28 september 2020
Een onnodige hoofd-bekommernis
Aarzeling is mijn deel. Omdat ik in de eerste plaats niet boven mijn gewicht wil boksen, maar vooral omdat er een grote kans is dat men mij in een politiek hokje zal stoppen. Eentje waar ik eigenlijk niet echt in wil zitten. Wikken en wegen van mijn woorden wordt hier van het grootste belang. Ik wil het namelijk over de hoofddoek hebben, een heikel onderwerp dat, steeds terugkerend als een duivel uit een hinderlijk doosje, de reeds verhitte gemoederen hierover op gezette tijden extra ophitst. Politiek rechts wil een hoofddoekenverbod, politiek links omarmt de hoofddoek als uiting van een diverse, goedmenende, samenleving. Links wordt er zelfs door uit elkaar gedreven, omdat bij het overgrote deel de foute opvatting leeft dat zich uitspreken tegen de hoofddoek een vorm van racisme zou zijn, een soort kritiek op de islam. Kritiek op de islam is nochtans géén racisme, de islam is immers geen 'ras'.
Om de discussie definitief te kunnen beslechten, zou dit debat redelijkerwijs moeten of kunnen beschouwd worden als wat het mijns inziens werkelijk is, namelijk een probleem van schending van vrouwenrechten. Om voorgoed het meningsverschil te kunnen opbergen, moeten we eerst erkennen dat het eigenlijk geen religieprobleem is, met name omdat de hoofddoek enkel verplicht wordt gedragen door vrouwen. Omdat énkel vrouwen gedwongen worden zich te onderwerpen aan deze hardnekkige religieuze traditie. Nog nooit zag je hier in het straatbeeld een gesluierde moslimman. Nog nooit was er hier een man solidair met zijn vrouw door er zelf een te dragen. Absurde redenering zal u denken? Net niet, denk ik. Het is een doorslaggevend bewijs dat het een kwestie is van onderdrukking van vrouwen, een miskenning van hun rechten.
Elke vrouw dus die bovendien 'onze hoofddoek dragende zusters' verdedigt, moet zich ervan vergewissen waarom de verplichting een hoofddoek te dragen bestaat. Ik laat de Franse lerares en activiste Fatiha Agag-Boudjahlat aan het wijze woord: 'Het is een teken van onderwerping van vrouwen aan religieuze orthodoxie. Wie er een draagt, stemt in met de eisen van het oosterse patriarchaat, en die vind je in alle patriarchaten: een vrouw moet maagd, kuis en bescheiden zijn. De hoofddoek bestempelt het lichaam van vrouwen tot een risico. De eer van mannen is in haar handen en daarom is zij hun bezit.'
Er is vrijheid van religie, maar dit zou dan toch logischerwijze moeten mét gelijkheid van man en vrouw? Openstaan voor andere culturen wil toch niet zeggen dat we tolereren dat er voor vrouwen extra regels zijn? Híérop focussen kan moslima's helpen. Zowel degenen die een hoofddoek onder druk dragen als degenen die er een statement mee willen maken. De hoofddoek is niet op de eerste plaats een religieus symbool, maar een symbool van patriarchale genderapartheid. Herleid de hoofddoek bijgevolg tot wat hij is: een verplicht kledingstuk dat vrouwen als wezens bestempelt zonder zelfbeschikkingsrecht.
Etienne Vermeersch liet hierover het volgende optekenen: 'De uitspraken over kledij in de Koran hebben, zowel bij de islamgeleerden als in het concrete gedrag van vrouwen, alvast tot een zo grote diversiteit in interpretatie geleid, dat er van een duidelijk voorschrift geen sprake kan zijn. De wegbereider Qasim Amin schreef in 1899 het boek De emancipatie van de vrouw, waarin hij stelde dat de kledingvoorschriften niets met de ware islam te maken hadden. Sinds het begin van de 20ste eeuw hebben veel progressieve vrouwen het afleggen van de sluier gezien als een symbool van hun verzet tegen de verdrukking van de vrouw. In Caïro waren de hoofddoeken rond 1980 bijna helemaal verdwenen. Na de gebeurtenissen in Iran in 1979 werd er echter zowel in de islamwereld als in het Westen teruggegrepen naar de hoofddoek als uiting van een streven naar radicaal islamisme. Gelukkig zijn er vooraanstaande moslims die duidelijk maken dat de hoofddoek beter niet gedragen wordt als dat de integratie en kansen op succes in het gastland vergroot. Intussen begint de politieke wereld in te zien dat de hoofddoek vaak door groepsdruk wordt opgelegd.' (Uit: Dirk Verhofstadt in gesprek met Etienne Vermeersch, Houtekiet).
Weliswaar met wat schroom vanwege dat ongewenste hokje, maar aarzeling is niet langer mijn deel. Wanneer alle Islamitische mannen eveneens een hoofddoek zouden dragen – wat ik niet meteen verwacht – dan wordt het louter een geloofskwestie of dus eigenlijk een uiting van geloofsvrijheid (wat een grondrecht is) en is het geen probleem meer van vrouwenrechten. En dan zal ik mijn grote ergernis dat vrouwen verhinderd worden hun haren te tonen, kunnen klasseren.
Meer van Sophia De Wolf