Het Vrije Woord
Geschreven door Koert Debeuf
  • 1439 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

7 oktober 2022 De houdsbaarheidsdatum van het Iraanse regime
Bewondering. Dat is de enige manier waarmee we kunnen kijken naar de ‘hoofddoekenrevolutie’ in Iran. Vrouwen komen massaal op straat in 30 van de 31 provincies in Iran. Ze doen hun door het regime verplichte hoofddoek uit, zwaaien er publiek mee of verbranden hem zelfs. De schaal en de hevigheid van de protesten zijn ongezien en overtreffen de revoltes van 2009, 2017 en 2019. De onvermijdelijke vraag is dan ook of het Iraanse regime al dan niet aan het wankelen is?
Voordat we die vraag proberen te beantwoorden, en om de huidige protesten te begrijpen, moeten we even teruggaan in de tijd. Toen in 1979 tijdens de Iraanse revolutie ayatollah Khomeini de macht van de shah overnam, werd het land in korte tijd omgevormd tot een strenge Islamitische staat. Vrouwen werden verplicht om op straat in chador te lopen, een zwart kleed dat enkel het gezicht onbedekt laat. Muziek luisteren werd verboden, net zoals dansen, nagellak of make-up. Wie ooit het biografische stripverhaal Persepolis van Marjane Satrapi las, weet dat hierop door de zedenpolitie zeer streng werd toegekeken. Wie betrapt werd met een illegale cassette met westerse muziek, werd onmiddellijk gearresteerd.
Doorheen de meer dan veertig jaar sinds de Iraanse revolutie zijn vele vrouwen zich steeds meer gaan verzetten tegen de chador. Stap voor stap begonnen ze hoofddoeken met andere kleuren te dragen en op zo’n manier dat hun haar steeds meer zichtbaar werd. Een Iraanse vrouw vertelde me dat ze hierover een opmerking kreeg van een gemeentebeambte toen ze met haar moeder papieren moest aanvragen. Haar moeder snauwde de beambte toe dat hij niet naar het haar van vreemde vrouwen mocht kijken.
De jaren van het presidentschap van de hervormingsgezinde Mohammad Khatami (1997-2005) en Hassan Rouhani (2013-2021) waren een tijd waarbij vrouwen het gevoel hadden dat ze zich wat meer vrijheid konden permitteren. Onder de meer conservatieve presidenten Mahmoud Ahmadinejad (2005-2013) en de huidige Ebrahim Raisi (sinds 2021) voelen de zedenpolitie en ideologische Basij militieleden zich gesterkt om die kleine verworven vrijheden terug te schroeven. Met geweld als het moet. Zo werd de 22 jarige Mahsa Amini op 16 september gearresteerd omwille van het ongepast dragen van haar hoofddoek. Ze overleefde haar arrestatie niet.
Deze hoofddoekenrevolutie gaat daarom over vrouwenrechten of mensenrechten in het algemeen en over politiegeweld. Bovendien is het een leiderloze revolutie die niet wordt aangestuurd door een leider of een groep, maar spontaan is losgebarsten. Daarmee lijkt deze opstand erg veel op de Arabische revolutie (of Lente) van 2011. In Tunesië startte een opstand in december 2010 nadat een politieagente de groentekar van een straatverkoper in beslag nam. Toen de jongeman met de naam Mohamed Bouazizi haar smeekte om hem zijn enige bezit terug te geven, sloeg ze hem in zijn gezicht. Uit wanhoop stak Bouazizi zichzelf in brand en overleed twee weken later aan zijn verwondingen. In Egypte was de revolutie al een jaar aan het broeien toen Khaled Said door de politie werd doodgeslagen omdat hij video’s van politiegeweld op het internet postte. De website ‘Wij zijn allemaal Khaled Said’ kreeg een miljoen volgers in enkele weken tijd. Ook in Syrië brak in 2011 de revolutie los nadat de geheime politie kinderen had gemarteld omdat ze op een muur een revolutionaire slogan hadden geschreven.
Hiermee komen we terug op de vraag of het Iraanse regime nu aan het wankelen is? Het is duidelijk dat de politie de situatie niet onder controle krijgt. Ook de Revolutionaire Garde en de Basij militie zijn met te weinig om de kwade massa’s onder bedwang te houden. Ze schieten vanop hun motoren vaak in het wilde weg op betogers, met minstens 60 doden tot gevolg. Bovendien werden al zeker twaalfduizend mensen gearresteerd, maar ook dat houdt de Iraanse betogers niet van de straat. Maar ondanks de chaos, het massale verzet en de wereldwijde sympathie voor de moedige betogers, acht ik de kans eerder klein dat dit protest tot een plotse regimeverandering zal leiden.
Ook hier kunnen we lessen trekken uit de Arabische revoluties. De Tunesische dictator Zine El Abidine Ben Ali is op 14 januari uit het land gevlucht, na een maand van straatprotesten. Vandaag is evenwel duidelijk dat hij, en zeker zijn echtgenote, helemaal niet van plan waren om te vertrekken. Ze zijn door hun eigen veiligheidsmensen in een vliegtuig gelokt dat hen naar Saudi-Arabië heeft gebracht. Dat was het einde van zijn presidentschap. Ook de Egyptische president Hosni Mubarak was niet zinnens toe te geven aan de protesten. Dat blijkt heel duidelijk uit zijn toespraak op 10 februari 2011. Het feit dat hij een dag later geen president meer was, was het gevolg van een interne coup tegen hem.
De Syrische dictator Bashar Al Assad heeft uit deze twee episodes geleerd dat toegevingen gevaarlijk zijn voor zijn eigen overleven en dat hij de touwtjes zelf strak in handen moest houden. In tegenstelling tot Egypte en Tunesië liet hij geen enkel protest begaan, en smoorde elk verzet tot in de kiem. Zijn omgeving wist en weet nog steeds dat als Assad vertrekt, ook zij diep zullen vallen. Daarom werden de rangen gesloten aan de top, ook al had dit een lange en zeer bloedige burgeroorlog als gevolg. Toch zou Assad de revolutie tegen hem nooit overleefd hebben, als hij niet de volledige steun van Iran had gekregen.
Kortom, dit is niet de eerste revolutie waar Iran mee te maken krijgt. Het Iraanse regime heeft de politieke overhand verworven in Syrië en Libanon en heeft een groot aandeel in de politiek van Irak en Jemen. Intern zijn zowel de Revolutionaire Garde als de Basij militie afhankelijk van en trouw aan ayatollah Khamenei, sinds 1989 de hoogste leider van Iran. Khamenei en de zijnen doen er dan ook alles aan om deze loyale troepen in de watten te leggen. Bovendien gelooft een deel van de bevolking dat dit regime een goddelijk mandaat heeft, waarbij je – anders dan bij een dictator – de hoge leider niet zomaar kunt veranderen.
De belangrijkste vraag is dan ook wat er zal gebeuren als ayatollah Khamenei sterft? Zijn gezondheid is niet best en hij is uiteindelijk al 83 jaar oud. Toen hij ayatollah Khomeini opvolgde, had hij in het begin de nodige moeite met het afdwingen van gezag. Een van de redenen was dat hij de nodige religieuze credentials miste. Vandaag staat er niemand klaar met die credentials, en evemin met het nodige gezag. Met andere woorden, hoewel de huidige hoofddoekenrevolutie wellicht geen verandering, laat staan een regimeverandering tot stand zal brengen, heeft dit Iraanse regime waarschijnlijk wel een houdbaarheidsdatum. Als de protesten van vandaag immers iets duidelijk maken, dan is het dat de steun voor de Islamitische Republiek van Iran de voorbije jaren is verschrompeld. De dag waarop dit regime eindigt, zal een nieuw tijdperk in de geschiedenis van het Midden-Oosten aanbreken.
(Tekst oorspronkelijk gepubliceerd in De Standaard, 5 oktober 2022. Overgenomen met toestemming van de auteur.)
Het Vrije Woord
Koert Debeuf, is adjunct-professor Midden-Oosten aan de Vrije Universiteit Brussel en auteur van 'Waarom dit niet de laatste oorlog is. Over de psychologie van internationale conflicten' (Lannoo 2022).
_Koert Debeuf -
Meer van Koert Debeuf

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws