Kwintessens
Geschreven door Dirk Ooms
  • 1112 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

12 februari 2024 'Ulysses', het dubbele epos
De roman 'Ulysses' verscheen 102 jaar geleden, dat wil zeggen dat de tweede eeuw wel degelijk begonnen is waarin professoren zich om ter kromst kunnen buigen over deze wonderbaarlijke roman, want zo zou de Ierse auteur James Joyce het eens gezegd hebben: 'I've put in so many enigmas and puzzles, that it will keep the professors busy for centuries arguing over what I meant'. 'Ulysses' is dé roman van de twintigste eeuw, is misschien wel het beste boek der boeken en de bijbel van de literatuur, is het epos van de ongebreidelde alledaagsheid, is hét humanistisch manifest. Jawel. Dat staat voor mij zo'n beetje buiten kijf. Elke roman lijkt me min of meer een humanistisch statement: een mens schrijft een verhaal met een hoogstpersoonlijke toets. Het lijkt in deze tijden, waarin romans aan de lopende band gepubliceerd worden, zo vanzelfsprekend maar het is een kunstvorm die pas laat opduikt in de geschiedenis van de mensheid. Nog maar enkele eeuwen geleden dook een dwaze dwalende ridder op en sindsdien kwam traag maar zeker een stroom van romans op gang. Niet toevallig ging dit gepaard met de evolutie van democratische beginselen, de ontwikkeling van mensenrechten, het respect voor élk individu. Totalitaire regimes hebben het niet voor niets lastig met schrijvers.
James Joyce (1882-1941) schreef een handvol gedichten, een toneelstuk, een verhalenbundel, twee romans en als laatste werk een reusachtig boekwerk vol woordspelingen dat de titel Finnegans Wake draagt. Ik wil het echter enkel over die ene roman hebben: Ulysses.
Ulysses speelt zich simpelweg af op één dag op één plek: 16 juni 1904, Dublin. In essentie is het het verhaal van een zoon die op zoek is naar een spirituele vader en een vader die op zoek is naar een zoon. Maar het is tegelijkertijd zoveel meer. Het boek telt drie hoofdpersonages: de jonge getormenteerde dolende Stephen Dedalus, mevrouw Marion 'Molly' Bloom Tweedy en haar echtgenoot, Leopold Bloom: een Jood van Hongaarse afkomst, advertentieverkoper, zeer sociaal maar tegelijkertijd toch altijd een beetje de buitenstaander, de zoon van een vader (Rudolph) die zelfdoding pleegde en de vader van een zoontje (Rudy) dat slechts elf dagen leefde. Het is een lijvig boek dat achttien hoofdstukken telt en vele schrijfstijlen presenteert. Het kan en zal een lezer moeiteloos overdonderen met zijn complexiteit en is uitermate verwarrend: het lijkt wel zo immens ingewikkeld als een mens. Er gebeurt veel in Ulysses maar eigenlijk vooral gewone dingen. Er vindt een begrafenis plaats, een geboorte, overspel, maar er wordt vooral veel in gestapt, gezeten, gesproken, gediscuteerd, gefilosofeerd, gegeten en gedronken, zaken waarmee we allen redelijk vertrouwd zijn.
