Kwintessens
Geschreven door Stefaan Blancke
  • 7887 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

23 oktober 2019 Over papieren twijfel, wetenschappelijke waarheid en religieuze reanimatie
Kent u 'The Matrix'? In deze film wordt een van onze grootste angsten bewaarheid: de mens heeft het onderspit moeten delven tegen de artificiële selectie die hij zelf heeft gecreëerd. Mensen worden nu geoogst voor hun energie die de artificiële intelligentie nodig heeft om zichzelf in stand te houden. Om de mensen onwetend en rustig te houden, spiegelt de AI hen een schijnwereld voor waarin ze hun alledaagse bestaan menen te leiden. De werkelijkheid is evenwel gruwelijk anders. Mensen liggen opgebaard in grote depots omringd door een wereld die totaal in verval is. Niets is dus wat het lijkt.
De opzet van de film is gebaseerd op een klassiek thema in de filosofie waarover menig denker zich het hoofd heeft gebroken. Hoe kunnen we zeker weten dat de wereld waarvan we denken dat die bestaat ook werkelijk bestaat? En hieraan gekoppeld: hoe kunnen we weten dat onze kennis over de wereld – de wereld in ons hoofd – werkelijk over de wereld gaat en dus geen persoonlijke opinie, of erger nog, een illusie is. Van Plato tot Descartes, van Hume tot Feyerabend, van wetenschappelijke realisten tot sociaal-constructivisten, menig filosoof heeft, elk op zijn manier, gepoogd om op deze prangende vragen een antwoord te bieden. Sommigen proberen aan te tonen dat onze kennis wel degelijk over de werkelijkheid gaat (al is die werkelijkheid niet altijd wat we denken dat die is). Kijk bijvoorbeeld naar het succes van de wetenschap die ons toelaat de wereld te verklaren en op ongeziene wijze naar onze hand te zetten. Hoe kunnen we dit verklaren anders dan dat de wetenschap het bij het juiste eind heeft? Anderen blijven sceptisch en ontkennen dat we als mens ooit kunnen weten dat onze kennis correspondeert met een objectieve werkelijkheid (als die al bestaat). We kunnen immers niet uit onze beleving van de wereld treden en vanop een neutraal platform checken of onze overtuigingen matchen met de realiteit. In de geschiedenis van de wetenschap zijn er talloze voorbeelden te vinden van onware opvattingen waarvan men aanvankelijk dacht dat ze correct waren. Hoe kunnen we dan met zekerheid stellen dat onze opvattingen vandaag wel kloppen?
Ondanks verwoede pogingen om dergelijk scepticisme het hoofd te bieden, zijn filosofen er evenwel nog niet in geslaagd om er een overtuigend antwoord op te formuleren. Tegelijk laat het scepticisme ons met een onbevredigend en ontluisterend gevoel achter: kunnen we dan nooit écht kennis over de wereld hebben? Betekent dit dat wetenschap, ondanks zijn indrukwekkende successen, ons in principe niet kan vertellen hoe de wereld in elkaar steekt?
_Kunstmatige en echte twijfel
Niet noodzakelijk. Laat ik dit even illustreren met een persoonlijk verhaal. Nog voor ik aan de slag kon als filosoof leerde ik op een vorig werk wat je dient te doen bij een gewapende overval. Stel: je werkt op een bankkantoor en ziet door het kleine venster van een beveiligde deur tot je grote ontsteltenis dat een overvaller je collega gijzelt met een pistool tegen het hoofd. Je hebt dan twee opties. Ofwel open je de deur, en dan kan de overvaller ongestoord de bank leegplunderen, maar tegelijkertijd voor nog meer collega's en jezelf een bedreiging vormen. Ofwel laat je de deur dicht, maar dan sneuvelt je collega. Plots sta je dus voor een onwezenlijk dilemma. Er is evenwel nog een derde optie. Die bestaat erin dat je gewoon wegstapt van de deur zodat je uit het gezichtsveld van de gijzelnemer verdwijnt. Op dat moment kan de man je niet langer chanteren en verdwijnt het dilemma als vanzelf.
Ook wanneer het gaat over onze relatie tussen onze kennis en de wereld is er een derde optie. De gijzelnemers zijn de sceptici die denkers aan de andere kant van de deur in de ban houden met vragen over het bestaan van de werkelijkheid en de betrouwbaarheid van de kennis. Het lijkt alsof we moeten kiezen: of we omarmen het scepticisme of we ondernemen vermetele pogingen om onze kennis ervan te redden. We kunnen evenwel ook gewoon wegstappen van de deur. Dat is precies wat de pragmatische filosoof Charles Peirce deed. Reeds in de negentiende eeuw wees hij erop dat we helemaal niet naar de pijpen van de sceptici dienen te dansen. Ze eisen immers een rechtvaardiging voor de veronderstelde relatie tussen onze kennis en de wereld. Peirce meent echter dat deze vraag naar rechtvaardiging geen antwoord behoeft. Het is gewoonweg geen ernstige vraag.
Twijfels over het bestaan van de werkelijkheid of over de overeenkomst tussen onze kennis en de wereld klasseert Peirce onder wat hij 'papieren twijfel' noemt. Dat is het soort kunstmatige twijfel waarin filosofen zich graag wentelen. Vanuit hun zetel stellen ze vragen bij het bestaan van de wereld en de betrouwbaarheid van hun kennis en pennen vervolgens hun gedachten vlijtig neer in allerlei geschriften – vandaar papieren twijfel. Maar eenmaal buiten hun werkkamer heeft dat soort twijfel geen enkel effect op hun handelen. Wanneer ze dreigen door een auto overreden te worden, stellen ze zich geen vragen over het bestaan van het gevaarte dat op hen afkomt. Noch betwijfelen ze dat hun idee dat ze dreigen onder een auto terecht te komen de echte werkelijkheid weerspiegelt. Op ons dagelijkse leven heeft papieren twijfel geen vat.
