11 september 2024
Be-Geinige Zomerweek als laboratorium voor een zorgzamere economie
2024, Tine Dekempe en Francien van de Beek, met dank aan de Be-Geinen van toen en nu
_De eerste zaadjes
In 1975 kondigden de Verenigde Naties het Internationale Jaar van de Vrouw aan. Massaal stonden vrouwen op om op te komen voor hun rechten en gedachtegoed. Tijdens de eerste VN-Conferentie van Vrouwen in Mexico werd het VN-Decennium van de Vrouw aangekondigd[1].
In Nederland vond het eerste congres van Dolle Mina al in 1970 plaats. De jaren daarna ontstond er ook een feministische golf binnen de theologie, waarin vrouwen op zoek gingen naar een meer feministische vorm van theologie in plaats van de traditionele patriarchale vorm. Zowel in Nederland als in Vlaanderen kwamen vrouwen via workshops en studiedagen regelmatig bij elkaar. Het was na een van die bijeenkomsten dat de eerste zaadjes werden geplant voor een initiatief dat tot op heden voortduurt: de Be-Geinenweek. Een naam met een knipoog, die afstamt van de vroegere Begijnen en van het woord 'Gein', omdat plezier voor hen een grote verbindende factor is (zie Begijnen en Be-Geinen).
_In het café
Het gebeurde op 7 juni 1997. Irmgard Busch, als theologe werkzaam bij DISK-Arbeidspastoraat van het bisdom Rotterdam, had een studie- en werkdag gegeven rondom het thema: 'Economie, een zaak van geloven'. Na afloop zat zij met een aantal vrouwen in café Engels naast het Rotterdams Centraal Station in Nederland, terwijl buiten een storm raasde over de stad. Bomen lagen over de weg en elektrische leidingen waren gebroken. Openbaar vervoer was onmogelijk. Met hilariteit zagen zij door de ramen het schouwspel van heen en weer op straat. De storm had alles ontregeld. Onverwacht kreeg het thema van die studiedag een vervolg. Toen iedereen vertelde waar zij nu mee bezig zouden zijn als ze thuis waren, werd het gezelschap steeds vrolijker. 'Dit moeten we veel vaker doen', zeiden ze tegen elkaar, 'zelf gelegenheid scheppen voor dit soort economische en gelovige zaken. Niet afhankelijk zijn van zoiets als noodweer'. Ter plekke ontstond het plan om ook andere vrouwen te benaderen en over grenzen heen te gaan.
Irmgard had een idee. Ze had rond het thema Weiberwirtschaft (zie Weiberwirtshaft) al eens samengewerkt met Lucrèce Maene, medewerkster bij vzw VESTA in België. VESTA had geen vaste plek, maar zwierf over Vlaamse wegen naar vrouwen die zich wilden bijscholen omtrent feminisme en wat daar allemaal bij komt kijken in de dagelijkse praktijk op het gebied van geloof, kunst, economie en spiritualiteit. Ze nam contact op met Lucrèce en vertelde wat er die bewuste avond ontstaan was. Lucrèce reageerde enthousiast en samen werd het plan gesmeed om een zomerweek te organiseren bij haar op de hoeve in Meetkerke. Zo gezegd, zo gedaan.
_De Pottemaecker in Meetkerke
In de zomer van 1998 kampeerden zij een week lang met achtentwintig vrouwen op de Pottemaecker in Meetkerke, de hoeve van Lucrèce Maene en haar partner. Ze hadden een grote schuur ter beschikking, een keuken, een zolder en sanitaire voorzieningen. Ze sliepen in hun tent of caravan of in een stapelbed op zolder. Zowel binnen als buiten was er volop ruimte om alleen en samen met andere vrouwen dingen te doen waar ze rijker en vrolijker van werden. Iedereen heeft talenten, kennis en ervaring. Tijdens de Be-Geinenweken werd het een uitdaging om deze met elkaar te delen. Zo ontstond een divers, verrassend en inspirerend aanbod. Er waren workshops op alle mogelijke gebieden. Ambachten kwamen uit de verf: schilderijen maken, papier scheppen, gedichten en verhalen schrijven, zingen, dansen, meubels ontwerpen voor je eigen huis. Er was uitwisseling van resultaten op het gebied van vrouwenstudies, hoe je blinde vlekken in de wetenschap kunt vinden en hoe je met andere methoden tot andere kennis komt.
Lucrèce en Irmgard coördineerden deze eerste week en stelden voor elke dag een programma samen uit het aanbod van de deelneemsters. Er waren geen kunstmatige scheidslijnen tussen professioneel werk en vrijwilligerswerk, tussen hand- en hoofdwerk, tussen economie en privèzaken, tussen het 'ik' en de 'ander'. Iedereen was gelijkwaardig, ook wat betreft de huishoudelijke zaken. Lucrèce deed de boodschappen, er werd om beurten gekookt en de laatste dag nam iedereen een schrobber en dweil in handen om de boel weer proper achter te laten.
_Begijnen en Be-Geinen
Die eerste zomer gaf Irmgard een workshop vrouwengeschiedenis en wist ze veel te vertellen over het 'leven en werk van Begijnen'. Tijdens de middeleeuwen ontstonden er in Nederland en in Vlaanderen steeds meer begijnhofjes, waar alleenstaande vrouwen gingen samenwonen. Zij vonden een tussenvorm tussen het kloosterleven en een leven in de maatschappij, waarbij religie en zorg voor de medemens centraal stonden, maar waarbij zij zelfstandig en onafhankelijk van de kerk waren. De vrouwen bezochten het Begijnhof in Brugge dat nog meer tot de verbeelding sprak. Zij zagen het Minnewater dat niet meer voor de wolproductie gebruikt mocht worden. Dit en andere verboden en beperkingen in Begijnhoven van andere steden wakkerden de verbeeldingskracht aan. En toen er 's avonds in de schuur van Meetkerke nog een citaat op tafel kwam uit een edict van paus Clemens XI (1649-1721), waarin muziek van vrouwen wordt verboden omdat het 'totaal schadelijk is voor de bescheidenheid die eigen is aan de vrouwen, daar deze daardoor wordt afgeleid van de zaken en bezigheden die voor haar geschikt zijn', wisten zij hoe onbescheiden, brutaal en levenslustig zij waren. Lucrèce wist dit toen treffend te verwoorden: 'wat kunnen wij goed Be-Geinen'. Dit was het begin van het werkwoord Be-Geinen: met gein de Weiberwirtschaft beminnen. Vroed, zot en amoureus. Ik be-gein, jij be-geint, wij Be-Geinen. Het is een werkwoordvorm die door de Amerikaanse theologe Mary Daly in het leven geroepen is. Zij splitst en gebruikt hoofdletters om nog meer te duiden op 'Be-' dat verwijst naar 'existentieel' (Being) gevolgd door een werkwoord, in dit geval 'geinen' dat verwijst naar de Begijnen van ooit, maar ook naar plezier onder elkaar en als werkwoord voor actie.
De toon was gezet en duurt tot op heden voort. Nog steeds zijn er vrouwen bij van het eerste uur, maar ieder jaar verschijnen er nieuwe gezichten. De Be-Geinen groeien met de tijd mee. We laten de vrouwen van nu verder aan het woord.
_Zelforganisatie
De idee om zelf vorming te organiseren in de eerste Be-Geinenweek kwam mede voort uit de simpele vaststelling dat een cursus volgen (veel) geld kost en dat het voor een deel van de vrouwen onbetaalbaar is, terwijl heel veel kennis al in de groep aanwezig is. Het enige wat we moesten doen is het met elkaar delen. Maar de Be-Geinenweek gaat niet alleen over het delen van kennis. We hebben elkaar zoveel meer te bieden. Niet enkel wat we zelf gehaald hebben uit opleidingen op om het even welk niveau of door onze maatschappelijke positie, maar tevens de inzichten die we verworven hebben, onze levenservaring en -wijsheid, de vaardigheden die we ontwikkeld hebben, onze emoties, intuïtie en creativiteit, de contacten en netwerken die we opgebouwd hebben.
De eerste tien jaar dat we samenkwamen, deden we ook samen het huishouden. Inkopen doen, koken en de boel schoon houden voor een groep van twintig à dertig deelneemsters vereist heel wat organisatietalent en arbeid. Maar hierin zijn we sterk omdat we het doen als groep en gebruik maken van de talenten en mogelijkheden van de deelneemsters.
In de loop van de jaren is er natuurlijk een en ander veranderd. Niet alle vrouwen zijn nog met kerk, theologie en feminisme bezig, maar ze zijn wel sterk maatschappelijk geëngageerd. Toch is zingeving, zorg en de kracht van vrouwen nog steeds een grote dragende factor.
Soms vielen er deelneemster af, maar altijd weer kwamen er nieuwe en ook jongere vrouwen bij, waardoor het aantal deelneemsters constant bleef. Na tien jaar in Meetkerke werd het een paar jaar stil, maar het vuurtje doofde niet. Tijdens een tussenjaar in Nederland laaide het weer op en vonden we uiteindelijk een nieuwe locatie in het World House in het Duitse plaatsje Wetten, waar we nu alweer acht jaar op rij helemaal thuis zijn, nog steeds vanuit dezelfde visie en missie.
_Visie en missie
Ina Praetorius (1956), een Zwitsers evangelische theologe en auteur, verwoordt heel goed wat onze visie is: 'Veel vrouwen zijn arm, veel vrouwen zijn rijk. Geld is niet het enige criterium dat bepaalt of iemand rijk of arm is. Wanneer vrouwen vanuit hun rijkdom aan relaties, vaardigheden, tradities en intelligente emoties zouden denken en handelen, ontdekken ze nieuwe wegen en mogelijkheden.' Met die nieuwe wegen en mogelijkheden experimenteren we nog steeds volop tijdens de zomerse Be-Geinenweken.
Een andere maatschappij creëer je niet door louter je doel te veranderen. Als je minder macht(smisbruik) aan de top wilt, moet je aan de basis oefenen met andere middelen. Daarom oefenen we met vormen van gedeeld leiderschap en gedeelde verantwoordelijkheid. Workshops, planning en gespreksrondes worden beurtelings door de vrouwen begeleid. Vrouwen die hier (nog) geen ervaring in hebben, kunnen oefenen en ervaring opdoen in een veilige en steunende omgeving.
Ook workshops over geweldloze en verbindende communicatie, zijn een vaak terugkerende activiteit. Communicatie is de basis van een betere besluitvorming en van een basisdemocratische samenleving waarin aandacht is voor ieders noden en waarden.
De Be-Geinenweek bruist van creativiteit en energie. Er is veel vrolijkheid. We lachen en zingen 'uit volle borsten'. Er wordt gedanst en gevierd. We beleven de 'gein' in het woord met veel levenslust.
_Weiberwirtshaft
Ook dit begrip ontlenen we aan Ina Praetorius. In Duitstalige gebieden wordt dit woord gebruikt om op een laatdunkende en bagatelliserende manier het complexe werk van het voeren en organiseren van een huishouden aan te duiden. In het woord zit een tegenstelling: huishouden in het klein (thuis) is van vrouwen (Weiber), huishouden in het groot (Wirtshaft, economie) is van mannen. Voor ons is het een geuzennaam. We denken na over geld en zorg en hoe we de talenten en inzichten die we al doende ontwikkelen, maatschappelijk kunnen inzetten. De Be-Geinenweek is ons oefenterrein. We organiseren ons volgens eigen inzichten en stellen regels en gewoonten ter discussie.
_Genderbewustzijn en streven naar een samenleving van gelijkwaardigheid
Het patriarchaat, een sociaal systeem waarin mannen de meeste macht en privileges hebben en hoger gewaardeerd worden dan vrouwen en non-binaire personen, is niet als een natuurlijk proces tot stand gekomen. In Europa is het afgedwongen met heksenprocessen die vooral tussen de 14de en 18de eeuw miljoenen vrouwen terroriseerden en onschuldige vrouwen levend verbrandden nadat ze wreed waren gemarteld en beschuldigd van hekserij. Grote vrouwenbewegingen door heel Europa zijn hiertegen in opstand gekomen, waaronder de Begijnen, die zich in zelfvoorzienende gemeenschappen afsloten van het gangbare systeem en een economie van zorgen en delen met elkaar opzetten.
Mannen die opkwamen voor gelijke rechten en kansen voor mannen en vrouwen liepen het risico hun privileges te verliezen, uitgestoten te worden door hun gemeenschap van familie en vriendschappen, slachtoffer te worden van pesterijen, intimidatie en geweld of gevangenschap.
Het zijn diepgewortelde historische trauma's, die vrouwen nog met zich meedragen en die tijdens de Be-Geinenweken regelmatig aan de orde komen.
Een van de pijlers van de Be-Geinenweek is daarom het werken aan genderbewustzijn, een thema dat elk jaar in een of andere workshop aan bod komt. We hebben een geschiedenis van vele eeuwen van vrouwenonderdrukking en streven naar gelijkwaardigheid. Hieruit vloeit actie voort (zoals de deelname aan de actie tegen seksueel geweld van Amnesty International), maar tevens het stilstaan bij en verwerken van persoonlijke trauma's. Er wordt soms gehuild om wat ons is aangedaan, maar er zijn ook tranen van ontroering en herkenning. Én van dankbaarheid, om dit te kunnen delen met elkaar en voor de kracht en de energie die hieruit voortvloeien.
_Naar een nieuwe economie
Het neo-liberaal economisch model is aan zijn grenzen gekomen. Menselijke verhoudingen zijn gereduceerd tot ruilverhoudingen. De omvangrijke hoeveelheid onbetaalde arbeid voor zorg en instandhouding van de mensheid, die voor meer dan 70% door vrouwen wordt geleverd, wordt volledig verdonkeremaand in de economische modellen. Het is de grootste blinde vlek in het economisch denken. Het heeft de mensheid naar de rand van de afgrond gebracht met oorlogen, extreme ongelijkheid in de wereld, milieuvervuiling en degradatie, en klimaatverandering. Er is een nieuwe economie nodig, die zorgt voor een eerlijke verdeling van de bronnen van de aarde en die zorgzaam met elkaar en met moeder aarde omgaat. Een economie, die niet langer gebaseerd is op het winstprincipe en op het verrijken van een kleine minderheid, maar een economie gebaseerd op mensenrechten, die het welzijn van mensen centraal stelt, die niemand achterlaat en rekening houdt met de grenzen van de aarde[2].
Als je een andere economie wilt, zal je hierin niet slagen door je enkel op een ander doel te richten (van een winsteconomie naar een zorgeconomie), maar moet je andere middelen ontwikkelen om die zorgeconomie mee vorm te geven en te installeren. Rijkdom is iets anders dan het bezitten van geld. Onze innerlijke rijkdom draagt verder.
_Ons her-verdeel-potje
Doordat we andere wegen willen bewandelen, zoeken we eveneens naar een goede manier om met onze financiën om te gaan, want we moeten natuurlijk ook het financiële plaatje rond krijgen. Daarom hebben we een her-verdeel-potje. Sommige vrouwen betalen meer, andere vrouwen betalen minder, al naargelang hun financiële draagkracht. Hierbij vertrekken we van de nullijn: er zijn soms vrouwen die in zo'n precaire situatie zitten, dat ze helemaal niets kunnen betalen. Daarom zijn er vrouwen die meer betalen dan de reële kostprijs voor eten en verblijf per deelneemster. Hoeveel een deelneemster betaalt, is haar vrije keuze. We vragen niet hoeveel iemand verdient, maar vragen om zelf de afweging te maken wat je kunt betalen en wat het je waard is. Er is de keuze voor een eenvoudige kamer of voor meer comfort, al naargelang je noden en je verlangens. Ook dit is een voorbeeld van het toewerken naar een rechtvaardige, solidaire samenleving. We willen de regels die ergens anders gelden (zoals bijvoorbeeld betalen naar inkomen of genoegen nemen met minder comfort als je maar weinig inkomen hebt), ter discussie stellen en voelen/denken hoe het anders kan; meer aansluitend op de samenleving die we willen vanuit zorg voor elkaar.
_Thuis in het World House
Dat we ons thuis voelen in het World House is geen toeval. Het World House is een voormalig klooster in Wetten, een klein dorpje in Duitsland, nabij de Nederlandse grens. De initiatiefneemster en bezielster is Thera Van Osch, voor wie gendergelijkheid altijd de kernopdracht was van de projecten waarin ze werkte. Het is niet zomaar een gastenverblijf. Het is echt een bijzondere plek - één met het oog op een duurzame toekomst.
World House Wetten, 2024
Het concept van Caring Economics vormt er de kern van de filosofie. Zorg voor mensen en zorg voor de planeet staan centraal in de economische benadering van het World House.
Het World House wil een plek creëren waar mensen van over de hele wereld zich welkom en thuis voelen. Ze omarmen de diversiteit van culturen, waarderen de uniciteit en schoonheid van elke persoon. We hebben allemaal gelijke rechten en verdienen het allemaal om met waardigheid en respect te worden behandeld.
Het World House streeft naar een inclusieve omgeving voor iedereen. Elke verdieping van het gebouw weerspiegelt een ander continent in zijn decoraties. Het interieur van het huis is sober en pretentieloos maar toch gastvrij zodat iedereen zich op zijn gemak kan voelen. Ze willen een plek zijn waar mensen met elkaar in contact komen om nieuwe perspectieven te creëren. Ze bieden verschillende ruimtes voor groepen om samen te komen, waaronder vergaderzalen, restaurant, bibliotheek, co-workingruimte, theehuis, meditatieruimte, terrassen en een plek voor kampvuur in de tuin.
De zorgzame economische benadering omvat een circulaire economie die het gebruik van grondstoffen vermindert, producten zo lang mogelijk hergebruikt en afval recyclet. Ze streven ernaar te handelen in harmonie met het idee van de circulaire economie. Met een innovatief energiesysteem produceren ze hun eigen elektriciteit en zetten ze zich in voor de bescherming van het milieu.
De prachtige tuin voorziet de gasten van vers biologisch fruit, kruiden, noten en groenten. De vegetarische en veganistische maaltijden in het restaurant zijn merendeels biologisch en gezond. De oude kloosterboomgaard in de tuin is ter beschikking gesteld aan milieuorganisaties uit de buurt, die daar een habitat voor wilde bijen hebben gecreëerd en een veelvoud van oorspronkelijke weidebloemen hebben gezaaid om het insectenbestand in de regio te herstellen. De visie van het World House sluit naadloos aan bij waar de Be-Geinen voor staan.
_Over grenzen van geloof en levensbeschouwing heen
Als we nu terugkijken op de beginjaren, zien we dat bij de deelneemsters religie, geloof en levensbeschouwing nog steeds aanwezig zijn, maar evengoed uitgesproken vrijzinnig en humanistisch gedachtegoed. Het zijn steeds terugkerende gespreksthema's. Opvallend is dat we heel dicht bij elkaar komen in onze gesprekken en dikwijls het gevoel hebben dat we op één lijn zitten. Er is een onderstroom in het zoeken en vinden op het vlak van zingeving, waar de tegenstelling tussen geloven en niet geloven volledig wegvalt. De verbinding die dat oplevert, is van onschatbare waarde. Het is ook uniek, want we begeven ons in het dagelijks leven minder buiten de kring van onze eigen godsdienst of levensbeschouwing. Voor veel van de deelneemsters is het een belangrijk onderdeel van hun identiteit. Door dieper in gesprek te gaan met degenen van wie we denken dat ze anders zijn, dalen we bijna vanzelfsprekend af tot dat diepere niveau van zingeving, waar we elkaar vinden, ontmoeten en verrijken, over de grenzen van geloof en levensbeschouwing heen.
_Be-Geinenige zomerweek als laboratorium voor een gezondere economie
Het is onze kracht dat we verder kijken dan geloof en levensbeschouwing, politiek en economie. We hopen dat we zo een 'laboratorium' zijn voor een nieuwe vorm van samenleven. Een samenleving waarin delen en zorgen meer centraal komen te staan met een economie, die gericht is op duurzame verbetering van de kwaliteit van leven en van ieder afzonderlijk en van elkaar.
_Noten
- https://collectie.atria.nl/bibliotheek/item/407911-1975-internationaal-jaar-van-de-vrouw
- Van Osch. T., 2000, De uitdaging voor de 21e eeuw: Zorgzaamheid verankeren in het economisch systeem in: Mainstreaming van de zorgeconomie; discussiebundel over de economische waarde van de zorg. Utrecht. (Vrouwen Alliantie Media Producties), 2000.