30 september 2024
Naar lokale bestuursakkoorden waarin goed bestuur steunt op menselijke kwaliteiten
Na de lokale verkiezingen staan de nieuwe gemeentelijke en provinciale coalities voor de taak bestuursakkoorden te sluiten. Ik pleit ervoor om daarin uitdrukkelijk het engagement aan te gaan om gedurende de komende bestuursperiode stil te staan bij de volgende vraag: hoe kunnen wij zo goed mogelijk een beroep doen op de menselijke kwaliteiten van politici en burgers die deelnemen aan participatieprocessen?
Daartoe behoren bijvoorbeeld kwaliteiten als moed, tolerantie, wijsheid, zin voor rechtvaardigheid, empathie en dergelijke. Vrijwel iedereen beschikt er in mindere of meerdere mate over. Het komt erop aan omstandigheden te creëren waardoor ze optimaal tot hun recht kunnen komen. Anders gezegd: hoe kan men, om te komen tot een kwalitatief hoogstaand lokaal bestuur, het beste wat politici en burgers te bieden hebben gaan ontdekken, aanwenden en versterken? Die vraag is helemaal niet vergezocht. De humanistische psychologie benadrukt immers dat de mens ernaar verlangt om te groeien, om zijn of haar potentieel te ontplooien, ieder op zijn manier en in de dingen waarin hij of zij goed is. Dat verschaft mensen diepgaande en duurzame vreugde. Bovendien wijst de praktijk uit dat nogal wat burgers en politici zich met heel hun hart willen inzetten voor het algemeen welzijn en maatschappelijke rechtvaardigheid. Waarom zouden we dan niet opteren voor methoden van politieke besluitvorming die daartoe alle kansen bieden? Daar komt bij dat lokale besturen voor pittige uitdagingen staan. Om ze tegemoet te treden hebben zij er alle baat bij een beroep te doen op het menselijk potentieel, op het beste wat mensen te bieden hebben. Politieke besluitvorming steunt dan op de kracht van mensen, op een innerlijke, erg rijke voedingsbron. Dat is humanisme in topvorm: politieke spelers in omstandigheden brengen die hen in staat stellen hun positieve menselijke vermogens zo vruchtbaar mogelijk in te zetten.
Het zou mooi, hoopgevend en verheugend zijn als men in de te sluiten bestuursakkoorden zou afspreken dat men stil zal staan bij de vraag hoe men optimaal een beroep kan doen op de menselijke kwaliteiten van politici en burgers. Hoe men dat wil doen hoeft men niet noodzakelijk in detail uit te werken, al is het vanzelfsprekend mogelijk om al enkele pistes te vermelden. Hieronder som ik in zeer grote lijnen enkele van die meer concrete mogelijkheden op.
- Het oprichten van organen voor politieke samenwerking en verdieping. Samenwerking betekent dat alle politieke partijen, zowel deze van de meerderheid als van de oppositie, de handen in elkaar slaan, onder meer om lastige politieke kwesties aan te pakken. Ieders opinie verwelkomt men als zinvol en waardevol. Verdieping houdt in dat men de wezenlijke vragen en keuzes niet uit de weg gaat, dat men probeert te handelen vanuit dieperliggende waarden, dat de betrokkenen oog hebben voor wat zich diep in hen afspeelt (qua emoties, percepties van de ander en de situatie, oordelen enzovoort) en dat zij beseffen hoe hun innerlijke psychische en morele gesteldheid hun concrete gedrag beïnvloedt. Mogelijke organen voor politieke samenwerking en verdieping zijn bijvoorbeeld speciaal daarop toegesneden gemeente- en provincieraadscommissies. Deze kunnen zich buigen over heikele dossiers en thema's waarover controverse is. Denk maar aan lokale verkeersplannen, omgaan met multiculturaliteit, klimaatmaatregelen, het in orde brengen of houden van de gemeentelijke financiën en armoedebestrijding.
- De zittingen van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen beginnen of eindigen met een klein, op verbinding gericht ritueel. Een mooi voorbeeld is de in vele Nederlandse gemeenten nog steeds gangbare 'bede'. De gemeenteraadsleden verklaren dan expliciet dat ze de belangen van de gemeente en haar inwoners zullen dienen en waardering zullen opbrengen voor ieders mening. Zo een verbindend ritueel kan ook de vorm aannemen van een gezamenlijke maaltijd, of het beluisteren van een inspirerende spreker.
- Een adviesraad oprichten die speciaal belast wordt met het formuleren van aanbevelingen om menselijke kracht in de politiek te brengen.
- Af en toe een beroep doen op methodes die samenwerking en verdieping bevorderen, zoals diepe dialoog waarbij de deelnemers plaatsnemen in een cirkel, vooral luisteren naar elkaar en niet direct reageren op elkaar.
- Het inzetten van methodes die erop gericht zijn om zich letterlijk in de schoenen van de ander te verplaatsen, met name door de deelnemers te vragen argumenten te bedenken ter ondersteuning van de opinie van de ander. Dat leidt tot bewustzijnsverruiming en tolerantie.
- Een charter uitwerken waarin men aangeeft hoe menselijke kracht een plek zal krijgen tijdens de lokale politieke besluitvorming. Hoewel charters doorgaans het droeve lot beschoren is dat zij ergens stof liggen te vergaren in een bureaulade, bieden zij wel het voordeel dat de denkoefening eens gedaan wordt. Daarvan blijft altijd wel iets hangen.
- Een burgerpanel organiseren rond de vraag hoe menselijke kracht een plaats kan krijgen in de gemeente of provincie. Een gemengd panel van burgers en lokale politici behoort evenzeer tot de mogelijkheden.
- Op een min of meer gestructureerde manier, bijvoorbeeld via een daartoe speciaal ontworpen lokale adviesraad, inspiratie opdoen bij vertegenwoordigers van heel uiteenlopende levensbeschouwelijke strekkingen, omtrent hun visie over het belang en de betekenis van menselijke groei in het kader van politieke besluitvorming.
Bovenstaande denksporen, naast vele andere, tonen aan dat het mogelijk is om in zoomen op de binnenkant van de politiek, op wat zich in mensen afspeelt en hoe dat zijn stempel drukt op hun concrete gedrag in de politieke werkelijkheid. Dat is wenselijk. Echte innovatie van de democratie en van de politieke besluitvorming begint bij het innerlijk van burgers en politici. Het zou eigenlijk vreemd zijn indien men hieraan volledig zou voorbijgaan in de te sluiten bestuursakkoorden.
Meer van Eric Lancksweerdt