Kwintessens
Geschreven door Yves T'Sjoen
  • 3009 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

22 juni 2022 Talenstudies worden gedwongen tot kritische zelfreflectie
Over het belang van samenwerking en dialoog tussen wetenschapsdisciplines zijn al veel inkt en pixels neergedaald. De institutionele opsplitsing in onderzoeksgroepen, taalgroepen, departementen en faculteiten zorgt voor een veelal onnodige en vooral contraproductieve verwijdering tussen wetenschappen. Taalafdelingen, op natie of cultuur gericht, zijn relicten van twee eeuwen geleden. Institutionalisering kan mogelijk een handig en overzichtelijk werkinstrument zijn – de werkvloer – maar is doorgaans een antidotum voor open gesprekken en een inclusieve academische cultuur.
Uiteraard heb ik niets tegen disciplinaire excellentie en hoogstaand domeinspecialisme, wel tegen academische oogverblinding en kortzichtig denken, tegen een eendimensionale benadering der dingen. Sinds jaren grijpt de institutionalisering van de kloof tussen disciplines wild om zich heen, met de bijbehorende talloze inefficiënte vergaderingen – zie Rudi Laermans' afscheidscollege aan de KU Leuven over onder meer onze vergadercultuur aan de universiteit en bij uitbreiding de 'vergadermaatschappij' – en vele andere te duur betaalde overbodigheden. Ik heb menig broek versleten op vergaderbanken, en dan ga ik nog niet eens naar het overbodige merendeel van die meetings.
Er is al langer een roep voor cohesie, synergie en samenspraak. Niet alleen een roep vanuit nieuwsgierigheid, vooral ook omdat de Humanities en de zogenaamde harde wetenschappen ontzettend veel van elkaar kunnen leren. Rens Bod, vorig jaar Francqui Leerstoel in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte (UGent), stelt in De vergeten wetenschappen. Een geschiedenis van de humaniora (2010) dat bevindingen in de bètawetenschappen ontkiemen in de humaniora. Alleen, we weten het veelal niet, zoals hij uitmuntend met vele voorbeelden aantoont, en we zeggen het dus ook nooit. In deze bijdrage, gepresenteerd tijdens een writing retreat van Universiteit van Suid-Afrika in de Game Reserve Dinokeng (Unisa, 2-6 mei 2022), spreekt de activistische en betrokken wetenschapper. Hij wenst niet te opereren in een academisch vacuüm, in splendid isolation of vanop de zelfvoldane kansel, maar hij wil op het openbare forum bijdragen tot een denkoefening over Academia en universitaire opleidingen in de wereld van vandaag, de betekenis van onderzoek in een maatschappelijke en universitaire context. Hier drukt de wetenschapper zich uit als kritisch en betrokken burger.
Wetenschappers van de Universiteit Gent moedigen onderzoekers aan vanuit hun diverse opleidingstrajecten en uiteenlopende onderzoekslijnen met elkaar in gesprek te treden. Dat gesprek gaat over de grenzen van wetenschapsdisciplines heen. Inzet is ook studenten in dat vakgebiedoverschrijdend gesprek te betrekken en uit te nodigen deel te nemen aan culturele evenementen, hen daarover van gedachten te laten wisselen. Samen reflecteren wij over thema's die brede maatschappelijke en culturele relevantie hebben. Iedere onderzoeker is gebaat bij een vakspecialistische kijk, maar minstens evenzeer bij een bredere horizon. Culturele beleving en het actuele maatschappelijke debat staan voorop. Dat is zoals ikzelf in het onderzoek wil staan: betrokken, nieuwsgierig en luisterbereid, met aandacht voor diversiteit (zo niet inclusiviteit) van academische culturen en wetenschappelijk onderzoek.
Door via cultuur in de brede zin van het woord het gesprek in de universitaire gemeenschap te bevorderen, en dus een 'derde weg' tussen disciplines te bewandelen (de befaamde 'third culture'), trachten we aan de UGent vandaag tegemoet te komen aan die bedenking, al eerder geformuleerd door vele wetenschappers met als modewoorden 'interdisciplinariteit' en 'multiperspectiviteit'. Vraag is wat ze betekenen, (in) hoe(verre) wij er betekenis aan hechten.