De eerste drie hoofdstukken volgen we Stephen, een Hamlet, intelligent maar gekweld en rusteloos peinzend. Pas in het vierde hoofdstuk treedt Leopold Bloom op, een 'gewone man' maar desalniettemin de ware held – volgens sommigen antiheld – van deze roman. Zijn verschijning is al een heldendaad: hij redt in mijn ogen het boek want net voordien – in het derde hoofdstuk – zaten we tegen het hopeloze aan verwikkeld in de duistere en labyrintische hersenspinsels van Stephen. Lezers die voor het eerst deze roman lezen zullen daar misschien al besluiten de lectuur te staken en het boek weg te leggen. Ik zou zeggen: zet gewoon even door, beschouw dit hoogdravende getob als ijdel gedaas als je wil, als aanstellerij, sla het desnoods over. Ontmoet meneer Leopold Bloom die even verderop in het boek het ontbijt klaarmaakt voor zijn vrouw! Voor de rest van de roman zullen we hem hoofdzakelijk volgen, de overpeinzingen en mijmeringen van deze alleman, deze al bij al gewoon goede, innemende mens. Hij is het boek. Daarom ook dat al vele jaren de zestiende juni internationaal gevierd wordt en bekend staat als 'Bloomsday'. Met Bloom zou ik dolgraag een pint gaan drinken, wat zeg ik: een glas rode wijn. Zoals reeds eerder gezegd bestrijkt het boek één dag, maar die ene dag en de stad Dublin vormen het canvas voor al zijn herinneringen. En is dit niet bij elke mens het geval? We worden voortdurend overvallen en bestookt door onze herinneringen, schichtig en/of langdurig dringen ze zich op, flitsen en fragmenten, herinneringen aan situaties en personen, dat houdt niet op. We zijn ieder een dik boek, volgepropt met verleden. Vandaag is slechts een dunne doorzichtige bladzijde, de zoveelste. En zo leren we Bloom kennen in al zijn menselijkheid: hij denkt aan zijn vrouw die overspel zal plegen, aan stadsgenoten en vele anderen die hij ooit heeft ontmoet, aan muziekjes, melodietjes, aan andere vrouwen ook, jazeker! En aldoor is er het verdriet dat eeuwig in hem sijpelt als hij denkt aan zijn jonggestorven zoontje Rudy, elf jaar geleden. Sinds die dood hadden Bloom en zijn vrouw Molly geen gemeenschap meer met elkaar.
Het laatste hoofdstuk van Ulysses is de befaamde monoloog van Molly, in het holst van de nacht. Het is alsof alle verhaallijnen uitmonden in deze zee van vrouwelijkheid. Zij is – ja – een woordenvloed die het stelt zonder leestekens en vertelt, vertelt, vertelt, over haar verleden, haar lasten en lusten. En telkens weer keren haar gedachten terug naar Bloom, haar – jawel! – geliefde Bloom die nabij haar slaapt. Haar gemijmer eindigt in extase wanneer ze zich herinnert hoe zij met hem samenlag op een zonnige dag zestien jaar geleden met rododendrons rondom en hij sprak 'the sun shines for you' en de lange kus die volgde: 'and then I asked him with my eyes to ask again yes and then he asked me would I yes to say yes my mountain flower and first I put my arms around him yes and drew him down so he could feel my breasts all perfume yes and his heart was going like mad and yes I said yes I will Yes'. Is ooit een roman zo allerliefst en affirmatiefst geëindigd?
De titel Ulysses verwijst naar Odysseus, het hoofdpersonage van de Odyssee en het is dit oude epos van Homeros dat het grondplan vormt voor deze modernistische roman. Elk hoofdstuk van Ulysses verwijst in meer of mindere mate naar een episode van de Odyssee. In Stephen kan men Telemachus zien, Leopold Bloom is Odysseus en Molly kan men beschouwen als een Penelope. Waar Odysseus tien jaar zwerft op de Middellandse Zee en ongelooflijke avonturen beleeft met de vreemdste creaturen, stapt Bloom een hele dag door Dublin en ontmoet hij gewoon andere mensen. Terwijl Penelope, wachtend op haar man, belaagd wordt door huwelijkskandidaten, pleegt Molly overspel, waarvan haar man evenwel op de hoogte is. En de jonge Stephen dwaalt rusteloos in zijn gedachten, geraakt dronken verwikkeld in een vechtpartij en wordt geholpen door Bloom die zich over hem ontfermt en hem meeneemt naar zijn woonst waar ze samen chocomelk drinken. Het Griekse heldendicht is getransformeerd in een fijn, klein, burgerlijk verhaaltje.
Maar de titel luidt Ulysses, niet Odyssey … Ulysses, in het Nederlands Odysseus, is het hoofdpersonage van de Odyssee, maar figureert ook sterk in de Iliad van diezelfde Homeros. Daar is hij degene die eigenlijk niet mee wou optrekken naar Troje maar toch het Griekse leger moet vervoegen. En hij verzint de list met het paard wat een einde maakt aan het tienjarige beleg van de stad Troje. Ulysses bevat ook vele verwijzingen naar de Iliad, met andere woorden, je krijgt hier twee epen voor de prijs van één! Er draven immers nogal wat verwijzingingen naar paarden op, al dan niet Trojaans, in Ulysses.