De enige twijfel die voor ons mensen van tel is, noemt Peirce 'living doubt', echte, doorleefde twijfel. Als biologische, geëvolueerde wezens hebben we nood aan overtuigingen die ons toelaten om op een gepaste manier op onze omgeving te reageren. We doen constant aannames over wat er bestaat en gebeurt in de wereld en passen ons gedrag ernaar aan. Twijfel kunnen we missen als kiespijn en voelt daarom ongemakkelijk aan. We zullen dan ook alles in het werk stellen om de twijfel zo snel mogelijk weg te nemen door op onderzoek te gaan en onze overtuigingen eventueel aan te passen. Deze aangepaste overtuigingen nemen we vervolgens voor waar aan. Tot we weer redenen hebben om aan onze overtuigingen te twijfelen.
_‘Gezond verstand, maar dan meer’
Het wegnemen van twijfel is een alledaagse menselijke activiteit. Hebben we nog voldoende melk op voorraad? Wat is het adres alweer van de Airbnb waar ik overnacht? Heeft het meisje waarop ik een oogje heb al een vriend? Vervolgens zoeken we een antwoord op onze vragen. We checken de voorraad melk in de kelder, snorren onze reservatie op, en polsen in de omgeving van het meisje naar haar liefdesleven. Pas als we een voldoend antwoord op onze vragen hebben, kunnen we gepast handelen: al dan niet om boodschappen gaan, fietsen naar de verblijfplaats voor deze nacht, het meisje vragen of ze iets wil gaan drinken.
Doorgaans kunnen we zelf relatief eenvoudig onze twijfels laten verdwijnen. Wanneer we ons evenwel vragen stellen over complexere fenomenen zoals de verspreiding van ziektes, het ontstaan van het zonnestelsel of de oorsprong van het leven, schieten onze natuurlijke vermogens tekort. Dergelijke vragen laten we daarom over aan de wetenschap. Wetenschap is immers de meest systematische en grondige manier om twijfels op te ruimen. Volgens de Amerikaanse filosofe Susan Haack kunnen we wetenschap omschrijven als 'gezond verstand, maar dan meer'. Wetenschap bouwt voort op onze natuurlijke vermogens tot onderzoek, maar onderstut die met allerlei hulpmiddelen waaronder instrumenten zoals telescopen, protocollen voor experimenten en rekenmethodes zoals wiskunde en statistiek. Zowat het belangrijkste hulpmiddel zijn evenwel andere wetenschappers. Enkel de kritische interactie tussen mensen die voldoende geïnformeerd zijn en willen te weten komen wat er aan de hand is, laat ons toe ideeën te ontwikkelen waaraan we het minst reden hebben om te twijfelen. Dit zijn de wetenschappelijke opvattingen die voor ons vandaag waar zijn en blijven tot we opnieuw reden tot twijfelen hebben. Meer waarheid zit er voor ons als mens niet in.
_Gods moordenaar
Waar zijn dus die opvattingen waarover wetenschappers die samen werken rond een bepaald probleem het eens zijn dat ze hoogstwaarschijnlijk waar zijn? Het lijkt op het eerste gezicht niet veel, maar toch betekent dit dat we wetenschap beter heel ernstig nemen. Ze levert ons immers de best mogelijke overtuigingen op. Nochtans dingen heel wat mensen af op de autoriteit van wetenschap inzake kennis. Vaak proberen ze daarbij overtuigingen die terecht gekomen zijn onder de kritische pletwals van de wetenschap alsnog in leven te houden. Voorstanders van pseudowetenschappen bijvoorbeeld volgen vaak een dubbele en wat paradoxale strategie. Enerzijds rijden ze maar al te graag mee op de rug van de culturele autoriteit van wetenschap door hun overtuigingen als echte wetenschap te verkopen. Anderzijds pogen ze de autoriteit van wetenschap te ondermijnen door te stellen dat wetenschap ons slechts één perspectief op de werkelijkheid biedt en dat er nog andere valabele manieren van kijken bestaan. Op deze manier heeft wetenschap het niet helemaal of helemaal niet voor het zeggen.
Eenzelfde dubbele strategie vind je ook bij progressieve gelovigen. Ze vertonen vaak een en al waardering voor de verwezenlijkheden van de wetenschap. Tegelijk houden ze vol dat wetenschap zich niet over alle aspecten van de realiteit kan uitspreken, en al zeker niet over het bovennatuurlijke. Dat is het domein van de religie. Door deze zet vrijwaren ze religie van elke wetenschappelijke kritiek. Dat gelovigen deze immunisatie nodig en nuttig achten, is niet toevallig. De wetenschap heeft God uit elk domein van de werkelijkheid gebannen. Daaruit kunnen we eenvoudigweg concluderen dat God niet bestaat. Stellen dat God toch zou bestaan, maar dat wetenschap hem niet kan detecteren, berust enkel op papieren twijfel: komt onze wetenschappelijke kennis dan toch niet overeen met de werkelijkheid? Dat is zeker mogelijk, maar we kunnen pas echt aan onze kennis twijfelen wanneer we concrete aanwijzingen hebben dat onze overtuigingen fout zouden zijn. In het geval van het bestaan van God lijken die aanwijzingen volledig te ontbreken. Tot nader order is en blijft God dood. De wetenschap heeft hem vermoord en niemand krijgt hem vooralsnog terug in leven.
Kwintessens
Stefaan Blancke is wetenschapsfilosoof aan de Universiteit van Tilburg
_Stefaan Blancke -
Meer van Stefaan Blancke

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws