28 september 2022
Voorbij de jeremiades
Duizend bloemen bloeien
De neerlandistiek krijgt het zwaar te verduren. We vernemen het al vele jaren. Er worden tal van initiatieven genomen, door universiteiten, de Taalunie en andere organisaties, om het blazoen van de talenstudie en in het bijzonder van het Nederlands op te poetsen en nieuwe impulsen te geven. Er zijn universiteiten waar het vakgebied lijdt onder personeelsinkrimping, met minder studenten en een stilaan zorgwekkende financiering van onderwijs en onderzoek. Banen worden geschrapt, er wordt op personeelsomkadering bezuinigd. De keuze voor Nederlands als studierichting, zo hebben collega's en ik wel eens geschreven, gaat gebukt onder maatschappelijk prestigeverlies. Een zeker dedain voor de eigen taal, zelfs een regelrechte geringschatting van het Nederlands als cultuurtaal, speelt de universitaire opleidingen parten, ook het schoolvak Nederlands. Er is een lerarentekort, zo lezen we dezer dagen bij aanvang van het nieuwe schooljaar in de krant. Herhaaldelijk veert dan een onverlaat op die beweert dat iemand die Nederlands als eerste taal heeft het vak op school ook wel kan aanbieden. Quod non. Educatieve bachelor- en masteropleidingen laten zien dat je wel degelijk over basisvaardigheden moet beschikken om een goede leerkracht te zijn, ook voor het veeleisende vak Nederlands. Zo luidt al vele jaren de noodklok. In de media wordt er geregeld aandacht aan besteed. Er zijn echter ook andere verhalen te vertellen.
_Feest van het Nederlands
We zien hier en elders in de wereld in hogeronderwijsinstellingen een aanstekelijk enthousiasme voor de studie van de taal zelf (de taalverwerving) en de academische taal- en letterkunde van het Nederlands. De Taalunie Zomercursus Nederlands, begin augustus aan de Universiteit Gent, is voor het eerst na twee jaar onlinebijeenkomsten weer fysiek georganiseerd door de Taalunie en het Universitair Centrum voor Talenonderwijs van de UGent. Zoveel geestdrift: in de gangen van de universiteitsgebouwen was het Nederlands de lingua franca voor meer dan honderd buitenlandse studenten die als hoofd- of bijvak aan een buitenlandse hogeschool of universiteit Nederlands in het curriculum hebben.
Ik ken weinig vakgebieden waarvoor in de disciplines taalkunde en letterkunde zoveel georganiseerd wordt, zoals conferenties waar het wetenschapsgesprek over het domein plaatsheeft.
_Internationale samenspraak
Van 22 tot 26 augustus had aan de Radboud Universiteit in Nijmegen het eenentwintigste Colloquium Neerlandicum plaats. Driejaarlijks organiseert de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN) in samenwerking met de Taalunie de conferentie waarvoor neerlandici werkzaam aan universiteiten in en buiten het Nederlandse taalgebied de resultaten van het onderzoek presenteren en met elkaar in discussie gaan over het vakgebied. In de letterkundige neerlandistiek bestaan méér dergelijke initiatieven, zoals Achter de verhalen en Cross Over. Uitzonderlijk is op het jongste IVN-congres een Zuid-Afrikaans luik toegevoegd. Omdat het geplande SAVN-colloquium in Windhoek (Namibië) vanwege de pandemie twee keer moest worden uitgesteld, hebben IVN, Taalunie en SAVN beslist het congres aan te bieden als onderdeel van het neerlandistiekcongres in de Lage Landen. Cross Over, gericht op de Nederlandse literatuur in globaal perspectief, werkt sinds de organisatie in Poznań (Polen) in 2015 altijd samen met lokale docentenplatformen. Niet alleen worden gesprekken georganiseerd in overleg met collega's in een regio waar de Nederlandse taal en literatuur worden bestudeerd (en waar ook aan taalverwerving wordt gedaan), de thematiek wordt in samenspraak bepaald en buitenlandse neerlandici hebben een actief aandeel in de totstandkoming van het congres. Dit maakt van Cross Over een formule die de internationale letterkundige neerlandistiek tweejaarlijks een forum biedt in een regio buiten het taalgebied, collega's als volwaardige partners uitnodigt om samen te werken en een congres te organiseren op maat van en in overleg met de plaatselijke platformen voor docenten.
