6 maart 2025
De rechtsstaat is er voor iedereen
De regering heeft verregaande plannen met de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Als de plannen in het regeerakkoord wet worden, wordt er op fundamentele wijze ingegrepen in het statuut van de rechters van de Raad, wordt er ingegrepen in de onafhankelijkheid van de Raad ten aanzien van de uitvoerende macht en wordt tot slot de toegang tot de rechter in vreemdelingenzaken ernstig beperkt. De voorstellen zijn om een aantal reden zorgwekkend, stelt voorzitter Evelien de Kezel van Magistratuur & Maatschappij.
Ten eerste wordt op een manier die in ons land redelijk ongezien is ingegrepen in het statuut van de rechters die in de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen zetelen. De belangrijkste is dat hun levenslange benoeming zou geschrapt worden en herleid tot een (verlengbare) benoeming van vijf jaar.
Een levenslange benoeming is een belangrijke waarborg voor een onafhankelijke rechtspraak, omdat rechters zo niet afhankelijk zijn van de politiek of van hun collega's voor een verlenging van hun mandaat. De regering heeft zich zonder veel uitleg ook voorgenomen om de leeftijdsgrens voor een benoeming bij de Raad op te trekken naar 37 jaar. Hoewel de leeftijdsgrens zo gelijk getrokken wordt met die voor de Raad van State, had de wetgever de leeftijdsgrens in 2009 net verlaagd naar 30 jaar om te verzekeren dat er voldoende kandidaten gevonden zouden worden.
Ook de keuze om de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in de toekomst onder te brengen bij de nog op te richten 'FOD Migratie' lijkt problematisch. Hetzelfde ministerie dat moet beslissen over de inzet van mensen en materiële middelen die aan de Raad ter beschikking worden gesteld, zal immers alle migratie-instanties verenigen en dus ook de voornaamste verwerende partij bij procedures voor de Raad (Fedasil). Nochtans zijn financiële en structurele onafhankelijkheid ook een waarborg voor onafhankelijke rechtspraak. Dat diezelfde FOD Migratie ook nog eens een injunctierecht krijgt om de algemene vergadering of de verenigde kamers samen te roepen, betekent dat de uitvoerende macht heel wat mogelijkheden krijgt om druk uit te oefenen op de rechtspraak. Aangezien het regeerakkoord ook stelt dat alle juridische mogelijkheden zullen uitgeput worden om te vermijden dat de Raad een grotere bescherming zou voorzien dan het Europese recht, is die vrees allesbehalve irreëel.
Een derde reeks wijzigingen raakt aan de toegang tot de rechter. Ten eerste stelt het regeerakkoord een reeks ontmoedigende maatregelen voor. De rolrechten worden verhoogd, advocaten riskeren sneller gesanctioneerd te worden en een aantal rechtsmiddelen zouden niet langer schorsend werken. Dat betekent dat het moeilijker en in sommige gevallen in de praktijk zinloos zal zijn voor een vreemdeling om zich tot de rechter te wenden. Ten tweede zouden de procedures bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen principieel schriftelijk gevoerd worden. Hoewel dat er zonder twijfel toe zal leiden dat er op dezelfde tijd meer procedures afgesloten kunnen worden, betekent een louter schriftelijke procedure ook een ontmenselijking van de rechtspraak: de rechtszoekende ziet zijn rechter niet langer, maar de rechter raakt ook ontvreemd van de mensen over wie hij moet oordelen. Nochtans neemt de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen beslissingen die een zeer grote impact op het leven van mensen kunnen hebben. Ten derde staat in het regeerakkoord geschreven dat de nieuwe regering het contentieux inzake het recht op materiële hulp/opvang die de asielzoeker in staat moet stellen om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid (artikel 3 opvangwet) – recht dat geldt gedurende de gehele asielprocedure (artikel 6, § 1 opvangwet) – wil overhevelen van de arbeidsrechtbanken/arbeidshoven naar de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Zodat het probleem van het niet uitvoeren van rechterlijke beslissingen van de arbeidsrechtbanken door de overheid meteen van de baan is?
Ook mensen die niet de Belgische nationaliteit hebben, hebben nochtans het recht op toegang tot een onafhankelijke (en daartoe bevoegde) rechter. Dat is niet alleen zo omdat dat recht is vastgesteld in Europese en internationale verdragen, maar ook omdat een rechtsstaat die naam maar waardig is als haar garanties voor iedereen gelden, ook en vooral voor de meeste kwetsbare groepen in de maatschappij. De voorstellen in het regeerakkoord moeten daarom bijzonder kritisch tegen het licht gehouden worden.
Tot slot: zoals ook uit recent Nederlands onderzoeken gebleken is, tonen de voorstellen in het regeerakkoord aan dat een rechtsstaat nood heeft aan stevige (grondwettelijke) grendels die de onafhankelijkheid van de rechtspraak waarborgen. Voor heel wat administratieve rechtscolleges staan er in onze grondwet bijzonder weinig waarborgen opgelijst. Het vertrouwen dat de wetgever de scheiding van de machten wel zou respecteren, lijkt in het licht van recente Europese en internationale ontwikkelingen geen eeuwigdurende zekerheid meer.
(Deze tekst verscheen oorspronkelijk in De Juristenkrant, aflevering 504, 26 februari 2025. Overgenomen met toestemming van de auteur.)
Ook mensen die niet de Belgische nationaliteit hebben, hebben het recht op toegang tot een onafhankelijke (en daartoe bevoegde) rechter.
M&M organiseert op 11 maart 2025 een webinar over de weerbare rechtsstaat (19.00-20.00 uur), met als sprekers prof. dr. Jonathan Soeharno en prof. dr. Patricia Popelier. Meer info en inschrijvingen via [email protected].
De vzw 400 organiseert op 23 april 2025 om 20.00 uur in de Stadsschouwburg in Mechelen de zesde dag van de rechtsstaat met Simon Gronowski, Ian Buruma en Philipp Blom. Meer info en inschrijvingen via www.dagvanderechtsstaat.be.
Meer van Evelien de Kezel