Eureka Europa
Geschreven door Lukas De Vos
  • 1578 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

1 juli 2022 Eureka Europa #2: Fracties zijn géén partij
De verhoudingen in het Europees Parlement liggen enigszins anders dan in een nationaal parlement. Dat komt omdat géén nationale partijen de dans leiden, maar groeperingen die wat omzwachteld heet een 'politieke overtuiging' delen. Wie niet aan de bak komt, vanwege een schutkring (bv. Gouden Dageraad, Griekenland) antidemocratisch gedrag (uitgestotenen als de Kroaat Ivan Vilibor Sinčić van Menselijk Schild, of Oriol Junqueras die vanwege zijn onafhankelijkheidsstreven van Catalonië door Spanje in de gevangenis is gegooid), of gewoon eigenzinnigheid (de befaamde Duitse komiek Martin Sonneborn van Die Partei), mag uiteraard wel zetelen, maar komt terecht in een soort afvalbak onder de noemer N.I. – de niet-ingeschrevenen. Nogal een rare term, want uiteindelijk beschikt elk lid over een volle stem.
Er is een grens gelegd aan het aantal parlementsleden. Nooit mogen er meer zijn dan 750 – en natuurlijk braken de EU-leden onmiddellijk die afspraak. Het werden er 751 (750 + de voorzitter, zoals Beerschot voor Antwerp nummer 12 + 1 heeft, en nooit 13), omdat een 'grote' lidstaat, Italië, zich tekortgedaan voelde. Had België even heftig geprotesteerd, dan was er natuurlijk niets gebeurd. Wij verloren dus één zetel (nu nog 21, waarvan 12 voor Vlaanderen, 8 voor de Franstaligen, en 1 voor de Duitstaligen, de best beschermde minderheid van heel Europa) en daar hoeft het niet bij te blijven, want met de uitbreidingsplannen (Montenegro, Bosnië-Herzegovina, Albanië bv.) zal er gebikkeld worden om de omvang van elke nationale vertegenwoordiging. Officieel heet het dat de bevolkingscijfers doorslaggevend zijn, maar natuurlijk durft niemand te tornen aan het economisch gewicht van pakweg Duitsland of de eigenwaan van Frankrijk. Er is wel een minimum voorzien voor kleinere lidstaten. Malta en Luxemburg bv., ondanks hun uiteenlopend soortelijk gewicht, krijgen 6 zetels, en dat is het.
Eigenlijk heeft de Unie geluk gehad dat Londen de deur achter zich heeft toegeslagen. Meteen verdwenen 73 parlementsleden uit het halfrond na 1 februari 2020 (Brexit). Dat schiep mogelijkheden: prompt werden 27 zetels verkaveld om de knorhanen te sussen: voorop Frankrijk dat al lang boven zijn stand leeft en met het vertrek van de Britten de kans schoon acht om weer eerste viool te spelen; Spanje dat eenzelfde haantjesgedrag vertoonde; beide kregen 5 zetels cadeau. Polen, dat zich geminacht voelt als Midden-Europees land, moest het met 1 zetel meer stellen, terwijl Nederland en Italië er 3 bijkregen. Kleintjes werden gesust, zoals Ierland (+ 2) of Estland (+ 1, nu net boven het minimum). Dat is allemaal geen wet van Meden en Perzen, maar duidelijk van een hachelijk vergelijk. Het bevestigt wat ik al jaren volhou: Europa zal Belgisch zijn of niet zijn.
Want dat gesjacher pakt natuurlijk altijd goed uit voor minder democratische landen (Spanje, Polen, Roemenië, Bulgarije) en voor gevestigde partijen van gelijk welk gezindte. De drie traditionele tendenzen, de christendemocratische (EVP), de socialistische (S&D) en de liberale (ex-ALDE, nu Renew), hebben het veel makkelijker om nationale partijen aan te trekken dan fracties die ter plekke bedacht moeten worden. Zo is het duidelijk dat met wegvallen van een zwaargewicht als het VK de conservatieve fractie er plots heel wankel en onverenigd is gaan uitzien. Logisch, want een conservatief-nationalistische partij als NVA (3 zetels) voelt zich allesbehalve op zijn gemak naast de fascisten van het Spaanse Vox of de Prinzipienreiter van de Nederlandse SGP of de unitaristen van de Fratelli d'Italia of de autoritaire PiS-partij uit Polen. MEP Johan Van Overtveldt windt daar geen doekjes om: 'We zoeken een fractie die ons beter ligt. Nu stemmen we sowieso los van elke groepsdiscipline.' Die fractie is natuurlijk de EVP (waartoe de Britse conservatieven oorspronkelijk behoorden; net als Berlusconi's Forza Italia en Viktor Orbáns Fidesz overigens), wat CD&V al meermaals heeft tegengehouden. Nationale politiek speelt vaak een splijtende rol. Zo is de Nederlandse Christen Unie opgestapt uit ECR omdat het Forum voor Democratie mocht toetreden, en naar EVP gegaan.
Gekijf is daarom niet ongewoon in de volksvergadering, ook al omdat de verbanden soms bijzonder los zijn. Dat heeft voor- en nadelen. Een nadeel is dat onduidelijk wordt hoe de EVP zich gedraagt in het EP, maar zelf onderdeel is van de EVP-Partij. De Christen Unie, bij voorbeeld, is wel lid van de EVP maar niet van de partij. Er zijn vele kamers in het huis van de Vader. Zo maken vier Oekraiense partijen deel uit van EVP, maar ook twee Servische en drie Wit-Russische. Onder voorzitterschap van Wilfried Martens (2004) was zelfs de toetreding van de Turkse AKP (Erdoğan) nagenoeg geregeld.
Voordeel is dat het democratisch spel veel meer armslag krijgt dan in nationale parlementen waar er bijna kadaverdiscipline heerst bij de verkozenen. Ook Hendrik Vos wijst erop dat de stemprocedures in het EP veel meer ruimte laten om volgens (nationale, zedelijke, inzichtelijke, morele …) overtuiging de knop in te drukken. Rapporten krijgen vaak zoveel amendementen te verwerken, en er wordt aan zo'n hoog tempo gestemd, dat alleen onvoorbereiden slaafs de wenken van de fractie volgen.
Een typisch voorbeeld was de afwikkeling van het rapport Liese over Fitfor55, de klimaatrichtlijn voor de snelle beperking van de CO2-uitstoot. Hoewel er een soort pact was gesloten tussen de grote 3 (van de 7 erkende fracties), struikelden ze toch over drie amendementen over de timing van de beperkingen bij de uitstootcertificaten (ETS). De EVP liet zich leiden door de bezorgdheid van de industrie, waarop Liese en twee andere rapporteurs (sociaal klimaatfonds en koolstofheffing aan de grenzen) hun tekst inhielden en terugstuurden naar de bevoegde commissies. Pas twee weken later werd een compromis bereikt, op zijn Belgisch: vanaf 2027 (niet 2026) zouden de gratis uitstootrechten tegen 2032 afgeschaft zijn; de industrie zal in het begin maar 7%, daarna 9%, en steeds maar oplopend moeten zuiveren; de koolstofgrenstaks wordt uitgebreid naar lucht- en scheepvaart tegen 2030; in datzelfde jaar moet de beoogde 55% vermindering van de bezoedeling bereikt worden; en tegen 2050 eist de klimaatwet een volledige CO2-neutraal Europa.
Wisselende bondgenootschappen gebeuren geregeld, stemmingen kunnen dwars door de fracties heen snijden, en aangezien er geen regering is kan die ook niet vallen. De Europese Commissie werkt wel de wetten (richtlijnen) uit, maar het is de Raad die beslist. Het enige verweer dat het Parlement heeft is de begroting van de Commissie verwerpen – en dat is al twee keer in het verleden op het scherp van de snee uitgeprobeerd, maar alsnog na lang overleg nooit uitgevoerd. Ook nu weer wordt die zogenaamde 'kwijting' weer een hachelijke zaak. Eén ding kun je het parlement niet verwijten: dat het saai zou zijn. Integendeel.
Eureka Europa
-
_Lukas De Vos -
Meer van Lukas De Vos

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws