21 februari 2023
Reactie van auteur Sander Herremans op de recensie van zijn boek
Hieronder leest u een reactie van Sander Herremans, auteur van 'De gelovige atheïst', op de recensie van zijn boek door recensent Nick De Clippel.
Beste meneer De Clippel
Enige tijd geleden publiceerde u een recensie over mijn onlangs verschenen boek De gelovige atheïst. U gaf het nul sterren en schreef erover op een bijzonder neerbuigende wijze.
Beide zaken neem ik u echter niet kwalijk. Als recensent hebt u het volste recht om dit te doen. Ook al ben ik een debuterend auteur en ontneemt u me zo heel wat kansen.
Dat u er niet in slaagt om duidelijk te maken waarom u precies van oordeel bent dat het zo'n slecht boek zou zijn, vind ik wel enigszins problematisch. U schrijft immers: 'Herremans weet waarover hij praat en heeft over heel veel heel diep nagedacht', en toch blijkt het boek volgens uw score het lezen niet waard. Logisch is dat niet.
Maar ook hier kan ik nog net mee leven. Uiteindelijk blijft het een subjectief oordeel of het u al dan niet gelukt is uw slechte score te verduidelijken.
Waar ik echter wél formeel aanstoot aan neem, is het feit dat u leugens verspreidt over de inhoud van mijn boek. Heel wat van uw beschrijvingen kloppen immers absoluut niet.
Ik geef een voorbeeld: u schrijft dat ik homofobe aspecten van sommige religies zou goedpraten, terwijl ik toch duidelijk net het tegengestelde doe. Ik zal enkele passages uit De gelovige atheïst citeren die over de relatie tussen religie en homoseksualiteit gaan (p.149-151):
'(...), toch blijft een doodstraf voor homoseksueel gedrag haaks staan op het principe van algemene positieve verbondenheid en waardering voor het anders-zijn van anderen. Zulke straffen kunnen niet anders dan ingegeven zijn door xenofobie en een schrijnend gebrek aan empathie voor hen die op de een of andere manier afwijken van een bepaalde maatschappelijke norm.
(...)
Met andere woorden: er zijn wel degelijk zaken die niet thuishoren in een religie, maar die er in de praktijk toch vaak concreet deel van uitmaken.
(...)
Of zijn er zaken in onze grote religieuze canon geslopen die eigenlijk vooral ingegeven zijn door machtslust of angst, en er in de eerste plaats dus nooit deel van hadden mogen uitmaken?'
(...)
Met andere woorden: er zijn wel degelijk zaken die niet thuishoren in een religie, maar die er in de praktijk toch vaak concreet deel van uitmaken.
(...)
Of zijn er zaken in onze grote religieuze canon geslopen die eigenlijk vooral ingegeven zijn door machtslust of angst, en er in de eerste plaats dus nooit deel van hadden mogen uitmaken?'
Aanvankelijk dacht ik heel uw recensie op deze manier te weerleggen: dat ik homofobie zou goedpraten is immers niet uw enige leugen over de inhoud van mijn boek.
Maar laat ik het bij dit ene voorbeeld houden: beseft u wel dat het schrijven van zulke onwaarheden om mijn boek in diskrediet te brengen, mij niet alleen als auteur maar mij ook als persoon schade berokkent?
Elke dag strijd ik voor meer gendergelijkheid in mijn job. Als vrijzinnig humanist is het benoemen en bestrijden van homofobie een fundamenteel onderdeel van mijn levensbeschouwelijke identiteit. Uw leugens komen in dit geval dan ook neer op pure laster. Ik twijfel nog steeds of ik het enkel bij deze reactie moet laten. Ik heb u trouwens gecontacteerd om hierover in dialoog te gaan, maar daar ging u niet op in.
Om een tegengewicht te geven aan de misinformatie die u verspreidt, gebruik ik deze ruimte dan ook liefst om nog een kort overzicht te geven met wat er nu écht in mijn boek staat. De structuur van het boek was u niet duidelijk, dus bij deze.
In deel 1 neem ik de lezer mee op mijn eigen spirituele reis, waarbij ik gaandeweg ontdekte dat religies vooral ook filosofieën zijn. Mensen hebben altijd antwoorden gezocht op de grote vragen die vanzelf voortvloeien uit bewust leven en uit de confrontatie met de dood. Religies draaien niet zozeer rond verzinsels om de lacunes in onze kennis op te vullen, maar rond tijdloze filosofische concepten over de zin van het leven.
Religieuze rituelen worden in De gelovige atheïst als filosofische praxis geanalyseerd. Zo blijkt bijvoorbeeld dat dierenoffers zelfs voor een atheïst hun nut kunnen hebben in de zoektocht naar betekenisgeving.
In deel 2 wordt er besproken waarom religies zelden expliciet en primordiaal als menselijke filosofie begrepen of beleefd worden. Hoe komt het dat mensen geloof zo vaak opvatten als een geloof in iets bovennatuurlijks, of in iets magisch, iets onbestaands? En is dat dan een probleem?
Hierbij worden geen heikele thema's geschuwd. Heel wat concrete historische voorbeelden worden grondig besproken: van de islamitische Duivelsverzen tot het Indische kastesysteem.
Deel 3 breekt met de stijl van de voorgaande hoofdstukken. De atheïstische visie op religies uit deel 1 roept immers heel wat vragen op over de hedendaagse samenleving en de recente grote evoluties die daaraan vooraf gingen. Omdat zowat alle maatschappelijke vraagstukken ook altijd een levensbeschouwelijke component hebben, komen de meest uiteenlopende thema's aan bod: van de elektrische auto over Trumps 'America First' tot de abstracte natuur van geld.
Deel 3 is uitgesproken politiek en toont aan dat geen enkele levensbeschouwing zonder concrete maatschappelijke actie kan. Wat die actie dan precies moet zijn, blijkt echter zeer complex. Bovendien ben ik zeer kritisch voor de vrijzinnigheid zoals ze vandaag wordt vormgegeven.
In het veel kortere deel 4 kijk ik verder richting toekomst. Hoe verhoudt bijvoorbeeld 'woke' zich tot de filosofische component van religies en welke levensbeschouwelijke vragen kunnen we ons stellen bij de impact van de digitale revolutie?
In de nabeschouwing vraag ik mij af of ik, als vrijzinnige witte heteroman, dit boek wel had mogen schrijven. Wie heeft het recht zich uit te spreken over wat de kern van religies zou zijn, over wat er goed en fout gaat in onze wereld, en wie niet? In de recensie staat dat deze zelfreflectie volgens u niet veel wetenswaardigs meer oplevert. Ik kan u, Nick De Clippel, nochtans ten zeerste aanraden om ook eens uw witte en mannelijke privileges onder de loep te nemen.
Het slotakkoord bestaat uit een kort verzonnen verhaaltje: de epiloog. Doorheen het boek wordt het fundamentele belang onderstreept van verhalen, van kunst, fantasie en verbeelding. Met deze logische afsluiter is de cirkel rond: op de cover van De gelovige atheïst zien we immers de vrij absurde kampvuurscène uit deze epiloog, getekend door de Brusselse cartoonist Johan De Moor.
Meneer De Clippel, ik weet niet of u De gelovige atheïst gewoon te oppervlakkig gelezen hebt, of u het misschien niet goed begrepen heeft, of dat u bewust foute informatie verspreidt omdat de boodschap van dit boek u niet zint, maar ik hoop in elk geval dat u bij uw volgende recensie op een meer integere manier te werk zult gaan.
Vrijzinnige groeten
Meer van Sander Herremans