Kwintessens
Geschreven door Karel D'huyvetters
  • 572 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

2 juli 2024 Waarheid en verzinsel (deel 2)
Het boek Job is om verschillende redenen een opvallende verschijning in de Joodse Bijbel, in zoverre zelfs dat men veronderstelt dat het verhaal niet oorspronkelijk Joods is. Maar aan de andere kant is het wel een typisch Joods verhaal, omdat de God die erin optreedt alle kenmerken vertoont van de Joodse God. Hij veroorzaakt of duldt al het leed van Job, en beloont hem honderdvoudig voor zijn trouw geloof. We lezen het verhaal geboeid, maar we weten dat het een emblematisch en een stichtend , geen waargebeurd verhaal is. Als we lezen dat Salomo zevenhonderd vrouwen had en daarnaast driehonderd bijvrouwen (1 Kon 11:3), monkelen we even, halen de schouders op en lezen dan weer verder. Niemand neemt het verhaal met de sprekende ezelin van Bileam (Num 22:28-32) letterlijk. Maar toch verwacht men van de lezers van de Joodse Bijbel dat ze onvoorwaardelijk geloven in de almachtige, belonende en bestraffende God die erin beschreven wordt.
Ongetwijfeld het belangrijkste geloofspunt van het christendom is de verrijzenis van Jezus, de mens-geworden zoon van God, en de opstanding van alle gelovigen bij het einde der tijd. In Paulus 1ste brief aan de Korintiërs lezen we:
'In de eerste plaats dan heb ik u overgeleverd wat ik ook zelf als overlevering heb ontvangen, namelijk dat Christus gestorven is voor onze zonden, volgens de Schriften,  en dat Hij begraven is, en dat Hij is opgestaan op de derde dag, volgens de Schriften, en dat Hij is verschenen aan Kefas en daarna aan de Twaalf. Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nog in leven zijn, hoewel sommigen zijn gestorven. Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen. En het laatst van allen is Hij ook verschenen aan mij, de misgeboorte.'
Paulus geeft toe dat hij geen getuige was van de hemelvaart. De overlevering die hij ontvangen heeft over de verrijzenis vinden we enkel bij Lukas, in zijn Evangelie en de Handelingen, niet bij de andere drie evangelisten, en zelfs bij Lukas is de tekst erg twijfelachtig en contradictoir. 'Volgens de Schriften' betekent hier niet dat de gebeurtenissen in de (Joodse) Schriften beschreven staan, maar dat ze erin voorspeld werden. Dat verhindert Paulus niet om vervolgens te stellen:
'Als er geen opstanding van de doden bestaat, is ook Christus niet verrezen. En wanneer Christus niet is verrezen, is onze prediking zonder inhoud en uw geloof eveneens. Dan volgt zelfs dat wij over God een vals getuigenis hebben afgelegd; want dan hebben wij tegen God in getuigd dat Hij Christus ten leven heeft gewekt, wat Hij niet gedaan heeft, indien, zoals zij beweren, de doden niet verrijzen. Want als de doden niet verrijzen, is ook Christus niet verrezen, en als Christus niet is verrezen, is uw geloof waardeloos en zijt gij nog in uw zonden. Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn verloren. Indien wij enkel voor dit leven onze hoop op Christus hebben gevestigd, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen. Maar zo is het niet! Christus is opgestaan uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn.'
Voor wie ook maar een greintje gezond verstand heeft, is het onbegrijpelijk dat iemand op zulke losse gronden heeft kunnen geloven dat wat Paulus zegt waar is. Dat mensen sterven en weer levend worden, dat is echt onmogelijk, dat heeft nog nooit iemand meegemaakt. En toch heeft men dat tweeduizend jaar lang staande gehouden, en dat doet men nog steeds, en dat is de basis en de bestaansreden voor het christelijk geloof, dat nog steeds 2,38 miljard mensen belijden.
Het dogma van de wederopstanding is niet zomaar een vreemd idee dat men blindelings moet geloven op het getuigenis van anderen. Het heeft ook enorme implicaties, en daar is het om te doen. Aan het leven na de dood zijn immers voorwaarden verbonden, en de essentie daarvan is dat men zich onderwerpt aan het gezag van de Kerk, en de voorschriften en verbodsbepalingen strikt naleeft. Doet men dat niet, dan zal men na de dood voor eeuwig gemarteld worden in de hel. Hemel en hel, beloning en bestraffing zijn dus de stok achter de deur om de mensen in het gareel te houden, niet alleen voor het onderhouden en uitvoeren van talloze banale of idiote rituele verplichtingen, maar ook voor het naleven van opgelegde gedrags- en samenlevingspatronen. De Kerk bepaalt alle aspecten van heel het privéleven en van de hele samenleving. Wie gelooft en de geboden en verbodsbepalingen naleeft, zal in dit leven gelukkig zijn; en mocht dat toch niet het geval zijn, dan gebeurt dat in het hiernamaals. Dat geldt vice versa ook voor wie dat niet doet; hun wacht onheil in dit leven, en eeuwige bestraffing na de dood, of de totale vernietiging.
De Kerk ziet toe op de verspreiding van die onzalige onzin, en op het naleven van de regels. De bedienaars van de eredienst bekleden een hoge gezaghebbende functie in het maatschappelijk leven en worden daarvoor gerespecteerd en goed betaald. En dat is in feite waar het hun om te doen is. Godsdienst is in feite niets anders dan een systeem van economische onderdrukking van de massa door een religieuze elite. De hele rituele inkleding is niet meer dan dat, een middel om het lucratieve machtssysteem in stand te houden.
Ik beweer niet dat godsdienst het enige onderdrukkingsmiddel is. Vanouds was er ook het recht van de sterkste, en ook dat kan vele vormen aannemen. Naast de fysieke overmacht is er ook de sluwheid, en gewiekste bedriegers vindt men overal. De politiek is altijd een kwestie van macht en sluwheid geweest en is dat nog steeds. Maar daarnaast zijn er ook altijd mensen geweest die een plaats in de samenleving wisten te veroveren door het vertellen van verhalen. Het Oude Testament is daarvan een krachtig voorbeeld, net zoals nadien het Nieuwe Testament en de Koran, en al de commentaren die erbij verteld en geschreven zijn. Naast al de eindeloze religieuze literatuur is er ook de profane, en die is verantwoordelijk voor vele andere ideeën die mensen overnemen en aankleven. Denk aan het Romeinse patriotisme, aan de feodaliteit, aan hoofse liefde, aan de gilden, aan romantiek, aan het kolonialisme, aan nationalisme, racisme, antisemitisme, socialisme, liberalisme, communisme, kapitalisme, ecologisme …
Literaire roem en commercieel succes is iets wat velen nastreven. Er bestaat een hele literaire industrie, met een geschatte waarde aan omzet van meer dan honderd miljard per jaar. Jaarlijks worden er massa's 'boeken' gepubliceerd, naargelang de telling tussen de 500.000 en vier miljoen … Daarin worden feiten en gebeurtenissen weergegeven, en ideeën voorgesteld, waarvan die miljarden lezers kennisnemen. De waarheidswaarde van al die publicaties gaat van het absolute nulpunt tot een onbereikbaar hoogtepunt. Bovendien lezen mensen zelden heel kritisch. De kans is dus groot dat veel van wat geschreven wordt niet helemaal waar is, en toch door velen voor waar aangenomen wordt. Zo komt het dat sommige valse ideeën zelfs gemeengoed worden, terwijl ze door een enkeling verzonnen zijn. Dat kan verregaande gevolgen hebben. Denk bijvoorbeeld aan het verhaal over de massavernietigingswapens van Saddam Hoessein in Irak.
Wat de mens onderscheidt van andere levende wezens is ongetwijfeld de taal, als uitdrukking van onze hogere mentale vermogens. Taal is een machtig wapen, naast fysiek geweld. Taal kan bevrijden en verhelderen, maar ook onderdrukken en verduisteren. In onze mediatieke tijd is taal alomtegenwoordig, maar het is nu niet gemakkelijker om de waarheid te achterhalen dan vroeger. Nog nooit waren er zoveel mensen, objectief en relatief, die kunnen lezen en schrijven, en nog nooit is er zoveel onzin en onwaarheid verteld. Fake news wordt als waar verkocht, en geverifieerde feiten worden als fake news bestempeld. Stilaan krijgt nu ook AI het (laatste?) woord, en is er niemand meer hoofdelijk verantwoordelijk voor wat daar gezegd wordt. Factchecken wordt alsmaar moeilijker, en eerlijke en competente journalistiek veeleer een zeldzaamheid. Alles is een verhaal, alles een fictie, een virtuele realiteit, een alternatieve waarheid, een opinie, een ideologie. We hebben de grote verhalen achter ons gelaten, en iedereen heeft nu een eigen verhaal, een eigen waarheid. De Babelse of Babylonische spraakverwarring (Gen 11:1-9) is compleet. We kunnen niemand nog geloven, en geloven in niets meer, omdat we al zo vaak bedrogen en verraden zijn. Tot we weer een andere rattenvanger achternalopen, verleid door een nieuw deuntje, door een nieuw verhaal, een nieuw beloofde land of een nieuwe catastrofe tegemoet.
Lees hier deel 1 van dit essay.
Kwintessens
Karel D’huyvetters (°1946) legt zich toe op de geschiedenis van het atheïsme en het antiklerikalisme. Van hem verschenen Nederlandse vertalingen van de belangrijkste werken van Spinoza, met uitvoerige commentaren. Hij onderhoudt een website over Spinoza en een persoonlijke website.
_Karel D'huyvetters -
Meer van Karel D'huyvetters

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws