13 november 2024
Gevangenis 2.0
Een joekel van een dissonantie
In de reeks panelgesprekken CTRL-SHIFT-DELETE van Het Humanistisch Verbond woonde ik dat over 'Effectieve aanpak van criminaliteit' bij. Een kijk in de coulissen van gevangenis en detentiehuis. Boeiend, helder en met kennis van zaken gebracht door sprekers die met beide voeten op de detentievloer staan. Allemaal duidend en inzichtelijk, maar misschien net daarom, bezorgde de avond mij toch ook een joekel van een dissonantie.
Strafuitvoering, gevangeniswezen, detentiehuizen, kortom justitie en criminaliteit allerhande, het zou zich allemaal ver van mijn rustig bedje kunnen afspelen. Ware het niet dat de media mij dagelijks inlichten over donderwolken die zo goed als permanent boven die gebieden hangen. Je kan het de pers moeilijk kwalijk nemen, want wij kopen nu eenmaal geen kranten die verslag uitbrengen over criminelen die niets mispeuterd hebben en overheidsinstellingen die probleemloos functioneren.
Hetgeen mij parten speelt is een conflict tussen aan de ene kant het epistemisch register, zeg maar hetgeen we weten over de materie, of in dit geval, de kennis die de sprekers ons overbrengen, en aan de andere kant het emotioneel register, of: wat voel ik daar als toehoorder en leek bij? Nochtans, zoals gezegd, door alle sprekers boeiend gebracht met veel achtergrondinformatie over allerlei aspecten van het gevangeniswezen en aanverwante detentiehuizen waar de veroordeelde de laatste maanden voor de vrijlating doorbrengt. Zo'n overgangsfase bewijst z'n nut in het voorkomen van 'accidenten' bij herintrede in de reguliere maatschappij.
Op de koop toe kregen we een getuigenis van twee 'gasten' van zo'n huis. De directeur stelde de getuigen op die manier aan ons voor. Zonder mijn politiek incorrecte haakjes welteverstaan. De pek en veren die ik daarvoor over me afroep neem ik er wel bij. Want in mijn emotioneel register was er toch iets dat mij opviel. De twee sprekers gaven ons een uitgebreide kijk op de problematieken (meervoud) van gevangenissen en detentiehuizen. En die schreeuwen allemaal om oplossingen. Maar in die pleidooien voor meer van dit en nog veel meer van dat heb ik niet één woord gehoord over een categorie onvrijwillige deelnemers aan die trieste choreografie, namelijk de slachtoffers. Ik weet het, dat was niet het onderwerp van het panelgesprek, maar ik ben er niet in geslaagd de zure vaststelling te onderdrukken dat je dus een avond kunt vullen met een gedetailleerde klaagzang over immer te weinig middelen voor dit, schrijnend gebrek aan personeel voor dat en niet te vergeten de onmenselijke manier van opsluiting der veroordeelde criminelen tout court, zonder wat dan ook te zeggen over diegenen die 24/7 voor de rest van hun leven herinnerd worden aan die ene ontmoeting met zo iemand waar begrip voor gevraagd wordt. Want, ook al hou je er geen lichamelijk letsel of PTSS (posttraumatische stressstoornis) aan over, vergeten doe je dat nooit meer.
Vooral de getuigenis van de twee 'bewoners' – ja, geen gebrek aan eufemismen in die sector – triggerden mijn emoties. Ze konden er ook niets aan doen dat hun uiterlijk sterk aansloot bij de bestaande clichés; neen, het waren geen witteboordencriminelen, had ik de indruk. Of u dat een verwerpelijk buikgevoel of een evolutionair psychologisch te begrijpen intuïtie wilt noemen, laat ik aan u over.
Maar wees gerust, ik heb niet alleen een buikgevoel waarover je eventueel afkeurend kunt oordelen. Ik ken ook en beaam de argumentatie tegen mensonterend opsluiten zonder begeleiding die een regelrechte aanloop naar recidive is. Ik wéét dat gevangenissen niets oplossen. Ik wéét dat langere en zwaardere straffen niets oplossen. En ik wéét dat de sociale omstandigheden rond je wieg heel bepalend kunnen zijn voor jouw later maatschappelijk pad. Vandaar natuurlijk die dissonantie in mijn hoofd.
Ik doe mijn best, maar elke keer als mijn ratio, mijn gezond verstand of zo'n gevangenisdirecteur me weer terug bij de les brengt en me fijntjes duidelijk maakt dat we er, nog los van de morele argumenten, als maatschappij alle belang bij hebben om op een menselijker manier met criminelen om te gaan, word ik overvallen door gitzwarte emoties bij berichten van manifeste straffeloosheid, absurde aantallen -tigste 'laatste' kansen, hemeltergende vrijspraken en uitgerekend slachtoffers die in de kou blijven staan.
De lijsten met voorbeelden ter illustratie à charge en à decharge zijn aan beide zijden van de ambiguïteit ontmoedigend lang, maar wat mij betreft is er minstens één ding duidelijk. Het epistemologisch register van wetenschappelijke kennis over criminaliteit en het evolutionair-psychologische register staan hier diametraal tegenover mekaar. Gelukkig kan de rede opborrelende emoties en intuïties van nood aan vergelding, straf en zeker wraak overrulen, maar het is geen goed idee om de menselijke natuur ter zake te negeren of zonder meer van tafel te vegen, want het laat zich voorspellen dat populisten de electorale reacties op die onvrede zullen oogsten.
Akkoord, ik heb ook geen uitweg, maar ik word moe van 'oplossingen' die allemaal uitblinken in een nood aan onvindbaar personeel, aan gigantische budgetten die dus bij andere zorg weg moeten geschraapt worden en aan onhaalbaarheden allerhande. De mooiste van de avond vond ik: 'Gevangenissen zouden volledig afgeschaft moeten worden'. Ik neem aan dat dat 'a work in progress' is.
Meer van Max Schneider