3 juli 2020
Social Togetherness
De viroloog die ik het meest respecteer (nog meer dan de anderen) is Christian Drosten, het genie achter het coronasucces van Duitsland en top-corona-adviseur van Angela Merckel. En kijk wat hij – zoals menig collega – zegt op 24 juni: 'Als alle alarmbellen nu niet afgaan, denk ik dat we over twee maanden een probleem hebben'. Volgens Drosten verspreidt het virus zich nu ongemerkt onder de bevolking.
In podcasts spreekt Drosten over een tweede golf die wellicht erger zal zijn dan de eerste. Velen leven intussen in een bubbel van argeloosheid. Ik schreef dit stukje een tijdje geleden. Ik zou het evengoed binnenkort kunnen schrijven. Dus hier gaan we.
We zitten allemaal in dezelfde schuit. Figuurlijk toch. Letterlijk hoort het anders. We need to keep our social distancing.
Ik ga regelmatig lopen doorheen een bos, langs een vijver en wei. Het is opvallend hoe verschillend tegenliggers reageren. Bij sommigen lijkt het alsof een blik al besmettelijk is. Anderen doen speciaal vriendelijk. Ik probeer bij de tweede groep te horen. Na een tijdje begin je elkaar te herkennen, ook mensen die je eerder nooit bewust ontmoette. Dat doet deugd. Je glimlacht. Soms een woord erbij. Samen in dezelfde schuit. Social distancing die uitnodigt tot social togetherness.
Een mooie gedachte. We kunnen deze tijd ervaren als een oefening in de titel van dit stukje. Later, ooit, kunnen we de social distancing laten varen en de togetherness bewaren. Ook al eens meer kijken naar elkaar als we in een rij staan. Wie zin heeft in een praatje, laat dat merken, zonder opdringerigheid, gewoon met een vriendelijk gezicht, en krijgt nu en dan het gevraagde.
Het doet me denken aan een Cubaan, een medisch collega met wie ik een tijd samenwerkte. Pedro was allerminst opdringerig, maar zo uitnodigend dat hij overal meteen een praatgenoot vond, ook op de meest dagdagelijkse plaatsen. Voor hem is social distancing nu wellicht een gelegenheid tot nu en dan een respectvolle salsa. Hij was er meester in. Salsa in social distancing. Ik zie het ze nog doen, die Cubanen.
COVID kan een maatschappij in twee richtingen een duw geven. Het hangt van onszelf af. Gaan we nadien argwanender blijven, nog wat verder van elkaar verwijderd in lichaam en geest, in kwade en in goede dagen? Gaan we vreemdelingen nog vreemder vinden en onszelf individueel verstoppen in eigen virusvrij volk? Of gaan we de andere kant op, allemaal in dezelfde schuit, eigen volk is iedereen? We kunnen ons oefenen in de ene of de andere richting. Ik vind het mooi hierin realist te zijn. Dan wel optimist-realist, of empathisch-realist. Niet koud-realist. Nu ga je ook geen voorbijgangers zoenen of knuffelen. Dat hoeft later ook niet, maar kijken naar elkaar is mooi meegenomen. Ik heb het niet alleen over mijn bospaadje.
Kijken naar elkaar is geïnteresseerd zijn in elkaar. Je krijgt er geen pneumonie van. Je kunt er altijd van leren. Je ziet wie vriendelijk is en wie vanuit wederzijdse vriendelijkheid zich al wil gedragen zoals jij dat wenst, gewoon omdat je dat aangeeft. Dit doet zeker niet iedereen, maar dat leer je dan ook wel. Mensen zijn mensen. Elke persoon is schier oneindig complex en anders en toch ook herkenbaar en daardoor ook interessant, als je maar kijkt. Je kunt leren over andere culturen en daardoor nog meer over de eigen. Allerhande wat je zomaar aanneemt zonder erbij na te denken, komt dan in het vizier. Het mooiste vind ik dat anderen gelijkaardige dingen kunnen doen op heel verschillende manieren. Dansen bijvoorbeeld. Of omgaan met niet-alledaagse situaties, ook als die na een tijdje wel-alledaags worden zoals in het coronatijdperk. Social distancing heeft voor velen heel verschillende betekenissen. Ze houden zich eraan – of niet – voor heel verschillende redenen die toch op heel verschillende manieren herkenbaar zijn. Als je dat ziet, kun je het ook een duwtje geven in de gewenste richting.
Verschillende culturen. Eigenlijk is elke persoon een verschillende cultuur. We voelen ons soms vervreemd van elkaar omdat we onszelf niet herkennen in de andere, noch de andere in onszelf. Als we op herkenning wachten alsof het een eigen recht is, dan blijven we vervreemd. Het komt erop aan transcultureel te kijken, of het nu over hele culturen gaat of hele individuen.
Dit heeft een bijkomend staartje. Als elk individu een cultuur is, en we elke cultuur respecteren, dienen we elk individu te respecteren. Ook een individu in een andere wereldcultuur. Het is niet zo dat wij daar geen mening over mogen hebben. Als we een individu (of een aantal, een hele groep) agressief zien behandeld worden 'omdat dat normaal is’, en we zien dat individu hieronder lijden, dan is dat helemaal niet normaal. Dan hebben we het recht een verklaring te vragen, er indringend over te praten, met dat individu centraal gesteld.
De rechten van de mens zijn de rechten van elke individuele cultuur. Dan heb je iets grotere culturen en nog grotere en dan de wereld. Het is nooit goed als culturen agressief zijn naar elkaar toe. Altijd dient er gekeken te worden en gesproken. En als het moet, dient er te worden opgekomen voor elkaar. Als iedereen weet dat het zo kan, dan is iedereen ook geneigd dat te doen.
Over postcorona wordt veel gebabbeld. Als ik een duit in dat zakje mag doen, dan gaat het over social togetherness, op het bospad zowel als in de hele wereld. Daaruit volgt de rest.
Meer van Jean-Luc Mommaerts