Bij de oprichting in 2007 van Cross Over is de opzet van het letterkundig neerlandistiekcongres bepaald als transhistorisch en interdisciplinair. De wetenschappelijke bijeenkomsten hadden aanvankelijk plaats in Nederland en Vlaanderen, opeenvolgend in Amsterdam, Leuven, Leiden en Gent. Sinds 2015 wordt het symposium ook in transnationale of intercontinentale zin georganiseerd, zoals gezegd in regio's buiten het moedertaalgebied waar Nederlands wordt bestudeerd en gedoceerd. Doelstelling van Cross Over is op een inclusieve manier de neerlandistiek te betrekken bij het gesprek over de wetenschapsdiscipline, met aandacht voor talen in contact en culturele diversiteit. Na de congressen in Poznań (2015), Oranjestad-Aruba (2017) en Paramaribo (2019) had het internationaal congres plaats in Praag in 2021. Met sessies in Aruba en Suriname is de Caribische neerlandistiek uitgebreid aan bod gekomen, in Praag is samengewerkt met het departement en Comenius. De wetenschappelijke bijeenkomsten in de Cariben zijn tot stand gebracht in samenwerking met CARAN (Caribische Associatie voor de Neerlandistiek). Op die manier is het congres steeds verankerd in een andere regio in de wereld waar de Nederlandse taal en literatuur worden bestudeerd en met de lokale universiteit als gastinstelling. Zoals de Universiteit van Aruba, de Anton de Kom-universiteit (Suriname) en de Karelsuniversiteit (Praag).
_Culturele diversiteit en meertaligheid
De Taalunie is naast de IVN sinds jaren vaste partner: zij onderstreept in haar beleid de gevarieerdheid en dynamiek van de neerlandistiek wereldwijd. Jaren geleden bereidde de Taalunie een advies voor dat de internationale neerlandistiek wenst te stimuleren. De nadruk ligt op een inclusief begrip van neerlandistiek, met aandacht voor culturele diversiteit en meertaligheid. Buiten het moedertaalgebied speelt het Nederlands een veelheid van rollen. In dialoog met andere talen en culturen neemt de Nederlandstalige literatuur uiteenlopende gestalten aan. Deze meerstemmigheid van de neerlandistiek, een discursieve polyfonie, staat centraal op elk Cross Over-congres.
Cross Over is inmiddels uitgegroeid tot een nomadisch neerlandistieksymposium, een dynamische conferentie in inhoudelijke, methodologische en dus ook in geografische zin. Door intensief samen te werken met buitenlandse collega's, neerlandici actief buiten het taalgebied maar dus precies zoals de academische onderzoekers in het moedertaalgebied volwaardige neerlandici, worden de veelzijdigheid en internationale status van de Nederlandstalige literatuur belicht. Die vele collega's en studenten zijn verschillend cultureel georiënteerd en actief in een ander taalgebied: zij zijn de internationale rijkdom van de vakdiscipline.
De letterkundige neerlandistiek is zoals gezegd internationaal en cultureel divers. Cross Over is uitgegroeid tot het wetenschappelijk platform waar letterkundigen van vele horizonten, actief in verschillende taal- en cultuurgebieden, elkaar ontmoeten en onderzoekbevindingen communiceren. De geanimeerde discussies zijn steeds weer een getuigenis van de bijzondere vitaliteit en het interculturele karakter van het vakgebied.