Al bij aanvang lijkt Troje daar, wanneer Stephen ontwaakt in de Martello tower, een oorlogsfort aan de kust van Dublin! Buck Mulligan, de verraderlijke vriend van Stephen, spreekt als eerste in deze roman: 'Introibo ad altare Dei' en is het nu toeval dat 'In Troy' daarin weerklinkt? Het hoofd van Mulligan wordt bovendien omschreven als zijnde 'equine in its length'. Iets verderop zegt Mulligan dat zij iets moeten doen voor dit land (Ierland): 'Hellenise it', wat klinkt als een strijdkreet als je denkt aan de Trojaanse oorlog.
Het bekendste paard dat opdraaft in Ulysses is 'Throwaway', de aanleiding tot een groots misverstand. Vroeg op de dag oftewel in hoofdstuk vijf vraagt ene Lyons aan Bloom of hij zijn krant even mag om informatie te zoeken over de Ascot Gold Cup, een paardenwedstrijd nabij Londen. Bloom zegt hem dat hij de krant mag houden want hij 'was just going to throw it away'. De man is echter slechthorend en meent dat Bloom 'Throwaway' heeft vernoemd, een paard dat meedoet aan die wedstrijd en als outsider aangeduid staat. In de loop van de roman blijken nogal wat Dubliners bezig met die rennen, behalve Bloom. Het paard Throwaway wint de race en iedereen denkt dat Bloom veel geld gewonnen heeft. Bloom, totaal onwetend van dit alles, wordt door sommigen in de pub met de nek aangekeken omdat hij geen rondje geeft. Is het nu toeval of vergezocht dat in de naam 'Throwaway' ook Troy verscholen zit?
En toch … die paardenwedstrijd vond echt plaats op 16 juni 1904! En een paard met de naam 'Throwaway' won toen! Veel in Ulysses blijkt echt niet zo verzonnen. Nu nog misschien zullen jonge Ieren lezend in het boek denken dat daar op een bladzijde een oudoom van ze ten tonele gevoerd wordt. De dag waarop Joyce zijn eerste afspraakje had met Nora Barnacle, de vrouw waarmee hij de rest van zijn leven samen zou zijn, was overigens … 16 juni 1904. Chique toch. (Nora zou echter nooit het boek van haar man gelezen hebben.) Over deze roman geraakt men niet uitgepraat. Dit boek is een vriendschap. Mocht ik ooit verbannen worden naar een onbewoond eiland, voor onbepaalde duur, en slechts tien boeken mochten mee, dan koos ik hiervan minstens twee exemplaren, rekening houdend met slijtage. Ik denk dat elk nachtkastje zo ontworpen is dat het geschikt is voor dit boek.
PS Ook in de stripwereld is de invloed van Joyce overduidelijk. (Verrek, ik voel een literatuurwetenschappelijke bui opkomen!) Volgens mij – maar ik kan me perfect vergissen – werd zelfs de schepper van Jommeke Mon Nys* ik bedoel Jef Nys beïnvloed door Joyce. In de dunne ik bedoel dikke roman Ulysses treedt enkele malen een geheimzinnig personage op: 'the man in the mackintosh'. Een mackintosh is een regenjas die waterdicht werd gemaakt door katoen met rubber te bewerken. Dat obscure personage wordt feitelijk slechts gesignaleerd, meer niet. Hij speelt ogenschijnlijk in Ulysses geen rol van betekenis. Professoren proberen nog steeds te achterhalen wie deze figuur is: een bestaand iemand (een obscure dichter uit Dublin?), een fictief geval (de geest van Blooms dode vader?), Joyce zelf? Maar nu Jef Nys! Een vreemde figuur duikt ook herhaaldelijk op in De Zwarte Bomma, het zevende album in de Jommeke-reeks: een man met een fopspeen. Die staat daar maar terwijl de striphelden iets doen. Op het einde van die strip bekent dat personage dat hij gewoon als bladvulling fungeert. Erg modernistisch toch. Toeval?
* Mon Nys – al dan niet familie van Jef Nys – heeft samen met Paul Claes Ulysses vertaald.
Kwintessens
Dirk Ooms is huis- en tuinman, en boekenwurm
_Dirk Ooms - Recensent
Meer van Dirk Ooms

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws