Kwintessens
Geschreven door Bart Libbrecht
  • 8059 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

5 september 2019 Over de gelaagdheid van het brein en kennisoverdracht
Onlangs leverde het Nederlandse opinie- en discussieplatform Vrij Links een bijdrage tijdens een samenkomst van de humanistische denktank Kwintessens.
Vrij Links pleit, onder andere, voor een herwaardering van de individualiteit in een samenleving die schijnbaar evolueert naar gesloten groeps- en zelfs zuiver identitair denken. Dat valt moeilijk te rijmen met de grondslagen van de open, liberale samenleving.
In de marge van de discussie haalde Johan Braeckman een tekenende anekdote aan. In 2009, het Darwinjaar, reisde hij het Vlaamse landschap rond om te vertellen over het leven en werk van Charles Darwin. Gedurende een van deze voordrachten, op een Vlaamse secundaire school, wierp een schrandere moslima haar probleem op de straatstenen van de discussie. In grote lijnen kwam het erop neer dat zij wist dat de evolutietheorie wetenschappelijk correct is, maar dat zij de theorie toch niet kon aanvaarden. Weten staat niet gelijk aan instemmen. Een voor de hand liggende diagnose zou een 'gebrek aan individualiteit' of 'het slachtoffer van een onderdrukkende identitaire groep' kunnen zijn, of iets in die trant. Naar mijn mening wringt er iets in de diagnosestelling. Zeker omdat de moslima, en dat is het vervolg van de anekdote, geen oplossing voor haar probleem kreeg aangereikt. Dat is jammer, omdat de moslima wellicht verwoordde wat vele moslims en moslima's denken, maar niet uitspreken.
Om dergelijke casussen te begrijpen en constructief te begeleiden, moeten we misschien de waarde 'denken en handelen volgens de rede' nuanceren. Zeker omdat we gedurende de geschiedenis van de Verlichting één specifiek aspect van de menselijke vermogens (in verhouding tot die van andere zoogdieren) te veel hebben uitvergroot, waardoor er conceptueel iets ontstaan is zoals 'de rede'. Dat is een begrip dat in onze humanistische middens veel te makkelijk en ijdel wordt gebruikt. Die specifieke 'redelijke' vermogens vallen in grote lijnen samen met de vermogens die de neocortex worden toegedicht. In de loop van de 20ste eeuw heeft dit gezorgd voor verticale corticocentrische modellen waarin de neocortex de andere breindelen controleert. Tegenover dat brein staat een cultuur die ofwel datzelfde brein rationeel of irrationeel laat functioneren. Het is de culturele software die de scheidslijn tussen rationeel en irrationeel uiteindelijk afbakent in het menselijk gedrag als output.
Vandaag liggen verticale corticocentrische modellen zwaar onder vuur omdat men er meer en meer van uitgaat dat het brein een dynamisch orgaan is dat met constante feedback loops streeft naar een toestand van homeostase (een evenwicht na een noodzakelijke aanpassing aan een verandering in de omgeving). Het proces wordt 'in gang gezet' door affecten waardoor men gemotiveerd is om te reageren. Een affect is een lichamelijke positieve of negatieve gewaarwording die nog niet via taal, beelden en symbolen geconceptualiseerd is. Maar, het zijn de affecten die gebeurtenissen een affectieve waarde toekennen (letterlijk 'waarderen') op verschillende niveaus die met elkaar verbonden zijn met de bewuste feedback loops.
Ieder model is natuurlijk een schaamteloze reductie van de complexiteit van het schitterende orgaan dat het brein is, maar in grote lijnen zijn er drie niveaus die naargelang het soort situatie met elkaar samenwerken op basis van affecten. (a) Het primaire niveau is gespecialiseerd in de homeostatische affecten (honger, dorst, seks …) en snelle reacties (fightflightfreeze). (b) Het secundaire niveau helpt om op basis van affecten associaties te leggen en op te slaan. Dat is in grote lijnen het niveau waarop de mens op basis van affecten klassiek en operant geconditioneerd wordt. Kortweg, men leert wat werkt en niet werkt in het omgaan met de uitdagingen in de wereld. (c) Ten slotte, het tertiaire niveau zal het werk van de voorgaande niveaus mooi verpakken met symbolen en taal, en de mens gepast laten reageren met gepland gedrag. Er is vanuit het tertiaire niveau geen zuivere top-downsturing, maar eerder een soort van talige en symbolische verpakking van wat op het primaire en secundaire niveau al lang een uitgemaakte zaak is. In ieder geval zal (b) een sterke invloed hebben op (c). Verder hierover meer.
_Wat waar is, is daarom nog niet aanvaardbaar
Met grove steken wordt het duidelijk dat nieuwe concepten die via taal en symbolen worden meegedeeld (c), 'waar' kunnen zijn, maar er is een feedback loop in de richting van (b) de associatieve en (a) homeostatische niveaus. En daar ontstaat een affect dat het nieuwe concept letterlijk een 'affectieve waarde' toekent. In het geval van de moslima uit de casus is de evolutietheorie 'waar', maar is er een negatief affect dat de evolutietheorie onaanvaardbaar maakt. Als de moslima geleerd heeft (associatie) dat een narratief X gelijk staat aan sociale en emotionele stabiliteit in de eigen gemeenschap, dan zal de waarheid van de evolutietheorie onbewust een negatief affect creëren, omdat de evolutietheorie niet te rijmen valt met het narratief van haar groep. Met andere woorden, de evolutietheorie wordt er affectief uit weggeduwd.
Voor alle duidelijkheid, dit is geen voorbeeld van irrationaliteit. Het is eerder een consequente onbewuste calculatie omdat er een rechtstreeks verband is tussen deel uitmaken van een gemeenschap, stressreductie, gezondheid en zelfs levensverwachting. Sociaal lijden is de evolutionaire extensie van fysiek lijden.
Vanuit humanistisch perspectief komen we tot een redelijk dwingende conclusie. Met kennisoverdracht alleen zullen we de verschillende subgroepen in onze samenleving niet lijmen. Integendeel, we werken letterlijk lijden in de hand omdat we de associaties uit (b) niet mee incalculeren. Kennis zal enkel maar cognitief doorsijpelen als het coherent is met de aangeleerde associaties. Anders botsen we op de neurologische muur van de negatieve affecten. Dat betekent dat we met de moedige moslima praten over de evolutietheorie en over de manier waarop ze ermee kan omgaan. En dat zonder dat ze haar achterban verliest.
Lees hier de repliek van Max Schneider.
Kwintessens
Dr. Bart Libbrecht (1973) studeerde orthopedagogie, publiek management, filosofie en promoveerde op een onderzoek naar transdisciplinaire samenwerkingsverbanden. In 2015 richtte hij Vialogos – GEDEELDE ZORG op, een organisatie die inzet op innovatie en sociaal ondernemerschap. Als freelance-consultant helpt hij organisaties duurzaam innoveren en reorganiseren.
_Bart Libbrecht Lid van de humanistische denktank Kwintessens
Meer van Bart Libbrecht

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws