15 mei 2020
Het gezond verstand van de burger
Onze virologen rekenen op het gezond verstand van de burger. Onze psychologen willen liever geen vertrouwen stellen in dat gezond verstand. Wat moet de humanist daarvan denken?
Voorafje. Dé viroloog, dé psycholoog, dé humanist, dé burger? Dagelijkse veralgemeningen. Denken en handelen Marc Van Ranst en Herman Goossens, Koen Lowet en Elke Van Hoof, Caroline Pauwels en Christophe Busch, Stefaan Dekeyser en Faby Scheemaeker hetzelfde? Er zijn zeker en vast heel wat overlappingen tussen de wereldbeelden van genoemden, twee aan twee, en zelfs alle acht samen, maar het blijven individuen met doordachte meningen. Dus, ter wille van het argument, sta me toe in algemene termen te blijven spreken. U begrijpt wat ik bedoel.
Virologen kijken naar de curve en het reproductiegetal, psychologen houden het gedrag van mensen in het oog, humanisten tonen medemenselijkheid en burgers zijn gesteld op verworven vrijheden.
Als het aan de virologen ligt, a fortiori de biostatistici, dan blijven we drie maanden binnen. Maar dat kan de burger niet aan, zeggen psychologen en vooral electoraal bezorgde politici. Zelfs de grootste huismus wil wel eens een mens zien en daarvoor buitenkomen. Zelfs de beste moeder wil wel eens haar kroost buiten hebben na zes weken entertainen én 'preteachen' om eens eindelijk seks te kunnen hebben (met dubbele anticonceptie). Het moet menselijk blijven, roepen de humanisten. Je kan het de virologen dan ook niet kwalijk nemen dat ze – tegen hun beter medisch-wetenschappelijke, statistische gevoede (ge)weten in – onder druk van politici en burgers dan maar gokken op dat gezond verstand.
Het gezond verstand, common sense, de sensus communis, αἴσθησις κοινὴ: de inzichten gemeen aan alle burgers, de basis van het praktische oordeel. We zitten ermee sedert Aristoteles. Sindsdien hebben tal van filosofen zich er het hoofd over gebroken. Leuk om lezen, dat wel, wat Spinoza, Hobbes, Vico, Hume, Shaftesbury, en, jawel, natuurlijk ook Hannah Arendt ervan dachten. Al wees die laatste erop dat Eichmann, de man met een nazibrilletje, het precies aan sensus communis ontbrak: Adolf dacht niet na en was daarom in staat een spilfiguur te zijn in de holocaust. Alleen kon Hitler niets, maar samen met de anderen kon hij alles; of toch minstens zes miljoen mensen vermoorden. Wie niet nadenkt, doet mee, zelfs aan een genocide. Boodschap: de burger kan wel eens een gebrek hebben aan sensus communis. Elke burger. Een interessante edoch volstrekt academische discussie.
Maar nu hopen de virologen dat, nu ze – op verzoek van velen – hun maatregelen hebben afgezwakt, kunnen rekenen op het gezond verstand. Alsof het bestaat, dat gezond verstand: dat alle burgers weten wat kan en niet kan, handelen uit voorzorg, reflecteren en afwegen. Als het zo is, waarom zijn er dan überhaupt regels nodig? Wat de virologen en de gevolmachtigden in hun zog wensen, is uiteindelijk dat de regels wat verzwakt worden (we moeten toch ietwat toegeeflijk zijn, niet?) en tegelijkertijd dat de burgers uit eigen beweging niet het onderste uit de pot graaien, laat staan de regels in al hun vaagheid gesteld niet voluit opportunistisch interpreteren.
Dan verschijnen de psychologen op het toneel. Ze staan in een spreidstand. Ja, de toestand weegt; ja, mensen zijn sociale dieren; maar op dat gezond verstand moet je niet rekenen, vergeet het. We moeten nog een hele tijd leven onder de COVID-19-dreiging en tot we een vaccin hebben mag je niet te veel versoepelen, spreek je duidelijke taal en geef je perspectieven. Maar dat gezond verstand gaat net zo ver als het de individuele burger goed uitkomt. Principes gaan ver, maar niet zover als ze in het eigen vlees snijden. Burgers dragen niet alleen maskers (te pas en te onpas) maar ook coronabrilletjes. Daarmee speuren ze naar dubbelzinnigheden, dus opportuniteiten om toch hun goesting maar te kunnen doen. Belgen hebben veel van die brilletjes (rond deze tijd zetten ze hun fiscaliteitsbrilletje op).
Zullen we eens naar de cijfers kijken? Op 13 maart sluiten de deuren van cafés en restaurants. Op woensdag 18 maart worden de burgers verplicht thuis te blijven, sluiten de campussen en gaan niet-essentiële handelszaken dicht. Maar tussen 23 maart en het paasweekend raken meer dan driehonderdduizend Belgen besmet (onderzoek aan de Universiteit Antwerpen), een stijging van drie naar zes procent, midden in periode van de strengste maatregelen.
Laat me een kat een kat noemen. Dat gezond verstand is verworden tot een humanistische fictie. Diep in het DNA van de humanist zit dat ongebreidelde geloof in de menselijke ratio en het vertrouwen in de burgerzin van de medemens. Mooi, zonder meer, maar het brengt nu geen zoden aan de dijk, niet nu als het ernstig is. We zijn sociaal, ja, maar daarin eerder opportunistisch dan altruïstisch. Dit is de kern van het coronaprobleem; het gaat er niet om dat we zelf het risico lopen besmet te raken, het gaat erom dat we moeten verhinderen anderen te besmetten. Want als we anderen besmetten, hypothekeren we onze eigen vrijheid. En mijn vrijheid gaat tot waar ik de vrijheid van anderen beperk. Gezond verstand heet dat. Maar de burgers hebben daar geen oren naar. Ik wil niet ziek worden, maar ik kan niet ziek worden, en niemand hoeft me te zeggen wat ik moet doen.
Wat moeten we nu als humanisten? Staan we ook in spreidstand? Is het een verscheurende keuze tussen vrijheid en gezondheid? Heeft het zin te geloven in het bestaan van het gezond verstand? Niet beter wat afwachten tot de volgende generatie het concept 'gezond verstand' uitgelegd heeft gekregen in het vak burgerschap dat de sensus communis impliceert? Of ben ik nu té cynisch?
We hebben nog wel wat te doen, als humanisten. We zetten ons immers ook in voor solidariteit en gelijkheid: laat ons dan dáár op concentreren. Gelijke kansen onder de coronamaatregelen; solidariteit onder de burgers verwezenlijken, zonder in te geven op de volksgezondheid en toe te geven aan risicovol sentiment. Anders gezegd: een beetje gas terugnemen wat de vrijheid betreft, de vrijheid van handelen en bewegen moet gewoon even in de kast tot we een vaccin hebben. En het gezond verstand? Niets meer dan een fictieve rem op opportunisme.
Meer van Gustaaf Cornelis