Kwintessens
Geschreven door Eric Lancksweerdt
  • 272 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

19 februari 2025 De kracht van het woord in de publieke sfeer
Na een vrijwel doorlopende marathonzitting van ruim veertig uren zat het parlementair debat over de regeringsverklaring erop. Het ging er bij momenten pittig en hard aan toe. Verwijten waren niet van de lucht. Men duwde waar het pijn deed. De botsing tussen heel uiteenlopende standpunten hoort erbij in een gezonde democratie. Het toont aan dat politici zich met veel passie inzetten voor het algemeen belang en maatschappelijke rechtvaardigheid, hoe verschillend hun zienswijze ook is. Daarom heb ik zeer veel respect en waardering voor deze mensen die keihard werken voor de publieke zaak. Ik vind het erg spijtig dat uit vele onderzoeken blijkt dat een zeer aanzienlijk deel van de bevolking nogal wat wantrouwen koestert ten aanzien van politici. Misschien kan het vertrouwen in onze verkozen volksvertegenwoordigers, in de politiek en in de democratische instellingen toenemen indien, naast de taal van de confrontatie, ook een andere manier van het uitwisselen van opinies een plaats krijgt. Meer vanuit openheid, rust, een willen leren van elkaar en een geest van samenwerking, teneinde zo goed en evenwichtig mogelijk de publieke zaak te dienen. Juist in tijden van grote maatschappelijke uitdagingen hebben we daar veel baat bij.
Men mag de kracht van het woord in de publieke sfeer niet onderschatten. Het kan een democratie gezond houden of vergiftigen. De Amerikaanse president Franklin Roosevelt begon kort na zijn aantreden met de zogenaamde 'praatjes bij de haard' (fireside chats). In de moeilijke periode voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog sprak hij de bevolking via de radio toe. De onderliggende toon was er een van maatschappelijke verbinding, een oproep om samen de problemen aan te pakken en het aan de dag leggen van moed en doorzettingsvermogen. Uiteraard deed hij dit om de bevolking voor zijn beleid te winnen, maar hij zette ook een toon voor het maatschappelijk discours. Dat staat in schril contrast met het polariserende, denigrerende en ruwe taalgebruik van iemand als Donald Trump. Woorden creëren mee de werkelijkheid. Als het goed gaat inspireren zij ons om, elk op onze manier, bij te dragen aan een wereld waarin ieders menselijk welzijn voorop staat. Of zij zorgen voor verdeeldheid, onbehagen en angst. Door hun publieke functie dragen politici een grote verantwoordelijkheid om zich zeer bewust te zijn van de impact van hun woorden en zorgvuldig af te wegen hoe zij hun zienswijze naar voren willen brengen. Dat geldt niet alleen voor hen. Via sociale media, in het verenigingsleven, door deelname aan participatieprocessen en op vele andere manieren zetten burgers en woordvoerders van het maatschappelijk middenveld evenzeer de toon voor het publieke discours.
Binnen de hedendaagse politieke besluitvorming domineert de taal van de economie, het zakelijke, het technische. De ratio spreekt met de luidste stem. De woorden effectiviteit en efficiëntie klinken doorlopend als bezwerende mantra's. Vanzelfsprekend heeft dat nuchtere, functionele taalgebruik zijn nut en betekenis. Politiek gaat nu eenmaal ook over praktische, vaak technische aangelegenheden die we maar beter op een beredeneerde manier kunnen bediscussiëren. Die taal behoeft echter aanvulling met een andere taal, die meer appelleert aan andere aspecten van ons mens-zijn, zoals gevoel en spiritualiteit. De taal van de feiten én de betekenis daarvan. De taal van het niet-weten om vervolgens vanuit waarheidsliefde naar de beste oplossingen te zoeken. Een taal waarmee we elkaar erkennen en eren, de menselijkheid in elkaar bevorderen, wederzijds vertrouwen versterken, mededogen voor elkaar betonen. Het is niet alleen de taal van de rede, maar ook die van het hart en de bezieling, van beelden en metaforen, van dromen en hoop. Een taal die ons oproept tot verbinding met het beste in onszelf, de ander en de samenleving. Een taal die ons groter maakt, want we zijn meer dan we lijken, we kunnen meer dan we denken. Ja, bij momenten zelfs de rijke taal van de stilte, die de ruimte tussen de woorden laat spreken.
Laten wij, ter illustratie van de kracht van taalgebruik, in het bijzonder waar het gaat om beelden en metaforen, nog even terugkeren naar de Verenigde Staten. Op 28 augustus 1963, tijdens een mars voor vrijheid en gelijke burgerrechten waaraan 250.000 demonstranten deelnamen, hield Martin Luther King in Washington zijn legendarische redevoering I have a dream. Tijdens zijn toespraak wist hij op een begeesterende manier over te brengen hoe hij de toekomst van Amerika zag. Hij zei onder meer: 'Ik heb een droom dat op een dag, op de rode heuvels van Georgia, de zonen van voormalige slaven en de zonen van voormalige slavenhouders in staat zullen zijn samen aan te schuiven aan een tafel van broederschap. (…) Ik heb een droom dat mijn vier kinderen op een dag zullen leven in een land waar zij niet beoordeeld zullen worden op hun huidskleur, maar naar de inhoud van hun karakter.' Het zijn woorden die als een flakkerende kaars de duisternis van rassendiscriminatie en onderdrukking hielpen verjagen. Zo'n maatschappelijk discours is broodnodig als we de overgang willen maken naar een wereld waarin het zowel voor de huidige als toekomstige generaties mogelijk is om een mooi en gelukkig leven te leiden.
Kwintessens
Eric Lancksweerdt was hoofddocent aan de universiteiten van Hasselt en Gent en gastprofessor aan de Universiteit Antwerpen. Voordien was hij jarenlang magistraat bij het auditoraat van de Raad van State. Hij is auteur van het boek 'Menselijke kracht in de politiek' (uitgeverij Acco).
_Eric Lancksweerdt -
Meer van Eric Lancksweerdt

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws