8 januari 2021
Fluwelen stiletto's
Ik heb een hekel aan wapens. Hun nut is in sommige omstandigheden aanvaardbaar, maar ze zijn hoofdzakelijk ontworpen om te verwonden of te doden. Mijn weerzin kent echter één (op esthetiek gestoelde) uitzondering: de stiletto. Niet de met vlammend bloedrode kleur bedekte hoge hak die damesbenen eindeloos lijken te verlengen. Maar eerder het knipmes dat, strak klakkend en bliksemsnel zoevend het vlijmscherp lemmet tevoorschijn tovert. En dat dan arrogant pronkt als ware het een onaantastbaar fallussymbool.
Ik maakte tevens kennis met de spreekwoordelijke kant van voornoemd wapen bij een zakenreis een aantal jaren geleden. Tijdens een meeting in San Francisco leerde ik een nieuwe senior vicepresident van een softwarebedrijf kennen die een uitermate charmante indruk maakte. Na afloop bejubelde ik hem bij een Amerikaanse collega, die terstond antwoordde: 'Watch out for this guy, I know him from previous companies, he's a velvet stiletto …'. 'A velvet what?', was mijn repliek. Een fluwelen stiletto. Eentje waarvan het handvat uiterst zacht aanvoelt en die aimabel lijkt, maar 'one that cuts like a ninja', vernam ik.
U vraagt zich terecht af hoe een introductie, nota bene over wapens, op een humanistische blog verzeild geraakt. Sta me toe het uit te leggen. U was uiteraard ook getuige van vele recente barbaarse daden van religieuze fanatici die een bloedhekel hebben aan onze way of life. Mijn misschien iets te figuurlijk op scherp gestelde stelling is dat deze fanatici niet de echte ondergravers zijn van onze vrijheidsbeleving. Naast het oprukkend rechts populisme dat vrijheid als argument gebruikt om deze net te beknotten, wordt onze vive la liberté, overigens met goede bedoelingen, tevens gekelderd door de objectieve bondgenoot van deze fanatici, met name de politieke correctheid.
In het kielzog van de dramatische afloop van de betreurde Samuel Paty die in Frankrijk de keel werd overgesneden, kwam een polemiek op gang. Paty wou lesgeven over de vrijheid van meningsuiting en toonde in dit kader de bekende Mohammedcartoons. Daarop stelden sommigen de vraag of het tonen van de cartoons wel nodig was? Deze snel geschetste contouren van een niet precies te herkennen bebaarde figuur zouden niet mogen worden vertoond, want dat zou uitermate beledigend zijn volgens de (huidige) islamitische geleerden. Nochtans hebben moslims (voornamelijk sjiieten in de 14de-15 de eeuw) vaak Mohammed getekend en vereeuwigd in kunst (zie Metropolitan Museum of Art New York en Artnet). Blijkbaar was dat toen helemaal niet beledigend. Zit er dan subjectieve rek op de al erg lange religieuze tenen?
Voornoemde conservatieve islamitische geleerden worden nu bijgetreden door aanhangers van het politiek correcte denken. Laatstgenoemden wensen deze pennentrekken aan banden te leggen om anderen toch maar niet te 'beledigen'. Zo voeren alle Angelsaksische kranten regelrechte censuur in en worden afbeeldingen van de profeet simpelweg geërodeerd uit de berichtgeving. En roepen sommigen, in naam van verdraagzaamheid nota bene, dat het toch niet nodig is dat dergelijke beelden worden getoond tijdens een geschiedenisles. 'Dat kan toch ook zonder ...' En dat dit 'uitlokking' is waardoor de moordenaar van de heer Paty zelfs op enig begrip kan rekenen. Ga er maar aan staan: het tonen van een aantal strepen op een blad papier vergoelijkt het in de 21ste eeuw op klaarlichte dag koppensnellen van een medemens omdat een tekening beledigend zou zijn … Ik besef dat ik hiermee op tenen trap, maar zij die dit argumenteren, zijn – vaak onbewust en met goedbedoelde, zelfs humanistische motieven – de échte ondergravers van onze gestaag verworven vrijheid. Zij zijn de fluwelen stiletto's die de meningsvrijheid stukje bij beetje botweg fileren.
Historisch heeft die discussie ook in onze contreien al tergend veel gewoed. Denk maar aan het uiterst tragische lot dat François-Jean Lefebvre de La Barre in 1766 moest ondergaan. Deze twintigjarige jongeman werd valselijk beschuldigd van het kerven in een houten kruisbeeld op de Pont Neuf in het kleine Abbeville in Frankrijk. Achteraf bleek dat die kerven veroorzaakt waren door een voorbijrijdende hoevekar. Maar aangezien de La Barre niet praktiserend was, openlijk spotte met preken, thuis een aantal erotische boeken had en, godbetert, de Dictionnaire Philosophique van Voltaire op de keukentafel had liggen, onderwierp men hem aan de kleine en grote foltering, werd zijn tong doorboord, zijn hand afgehakt en kwam hij finaal op de brandstapel terecht.
Tegen dergelijke waanzin in effende de Verlichting het pad naar een humanere wereld. Als uitloper daarvan werd België zelfs even vrijdenkende koploper in Europa, dankzij zijn uiterst liberale en tolerante Grondwet van 1830-1831. Die was gekruid door Baruch de Spinoza en andere Verlichtingsdenkers. Onze Grondwet gold als een progressief baken waarbij de vrijheid van meningsuiting als een voorwaarde werd gesteld, zonder dewelke andere vrijheden niet konden bestaan. Als godsdiensten vandaag de dag in België in de ogen van vele lezers van deze blog ronduit choquerende, achterhaalde of nooit empirisch-wetenschappelijk aangetoonde en zelfs potsierlijke beweringen kunnen doen, is dat net dankzij die liberale, vrije Grondwet. Met als absolute basis en leidraad de vrijheid van meningsuiting. Dat deze eventueel kan leiden tot het beledigen van anderen, het choqueren van sommigen, emotioneel pijnigt of slechte smaak kent, doet niet ter zake om alsnog verboden op te leggen. Er is immers geen maatstaf voor het bepalen wat voor de ene beledigend is en voor de andere niet. Zijn twee mannen of vrouwen die hand in hand lopen door een winkelstraat dan beledigend? Of kunst met naakt in de openbare ruimte? Voor sommigen wel, dus verbieden dan maar?
Een ander voorbeeld: onlangs werd Sama Abdulhadi (aka DJ Sama), de Palestijnse techno-dj die op raves in het Midden-Oosten furore maakt, opgepakt wegens 'ontheiliging' van heilige plaatsen en belediging van religie. Sama had in de buurt van Nabi Musa, waar volgens de overlevering het graf van Mozes zou liggen, dreunende technomuziek gespeeld. Hierbij dansten genodigden en consumeerden ze alcohol. Niet in de moskee volgens haar advocaat en familie, maar enkel in de nabijheid van Nabi Musa en met een licentie die haar toelating gaf om te spelen mits naleving van een aantal voorwaarden. De Palestijnse autoriteiten stelden pas vervolging in na verbolgen reacties van het grote publiek bij het zien van het event op sociale media. Onafgezien van het pertinente COVID-19-argument in casu, kan men zich terecht afvragen of er ook een religieuze perimeter voor belediging bestaat? Of, is het spelen van muziek en dansen in de nabijheid van een plek waar volgens eeuwenoude overlevering een medemens zou liggen die een goddelijke status zou genieten, dan beledigend binnen een straal van tweehonderd meter, een kilometer, of pakweg vijfhonderd kilometer? Wie trekt die (feest)grens en waar ligt ze?
Als dergelijke beperkingen zelfs worden bijgetreden door mensen die progressief denken te zijn, daarbij steevast antiracistisch vendelzwaaiend, kan ik niet anders dan besluiten dat zij mee deze fundamentele hoeksteen van onze vrije maatschappij zachtjes verpulveren. Racisme is uiteraard compleet verwerpelijk. Maar het lasterlijk non-argument 'racist' is verworden tot een pseudo-intellectueel vehikel dat monden onterecht snoert. De fluwelen stiletto's die het recht op meningsuiting bekrassen, moeten worden aangemoedigd om hun beperkend lemmet dicht te klappen in hun zacht, goedaardig handvat. Het gaat immers om hun, uw en mijn vrijheid. En die is, zo toont de geschiedenis, erg precair. Ik wens u oprecht en van harte veel vrijheid (van mening) in 2021.
Meer van Erik Daems