de schepping wordt vervangen door de eeuwige natuur. Koerbagh pleitte daarom voor een ander soort godsdienst, een godsdienst die moet voortvloeien uit de rede. Ook wel de ware godsdienst genoemd.
_Een pleidooi voor de rede
De rede was voor Koerbagh de bron van alle kennis. Hij werd net als Spinoza beïnvloed door de natuurfilosofie van René Descartes. Koerbagh had echter geen geduld voor Descartes' getwijfel, maar zijn zoektocht naar zekerheid was vergelijkbaar met die van Descartes. Enkel de rede biedt zekerheid. Koerbagh onderscheidt hierbij weten van geloven en door zekerheid neemt weten de plaats in van geloven. Weten onderscheidt zich van geloven door rechtvaardiging via goede redenen. Redenen maken de inhoud van wat men bevat zekerder. Iets weten gaat samen met begrip. Kennis is in feite waardeloos wanneer je haar niet begrijpt. Kennis op basis van weten is voor Koerbagh een vervanging van geloven.
De ontwikkeling van het verstand staat volgens Koerbagh centraal. Wanneer je je verstand ontwikkelt, kun je door middel van kritische vragen rationeel onderzoek doen, onafhankelijk van anderen, gebaseerd op eigen oordeel en inzicht. Daarbij ben je niet voor altijd een leerling die onderworpen is aan de leer van anderen. De oorsprong van de rede vindt men volgens Koerbagh bij God. God op redelijke wijze dienen is daarom hetzelfde als de natuur kennen en is niets anders dan filosoferen.
_Schrijven in de volkstaal
Koerbagh schreef in de volkstaal, zodat iedereen en niet enkel een handjevol geleerden zijn werk zou kunnen lezen. Door in het Nederlands te publiceren trachtte hij het volk weerbaar te maken tegen machtsmisbruik. In Bloemhof vertaalde hij en lichtte hij moeilijke termen toe uit de geneeskunde, de rechtsgeleerdheid en godgeleerdheid. Volgens Koerbagh gebruikten artsen en juristen moeilijke termen die voor het gewone volk onbegrijpelijk waren. Daarnaast had hij kritiek op de Nederlandse bijbelvertaling, waar talloze uitdrukkingen onvertaald waren gebleven om de ongeschoolde mens te misleiden. Koerbaghs uiteindelijke doel was het populariseren van kennis, zodat ieder mens zelf kon nadenken en belangrijke geschriften interpreteren. Dit maakte hem vooruitstrevender dan Spinoza die in het Latijn bleef schrijven.
_Een licht in duistere plaatsen
Een eeuw voor de Franse Verlichting trachtte Koerbagh het licht van de rede te doen schijnen. Het licht staat voor onze redelijke vermogens en voor de wetenschap waarin Koerbagh een groot vertrouwen had. Duister waren de plaatsen die gekenmerkt werden door religieuze dogma's. Het denken staat boven theologische dogma's en verzinsels. Daarom maakt Koerbagh niet enkel een onderscheid tussen filosofie en theologie, maar plaatst hij de filosofie boven de theologie en is hiermee radicaler dan Spinoza. Hij schreef dit werk met als doel het politieke en religieuze debat te beïnvloeden. Een Ligt Schijnende in Duystere Plaatsen heeft het daglicht echter nooit mogen aanschouwen, toch niet in zijn eigen tijd. De exemplaren van het werk werden in beslag genomen en in een archief opgeborgen. Het heeft daarom nooit de invloed gehad die Koerbagh voor ogen stond.

*Koerbagh, Adriaan. Een licht dat schijnt in duistere plaatsen. Hertaling Michiel Wielema. Nijmegen: Vantilt, 2014.
Kwintessens
-
_Valentino van den Berge Studeerde wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam en Universiteit Gent
Meer van Valentino van den Berge

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws