13 november 2019
Hoe de gek in je hoofd tekeergaat. En of je hem/haar tot bedaren kunt brengen
Het begint al 's ochtends vroeg. Met een gedachte als 'ik moet de presentatie voor morgen nog even doorlopen'. Die stroomt vervolgens door naar 'waarom moet ík altijd alles doen' of 'en boodschappen doen – juist, de was ook nog – hé, wat is die vlek op de muur – waar liggen mijn sleutels nú weer – oeps, ik ben te laat’. Gedachten borrelen zomaar op in ons brein en kunnen eindeloos doorstromen. Tot de stroom te sterk wordt. Een gedachte aan je presentatie spat op, stroomt door naar andere werkstress, neemt persoonlijke spanningen mee op de gedachtegolf en eindigt in een bulderende stresstsunami. Maar gelukkig valt daar – in mindere of meerdere mate en steeds opnieuw – iets aan te doen. Oefenen. Oefenen. Oefenen.
_Gedachtegekte
Gedachten kunnen vanzelfsprekend nuttig zijn. Als je iets moet klaarspelen op het werk dat je volle aandacht en denkvermogen nodig heeft. Of als je stappen wilt zetten en besluiten wilt nemen in je persoonlijk leven. En natuurlijk bij het vormgeven aan 'de orde van de dag': agenda plannen, boodschappenlijstjes maken enzovoort. Handige toepassingen.
Ook als we onze gedachten niet nodig hebben, blijven ze gewoon doorgaan. Die eindeloze maalstroom aan ontledingen, associaties, identificaties, projecties, invullingen, verwachtingen en onzinnigheden. Als je al die gedachten luidop zou uitspreken, word je algauw als gek versleten. Maar luister eens naar de stem in je hoofd en er legt zich ook een heuse gedachtegek(te) bloot. En die gek heeft voortdurend onze aandacht nodig. Zoveel aandacht dat we de mooie winterzon niet voelen schijnen, de reiger niet zien wegvliegen en het kind niet horen lachen. We kijken niet meer open de wereld in; we zijn naar binnen gekeerd. Daar vallen we niet alleen onszelf mee lastig, maar ook anderen.
Ook als we onze gedachten niet nodig hebben, blijven ze gewoon doorgaan. Die eindeloze maalstroom aan ontledingen, associaties, identificaties, projecties, invullingen, verwachtingen en onzinnigheden. Als je al die gedachten luidop zou uitspreken, word je algauw als gek versleten. Maar luister eens naar de stem in je hoofd en er legt zich ook een heuse gedachtegek(te) bloot. En die gek heeft voortdurend onze aandacht nodig. Zoveel aandacht dat we de mooie winterzon niet voelen schijnen, de reiger niet zien wegvliegen en het kind niet horen lachen. We kijken niet meer open de wereld in; we zijn naar binnen gekeerd. Daar vallen we niet alleen onszelf mee lastig, maar ook anderen.
_De gradaties der gedachten
De gekte manifesteert zich pas echt wanneer gedachten zich onnodig blijven herhalen; een plaat die blijft hangen. 'Mijn collega zei dat mijn werkstuk niet goed was. Ik doe toch mijn best?!', 'Mijn collega zei dat mijn werkstuk niet goed was. Ik doe toch mijn best?!', 'Mijn collega zei dat mijn werkstuk niet goed was. Ik doe toch mijn best?!' … Hetzelfde geldt voor gedachten die zich opstapelen: gooi al je zorgen over dierbaren, werk, geld, studies, taken op dezelfde hoop en je geraakt al snel bedolven. Die kleine initiële taak of bezorgdheid wordt in het licht van 'de Berg der Taken' onmenselijk en ondoenlijk. Nog een gradatie lastiger zijn de (over-, over-)overdenkingen. Wie ben ik, wat doe ik, wat wil ik? Wie ben ik nu, wat doe ik nu, wat wil ik nu? Wie ben ik morgen, wat doe ik morgen, wat wil ik morgen?
De gedachtegekte bereikt echter een summum wanneer die vaak onschuldige gek zich ontpopt tot een monster van twijfels, onzekerheden, stress, spanningen, verdriet en pijn. Een monster dat na één bepaalde tegenslag steeds verder je brein binnenglijdt. Gedachte na gedachte kronkelt het zich voort, tot alle negatieve gedachten zich versmelten tot één (on)smakelijke brei en het monster gulzig aan je binnenste vreet.
(lees verder onder de afbeelding)
(lees verder onder de afbeelding)
© Aude De Keyser
_Gevecht met de gedachten
Daar zit je dan, opgeslokt door het gedachtemonster en tot niets meer in staat. Gelukkig ben jij niet één met het gedrocht, al lijkt het nog zo echt. Laat dat beest maar even zitten in de donkere krochten van je brein en bekijk het van een afstandje. Die kwellende of zich steeds herhalende gedachte die de overhand krijgt, waar ontstond ze eigenlijk? En welke stappen heeft ze doorlopen? Is zorg/taak/verdriet/pijn/twijfel nummer 1 wel echt te relateren aan nummer 365? Is het wel allemaal zo erg? Heb ik nu eindelijk genoeg gedacht? Het monster voelt zich betrapt en stopt algauw met vreten. Het kruipt terug in z'n hol. Vaak blijft het uitdagend zitten. Dan hak je het best in mootjes. Het valt vervolgens uit elkaar in allerlei kleine monstertjes: eentje voor werk, één voor relaties, één voor ziekte enzovoort. Kleine monsters zijn gemakkelijker te temmen.
Gedachten zijn maakbaar. We ontwikkelen, vermenigvuldigen en versterken onze gedachten tenslotte zelf. Bijvoorbeeld door de opborrelende gedachte 'ik voel mij alleen' aan alle eenzame momenten in je leven te koppelen. Door steeds associatieve gedachten aan elkaar te rijgen, creëer je gedachtepatronen die je denken beginnen te beheersen. Je kunt deze patronen echter ombuigen en beïnvloeden, zodat er nieuwe patronen ontstaan. Positieve patronen. Je kunt de eenzaamheid ombuigen naar alle warmte en nabijheid die je nog steeds rondom jou kunt zien en ervaren. Of je kunt haar zien als een mogelijkheid om tijd voor jezelf te nemen. Een volgende stap is de patronen ontrafelen. Je laat je gedachten zijn, zonder ze serieus te nemen, te analyseren en uit te dagen. Ze komen op, zijn er even, vervliegen weer.
Elke keer als de gedachtegek weer aanklopt, kun je vriendelijk maar beslist de deur dichtlaten. Nu even niet, vriend(in). Als het toch een monsterlijke gek blijkt te zijn die op de deur blijft bonzen en plots bij je binnen staat, voed hem dan niet. Gooi hem geen extra gedachten en gevoelens toe. Richt je aandacht weer op je omgeving of je bezigheid. Door het menselijk gedoe weg te stappen tijdens een deugddoende wandeling. Door de rustgevende natuur. Door te sporten, muziek te maken, te tekenen, te breien, te tellen, te luisteren, gewoon te ademen ... welke activiteit dan ook die de gedachtestroom even kan vertragen of doorbreken én, belangrijker nog, kan relativeren. De wereld rondom jou verandert niet, maar door een andere (gedachte-)instelling kijk en beleef je anders.
_Denk ook aan de ander
Waarom vervallen we toch zo vaak in dezelfde gedachte(n)(patronen)? We wentelen ons in een omhulsel van gedachten, dat ons lijkt te beschermen tegen de uitdagingen in de wereld. Via gedachtepatronen proberen we onze wereld in te delen in oorzaak-gevolg, goed-slecht, pro-contra en onszelf erboven of erbuiten te plaatsen. 'Het is niet mijn schuld dat ik zo reageer; het komt door iets of iemand anders (slecht) dat mij tegenwerkt; ik kan er zelf niets aan veranderen; jij begrijpt dat niet.' Het omhulsel sluit zich steeds verder. Een ijzeren burcht waar de ander geen toegang toe krijgt en waar je na verloop van tijd zelf ook niet meer uit kunt. Er is alleen plaats voor jezelf, daar tussen je muren van zelfmedelijden, zelfbeklag, zelfhaat, zelfvoldaanheid, zelfbedrog, zelfzucht.
Als je de gedachten laag voor laag afbouwt en loslaat, creëer je ruimte. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor je naasten en alles wat je omringt. Door je in te leven in de ander ben je minder met je eigen gedachten bezig, en door minder met je eigen gedachten bezig te zijn, sta je open voor de ander. Je gesloten fort opent zich licht en warm.
Zodra je uit de greep van je gedachten geraakt, heb je weer aandacht. Voor de mensen, bezigheden, omgeving hier en nu, in de échte wereld. Train, oefen je brein om gedachten niet te voeden en zich niet te laten vermenigvuldigen met allerlei overkoepelende of zijgedachten. Is dit gemakkelijk? Zeker niet. Krijgen we het ooit volledig onder de knie? Waarschijnlijk niet. Maar wat kan een gedachteloze en ontvankelijke seconde heerlijk en heilzaam zijn.
Meer van Elif Stepman