13 april 2022
Taaie tante, klare taal
Reinhilde Decleir (16 mei 1948 - 6 april 2022)
Weinig Arkprijzen waren zo volks als die in 2016 voor Reinhilde Decleir, het jonge zusje van Jan – vooral toch een ferme vrouw. Haar op de tanden, een hart dat overstroomde van bekommernis en warmte voor de dompelaar, de verstotene, de arme, de duts. En ze had geen Wablieft nodig om haar leidraad te verwoorden: 'Den ene staat in het donker. Den andere staat in het licht. Die in het licht ziet ge. Die in het donker ziet ge niet.' De keuze was dus simpel. Doe het licht aan. Laat het schijnen op élke mens. Geef de stemlozen een stem.
Je mocht dat zeggen, want je had zelf striemende armoede meegemaakt. Broer Jan heeft het opgediept. Uit de Antwerpse Kempen. In verstelde, gekregen kleren gingen jullie hand in hand naar school. En verzamelden zilverpapier voor de negerkens en het 'beschavingswerk' van de paterkens. 'Dat er in "onze" kolonie zilver, goud en diamanten aan de bomen groeiden hadden deze missionarissen er niet met zoveel woorden bijverteld. Wie spaarde er zilverpapier voor ons?' Niemand. Onnodig, want van uit de krant geknipte Suske en Wiskes had je geleerd dat je door muren heen kon lopen. Als je maar eerst 'Seefhoek Vooruit!' had gebruld.
Dat nieuwsgierige, geharde, en onvervaarde meisje ben je altijd gebleven. Je was 'one of the boys', maar je stond je vrouwtje, altijd en overal. Soms vechtend tegen de bierkaai en het grootkapitaal, maar vooral tegen onverschilligheid. Dan kijk je naast je naaste. En dat is net wat jij níét wou. Dat heeft je gesterkt om in 2003 kansarmoede op de bühne te brengen. Dat is waaruit vier jaar later Tutti Fratelli is gegroeid, uit broederlijkheid. Wat stukken schoner klinkt dan solidariteit. Want je had ook oog en eerbied voor je moers taal. Net als Shakespeare sprak en schreef jouw leermeester Herman Teirlinck verheven en nadrukkelijk. Theater leert je respect op te brengen voor taalkunstenaars. Het is daar dat je van ongeletterden of van wie in de Vierde Wereld is terechtgekomen fiere, open mensen hebt gemaakt, voorkomend en beleefd. Maar ook hartelijker dan ooit tevoren. Theater is de potgrond geweest om op te schieten. Als mens. Daar heb je streng op toegekeken, een pakkende voorstelling eist voorbeeldige zelfdiscipline. Om daarna in de gaarkeuken samen het brood te breken. Zoals Frans Verschueren zei: 'Allemaal mensen. Allemaal kwetsbaar of gekwetst. Allemaal echt en authentiek. Allemaal mooi.'
Natuurlijk heb je erkenning gekregen, natuurlijk laat je een blijvende indruk na. Gezien op tv. Gezien op de planken. Gezien in de film. Je was geboren op een zondag. Als zondagskind heb je later aan een 'blauwe maandag' een heel andere, diepe betekenis gegeven. Altijd gedreven door wat ambachtelijk verweerde begrippen als ontvoogding en ontplooiing. En altijd recht door zee. Verontwaardiging en kunst zijn immers onlosmakelijk verbonden. Dan heb je het recht om tegen al die hoge heren en dames zonder schroom te zeggen: 'Wilt u even uit mijn zon gaan'. Diogenes zei het wat ruwer. Jij bent altijd hoffelijk gebleven. Nooit onderdanig. Altijd keuzebewust. Tot de laatste snik.
Meer van Lukas De Vos