Het behoeft eigenlijk geen betoog meer. Nederlandstalige literatuur wordt ook gelezen buiten het taalgebied, al dan niet in vertaling. In contact met andere talen en culturen 'vervellen' literaire teksten, ze transformeren en krijgen een andere adem. Ze ondergaan een gedaanteverwisseling. Teksten worden in andere taalgebieden anders gelezen dan in een moedertaalgebied, ze wekken andere verwachtingen, de canons van de Nederlandse literatuur in het buitenland zijn per definitie anders dan in Nederland en Vlaanderen. De culturele achtergrond van de leesomgeving bepaalt om evidente redenen de kijk op wat we Nederlandse literatuur noemen. Wat verder opvalt: in andere taalgebieden zijn meer studenten Nederlands dan in Nederland en Vlaanderen samen.
Ook in het Nederlandse taalgebied volstaat het al lang niet meer eenzijdig ('eurocentrisch') in te zetten op het bestuderen van Nederlandse literatuur. Complementariteit en vergelijkende studie zijn van belang om literaire cultuur te analyseren: in globaal perspectief, in een meertalige omgeving. Uitsluitend nog op het taal- en cultuurgebied gerichte aandacht voor het Nederlands is te exclusief. Ik schreef het eerder in een opiniebijdrage op de website Neerlandistiek. In een geglobaliseerde context van meertaligheid en interculturele relaties, vroeger en nu, is het letterkundige gesprek gebaat bij een supra- of transnationale benadering, over taal- en cultuurgrenzen heen. Door poëtica's en esthetische paradigma's vanuit meertalig en meervoudig perspectief te verkennen, met oog voor soortgelijke fenomenen in een anderstalige literatuur en cultuur, kan de particulariteit van Nederlandse literatuur beter in reliëf worden geplaatst. Het ligt voor de hand binnen een veeltalig onderzoekkader het concept van wat doorgaans met Nederlandse literatuur wordt aangeduid niet langer monolinguïstisch of monocultureel op te vatten.
_Kleurrijk verkaveld landschap
Ook dit noteerde ik op andere plaatsen. Voor (de toekomst van) de letterkundige neerlandistiek is het een noodzaak in te zetten op relaties en contacten met, invloeden van en referenties aan buitenlandse literatuur. Literaire ontwikkelingen in het Nederlands staan in een meertalig, cultureel divers en – met een modewoord – 'multiperspectivistisch' licht en maken de studie voor een steeds meer internationaal gezelschap van studenten en docenten spannend, avontuurlijk, verrijkend. Daarenboven worden de betrokkenheid bij en de cultureel bepaalde visie op 'Nederlandse literatuur' door een congres zoals Cross Over gestimuleerd. De Nederlandse literatuur is per definitie internationaal: ook vertaalde teksten en buitenlandse schrijvers, schrijvers die deelgenoot zijn van het gesprek over literatuur in het Nederlands, behoren tot het domein van de Nederlandse letterkunde. Dat gesprek wordt ook buiten het taalgebied gevoerd waar productie en receptie van teksten plaatsvinden. Beelden van Nederlandse literatuur zijn cultureel ingebed. Het ligt daarom voor de hand dat naast de samenwerking met de Taalunie en de lokale docentenplatformen de steun van en het overleg met de IVN worden onderstreept.
De neerlandistiek is een kleurrijk verkaveld landschap met een ongekende dynamiek, veelzijdigheid op het gebied van methodiek en disciplines. In letterkundige opleidingen maken we evenwel nog steeds te weinig gebruik van pluriculturele perspectieven: dialogen met neerlandici buiten het Nederlandse taalgebied. In een Europese context, in de Europese Unie met vele talen en culturen, is het een uitdaging de studie van de Nederlandse literatuur in Europees, bij uitbreiding mondiaal perspectief te plaatsen. Leerstoelen en docentenplatformen elders in de wereld helpen daarbij. Door de kaart te trekken van een internationaal lees- en onderzoekkader, en bijgevolg de op taal, natie en geografie gerichte opvatting van Nederlandse literatuur te verbreden, verruimen we de blik op wat Nederlandse letterkunde heet. De Internationale Vereniging voor de Neerlandistiek stelt het voor als volgt: 'Plaats de Nederlandse taal en literatuur tegen de achtergrond van internationale onderzoekstradities; onderzoek de dynamiek tussen het Nederlands en andere talen en culturen'. De oproep van de IVN richt zich tot 'aankomende neerlandici [die zullen] uitgroeien tot zelfbewuste, globale specialisten [en] kunnen aansluiten bij en opereren in het wereldwijde netwerk'. In een wereld van meertaligheid en multiculturaliteit functioneert de Nederlandstalige literatuur. Laten we die bredere kijk implementeren in onze opleidingsprogramma's en afstappen van taalafdelingen en onderwijscurricula die louter op natie, taal en homogene cultuurconcepten zijn gericht.
De transnationale en meertalige aandacht voor literatuur in het Nederlands wordt door en in Cross Over een platform geboden.
_Praag en Stellenbosch schrijven
Op 18 november 2021, bij aanvang van Cross Over in Praag, mocht ik een toespraak houden en vooruitblikken. Toen bracht ik het volgende naar voren. Ter gelegenheid van het eeuwfeest van de neerlandistiek aan de Karelsuniversiteit worden contacten van Nederlandstalige literaire teksten en culturen en talen in Midden-Europa centraal gesteld. In de dialoog spelen vertalingen een rol – in het departement bestaat een jarenlange traditie van vertalingen in het Tsjechisch – maar ook de studie van de Nederlandse taal en cultuur. Canoniseringsprocessen en beeldvorming van literaire teksten, geproduceerd in het Nederlands in Midden-Europa krijgen op het symposium aandacht.
Internationale samenwerking is van cruciaal belang, zeker in een kleiner maar boeiend en florerend vakgebied zoals de (letterkundige) neerlandistiek. Het onderzoek gaat breder dan uitsluitend de studie van de Nederlandstalige literatuur. We bestuderen Nederlandse literatuur en literaire cultuur. Na de editie hier in Praag is komend jaar een extra editie gepland op Aruba en Curaçao, ter gelegenheid van de P.C. Hooftprijs 2021 voor Alfred Schaffer, en in 2023 heeft een reguliere editie van het congres plaats in Zuid-Afrika. De uitwisseling van leeswijzen, kennisneming van uiteenlopende onderzoekparadigma's en academische culturen zijn van fundamenteel belang. Zoals tijdens het congres in Praag (18-19 november 2021), ter viering van het eeuwfeest van de neerlandistiek. Dat is niet minder dan een mijlpaal in de geschiedenis van de internationale neerlandistiek. De Karelsuniversiteit in Midden-Europa is de plaats waar, samen met Wrocław in Polen (nog ouder!), de oudste actieve en bijzonder performante leerstoel Nederlands bestaat. Dat mag worden gevierd. Voor de komende honderd jaar wens ik méér van hetzelfde: dynamiek, samenwerking, begeestering en liefde voor de Nederlandse taal en literatuur.
De komende weken wordt onder het Zuiderkruis het gesprek gevoerd over Cross Over 2023. Na passages in Europa en Zuid-Amerika komt nu de letterkundige neerlandistiek in zuidelijk Afrika aan bod. De mondialisering van de studie van Nederlandse taal, literatuur en cultuur is al langer een feit. Cross Over biedt een spreekbuis voor die wereldwijde aandacht voor en visies op Nederlandse literatuur.
V.l.n.r. Andries Visagie (Stellenbosch), Yves T'Sjoen (Gent/Stellenbosch/Praag), Yra van Dijk (Leiden) en Alfred Schaffer (Stellenbosch). Cross Over 2023 in voorbereiding.
Meer van Yves T'Sjoen