_Niet voor het profijt
Ten grondslag aan het transdisciplinaire educatief project, met als doelstelling die beruchte kloof dichter te maken, liggen enkele beschouwingen. Not for Profit (2011), het meermaals herdrukte en in meerdere talen vertaalde boek van de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum, is een apologie voor méér humane wetenschappen aan onze universiteiten. Een bekend voorbeeld is Columbia University in New York, helaas niet transporteerbaar naar de meeste Europese universiteiten, waar studenten aan het begin van hun specialisatie ongeacht de opleiding bijvoorbeeld Literature Humanities volgen. Ook dokters, ingenieurs en juristen hebben belang bij méér humaniora in de opleiding. Tessa Kerre, hoofd van het Departement Hematologie (UZ Gent), deelt hierover bespiegelingen in de weekendkrant De Standaard (4-5 juni 2022) over hoe dokters meer empathisch (kunnen) zijn wanneer ze ook in hun hoedanigheid van lezers van literaire teksten of als kunstliefhebbers in gesprek treden met patiënten. Hoe het hun empathisch vermogen en dus inlevingscapaciteit in andere perspectieven aanscherpt in dialoog met mensen. Studenten en dus de kritische burgers van morgen zijn om evidente redenen gebaat bij méér artes liberales. Misschien moeten we die evidentie veel meer uitleggen, niet vanuit een egelstelling die ons feitelijk almaar verder in het defensief drukt. Maar dus veeleer vanuit de overtuigingssterkte van ons discours, gesterkt door het belang van een opleiding in talen en literatuur. Ikzelf schreef de voorbije jaren veelal opiniestukken vanuit een defensieve houding. Mea culpa. Zo win je geen zieltjes voor wat je zelf zo passioneel bezighoudt. Dat moet anders. Niet de klaagzang regeert het land, maar de jubelzang.
Martha Nussbaum stelt: 'Zelfs intelligente en goed voorbereide studenten leren over het algemeen pas na geduldige oefening hoe ze een bepaalde argumentatie grondig kunnen analyseren'. Het is fundamenteel voor goed onderzoek. Het universitair onderwijs, zo stelt zij, tracht jonge mensen socratische waarden bij te brengen: 'Socratisch denken is in elke democratie van groot belang, maar vooral in samenlevingen die worstelen met de aanwezigheid van mensen van een andere etnische afkomst, kaste of religie. De idee dat iedereen verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen denken en in een sfeer van wederzijds respect voor de rede ideeën uitwisselt met anderen, is essentieel voor het vreedzaam oplossen van meningsverschillen […]'. In tijden van oorlog in deze wereld en van maatschappelijke polarisatie is dit een behartigenswaardige beschouwing. Teneinde polarisering van meningen tegen te gaan, het welig tierende nationalistisch-populistische discours te ontmaskeren bijvoorbeeld, teneinde tegengewicht te bieden voor een eendimensionaal neoliberaal markteconomisch groeidenken én als tegengewicht het socratisch denken te stimuleren, moeten we ook aan de universiteiten durven na te denken over het implementeren van liberal arts in alle opleidingscurricula, in onze Doctoral Schools.
_Kaalslag en kaakslag voor de neerlandistiek in Gent
Humane en sociale wetenschappen staan onder druk: minder studenten, dalende financiën, verregaande bezuinigingen op personeel en onderzoeksmiddelen. De talenstudies kreunen onder een tanend maatschappelijk prestige en soms spectaculair kelderende inschrijvingscijfers. Universiteiten, in een vaak kortzichtig neoliberaal managementdenken, kortwieken studierichtingen die vandaag misschien minder studenten trekken maar die niets aan (maatschappelijke) relevantie hebben ingeboet. Integendeel zelfs. Alleen kan je empathisch vermogen – toch een verworvenheid wanneer je kiest voor een geesteswetenschappelijke opleiding – niet meten en dus in kwantificeerbare gegevens omzetten. Hoe meet je een competentie die met empathie te maken heeft of bijvoorbeeld kritisch denken en niet tot de categorie behoort van winstmaximalisatie? Nochtans zijn een empathische benadering en een kritisch vermogen, naast taalvaardigheid, niet zonder belang in deze wereld die toch sterk op communicatie is gericht.
Minder investeren in de taalopleiding is nefast en leidt tot een sociaal en cultureel deficit. We kampen nu al met een acuut lerarentekort (zie recente berichtgeving), minder leerkrachten voor de talen, voor wiskunde. Wie zal de jeugd van morgen nog onderwijzen? Een leerkracht moet vaardigheden en kennis verwerven: niet iedereen kan voor een klas staan. Het beroep van leerkracht is uitdagend en belastend. Daarom verdient het (ook van overheidswege) meer aanzien. Daarenboven kan niet iedereen een vak Nederlands geven op school. Daarvoor word je opgeleid aan hogescholen en aan de universiteit.
Vooral faculteiten Letteren zijn gedwongen te bezuinigen. In Gent heeft, zonder dat bestuurlijke beslissingen op inzicht, cijfers of beleid zijn gefundeerd, een kaalslag plaats in de taal- en letterkundige neerlandistiek en bij de toepaste taalkunde Nederlands. Het ziet ernaar uit dat de besparingen de komende tijd effectief worden gerealiseerd, zoals gezegd niet gebaseerd op een visie of een beleid. De komende jaren volgen nog meer ingrijpende besluiten over andere taalrichtingen. We gaan door een diep moeras en krijgen vandaag de rekening gepresenteerd van een voorlopig onomkeerbare tendens in de taalrichtingen. Wraakroepend natuurlijk. Net een blote vaststelling. Cijfers liegen niet, maar mogen nooit bepalend zijn voor beleid dat op kennis en kunde is gericht. Wat we nodig hebben, zijn geen jeremiades maar impactstudies. Dergelijke studieresultaten hebben relevantie voor beleidsmakers, níét de zoveelste apologie voor literatuur en wat die allemaal met een mens doet voor zijn sociaal functioneren of persoonlijkheidsontwikkeling.
Hoe meet je het belang van de geesteswetenschappen, zoals de talenstudies? Goede vraag. Maar wat boven elke discussie dient te staan: een hogeronderwijsinstelling in het moedertaalgebied, met studenten die overwegend Nederlandssprekend zijn en vele anderen die belangstelling hebben voor de taal van de regio, hebben recht op een aantrekkelijk educatief aanbod in het Nederlands (en) over een cultuurtaal waarin zij meestal functioneren. Noem het desnoods een vorm van gemeenschapsdienst. De afbraak van de opleiding Nederlands is wraakroepend. De nood wordt hoog. Tijd om onze opleidingen te herconceptualiseren. Ik wil niet alleen nog klagen maar vooruitkijken. Hoe verbolgen en regelrecht verbijsterd ik ook ben over recente beslissingen. Franchement dit, ook rekening houdend met de rijke geschiedenis van de neerlandistiek aan onze instelling die de Nederlandstalige universiteit heeft gemaakt tot wat ze vandaag is: de bestuurlijke beslissing die op tafel ligt, met name de schrapping in drie vakgroepen van het equivalent van vijf assistentenmandaten in, is zonder meer een schandvlek voor de UGent.
_Onomkeerbare tendens?
Humanities ('de humaniora') moeten het steevast afleggen tegen andere disciplines die zich in de bèta- en gammawetenschappen situeren. Ook al weet ik, zoals Johan Braeckman opmerkt, dat in sommige biologische disciplines de koek ongelijk verdeeld is. In de biologie speelt onder meer de tegenstelling tussen moleculaire biologie en genetica enerzijds, en 'klassieke' biologie anderzijds. Die laatste richting beschikt naar verluidt evenmin over voldoende middelen. Wat ik wil zeggen: er bestaat een bevruchtende complementariteit, geen antagonisme, tussen de wetenschappen.
De geesteswetenschappen krijgen het hard te verduren in een overwegend op neoliberale markteconomie en efficiënt rendementsdenken gericht universitair onderwijs. Ik sprak er in de writing retreat uitgebreid over. Tegelijk zijn de humane wetenschappen een wijdvertakte boom van kennis. Ik zie ook in de eigen geesteswetenschappelijke discipline opstoten van rigide denken opduiken en amorf maar bestuurlijk wellicht efficiënt cijferfetisjisme. Alles en iedereen wordt in een kwantificeerbaar keurslijf gedwongen.
Jaren geleden formuleerde ik publiek de vraag om in alle faculteiten van de alma mater een vak Humanities of 'kritisch denken' te organiseren. Een particuliere ervaring van een decennium geleden, een samenwerking tussen studenten literatuurwetenschappen en huisartsengeneeskunde, in het vak Medical Humanities was wat dat betreft een voorbeeld van inzichtelijke overschrijding van wetenschapsgrenzen. Het heeft van de artsen in opleiding én van onze studenten, zoals ook Tessa Kerre in De Standaard verwoordt, zonder twijfel rijkere mensen gemaakt met een breder dan uitsluitend op een discipline gericht perspectief.
UNIVERSITAS staat voor cultuur van de wetenschap, wetenschapscultuur. Over het project publiceerde ik eerder beschouwende teksten, zie hier en hier.
Openingslezing voor Unisa (gepresenteerd in Dinokeng), zie hier.
Kwintessens
Yves T'Sjoen (°1966) is hoogleraar moderne Nederlandse literatuur (Universiteit Gent) en voorzitter van het Arkcomité van het Vrije Woord.
_Yves T'Sjoen -
Meer van Yves T'Sjoen

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws