Kwintessens
Geschreven door Fons Mariën
  • 8365 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

19 november 2019 Over zwart-witdenken en racisme
Racisme in onze maatschappij is een heikel thema. ‘Racisme is een relatief begrip’, luidde het in 2013 uit de mond van Liesbeth Homans (N-VA, toen nog voorzitter van het OCMW in Antwerpen). 'Wit Vlaanderen is banaal racistisch', luidde de kop van een recent opiniestuk van prof. Bart Cammaerts (De Morgen, 7/11/2019). Sommigen zien overal racisme, anderen ontkennen dat er racisme is. Hoe zit het nu eigenlijk met dat racisme anno 2019?
Ik begin met een concreet voorbeeld: na de rellen in Molenbeek op nieuwjaarsnacht 2018-19 (waarbij door allochtone jongeren uit die gemeente brand werd gesticht, een apotheek werd geplunderd, stenen werden gegooid naar politie en brandweer) startte een Brusselse Facebook-vriend van me een discussie: hij nodigde al zijn FB-vrienden uit op zijn pagina hun mening, analyse, voorstellen enz. over deze rellen te publiceren. Een aantal deed dat ook, vanuit verschillende invalshoeken, tot iemand met een duidelijke PVDA-signatuur mijn vriend J. beschuldigde van racisme omdat hij vragen stelde bij dit gedrag van deze jonge allochtonen. Einde van de discussie natuurlijk. Mijn vriend J. is helemaal niet racistisch, hij heeft jaren in het multiculturele Schaarbeek gewoond en onderhoudt contacten met mensen van diverse etnische afkomst. De beschuldiging van racisme werd hier gehanteerd om een debat, dat moet worden gevoerd, in de kiem te smoren. Dit is een voorbeeld van iemand die overal het spook van het racisme ziet.
Als je op sociale media reacties op omstreden thema's zoals islam of migratie leest, kom je vaak uitspraken tegen die soms duidelijk racistisch zijn. Of je leest zaken als 'Ik ben geen racist, maar …'. Onlangs waren er nog heel laakbare reacties op de brandstichting op een gebouw voor asielzoekers in Bilzen. In oudejaarsnacht van 2016-2017 kwam onder meer de 23-jarige Kerim Akyil, een Belg van Turkse afkomst, om bij een aanslag op een discotheek in Istanbul. Voor sommigen in dit land was zijn dood de aanleiding om zich op sociale media van hun 'bruinste' kant te laten zien met totaal ongepaste reacties: het gelijkekansencentrum Unia kreeg op enkele dagen tijd 27 klachten over haatberichten na de dood van Kerim. Hier komt het racisme van sommigen duidelijk tot uiting.
Ik schrijf: het racisme van sommigen. Voor iemand als prof. Bart Cammaerts is heel 'wit Vlaanderen banaal racistisch'. Opvallend in zijn opiniestuk is het totale gebrek aan nuancering: alle blanke Vlamingen worden over dezelfde kam geschoren. Een enkele keer verduidelijkt hij een beetje en schrijft hij over de N-VA en andere Vlaams-nationalisten onder de hoofding 'assimileren of opkrassen'. Dat de slogan 'aanpassen of opkrassen' typerend is voor het Vlaams Belang, dat in de rangen van N-VA ook mensen met een migratieachtergrond zitten, ontgaat de auteur blijkbaar. Om nog te zwijgen van het feit dat andere partijen in ons politieke landschap er heel andere opinies over dit thema op na houden. Cammaerts' artikel is dan ook een schoolvoorbeeld van veralgemenend denken en zwart-witdenken.
In de hoofden van sommige antiracismeactivisten kunnen alleen 'witte mensen' racistisch zijn. Elma Drayer onderzoekt dit activisme in haar recente boek Witte schuld. De titel is een knipoog naar het boek Witte onschuld van de kleurlinge Gloria Wekker. Grosso modo komt de kritiek van activisten à la Gloria Wekker erop neer dat de Nederlandse samenleving op een verkeerde manier 'kleurenblind' is: blanke mensen wentelen zich in onschuld, maar in feite bestaat er nog steeds structureel racisme en zijn het kolonialisme en de slavenhandel waaraan Nederlanders zich eeuwenlang schuldig maakten niet (helemaal) verdwenen in de hoofden van de hedendaagse Nederlanders. Het hoeft geen verbazing dat deze activisten steeds opnieuw terugkomen op het verleden van kolonialisme en slavernij. Steeds laten ze ook de slavenhandel van Arabieren uit beeld (die miljoenen Afrikanen verhandelden) of de koloniale periode van het Ottomaanse rijk. Dat past immers niet in hun plaatje van de 'witte man' die de zwarte onderdrukt.
Dit antiracistisch activisme dat in Nederland hoogtij viert onder zwarte of gekleurde medemensen, heeft zich sinds de controverse rond Zwarte Piet ontwikkeld tot een ongenuanceerd antiwitactivisme. In de eerste plaats moet volgens dit activisme het taalgebruik aangepast worden om de blanke medemens te beladen met een (historisch) schuldgevoel, met name 'het ontkennen van ons verschrikkelijk (neo)koloniaal verleden'. Mijn indruk als ik auteurs als de Nederlandse kleurlingen Gloria Wekker en Anousha Nzume (auteur van Hallo, witte mensen en beiden voorbeelden van dit antiwitactivisme) lees, is dat ze ons (de 'witte' man in het bijzonder) willen beladen met een erfzonde. Ze spreken van intergenerationele trauma's bij zwarten (wiens voorouders slaven waren) en beweren dat de koloniale mentaliteit van vroeger sporen nalaat in de hoofden van blanken anno nu. Elma Drayer noemt dit in haar recente boek erfzondedenken, wat ze ook toelicht. Deze Nederlandse columniste heeft met dit boek een grondige kritiek geschreven van dit activisme, dat steeds de nadruk legt op huidskleur (iets wat Bart Cammaerts eveneens doet) en dat in zijn extreemste uitingen een nieuwe vorm van racisme is (zwarte mensen die enkel nog bij zwarte handelaars willen inkopen doen, die relaties met blanken per definitie verdacht vinden). Voor het ongenuanceerde denken van Gloria Wekker en co zijn 'witte' mensen haast per definitie racistisch, zijn 'mensen van kleur' (zoals dat in de activistische newspeak luidt) nooit schuldig aan vormen van racisme of discriminatie (wat Elma Drayer weerlegt).
Dit antiwitactivisme illustreert wat een denker als Francis Fukuyama in zijn recente boek over identiteit meldt: decennia geleden ging het subgroepen in de samenleving om een streven naar gelijke rechten, gelijke kansen; maar in de voorbije decennia is het activisme van dergelijke subgroepen het accent gaan leggen op de erkenning van de eigenheid van de groep en de leden ervan. A la limite krijg je dan een breuk in de communicatie met andere groepen in de samenleving. Dan krijg je tendensen als 'enkel zwarten kunnen schrijven over kolonialisme of slavernij', een blanke die zoiets doet is per definitie verdacht, want een erfgenaam van slavenhandelaars of kolonialisten. Onder meer de historicus P.C. Emmer verzet zich duidelijk tegen deze tendens in zijn boek Het zwart-witdenken voorbij.
Denken over racisme kan ook anders. Maarten Boudry stelt in zijn boek Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat dat er minder racisme is in de wereld vandaag, maar dat onze gevoeligheid voor racisme toegenomen is. Hij ziet een verschuiving van racisme (op biologische gronden, ras en huidskleur) naar 'cultureel' racisme. Ook Yuval Noah Harari maakt in zijn boek 21 lessen voor de 21ste eeuw het onderscheid tussen racisme en culturalisme: het vergelijken van culturen van volkeren en eventueel het als superieur betitelen van een bepaalde cultuur. Hij schrijft: 'Het traditionele racisme is op zijn retour; maar het wemelt inmiddels van de "culturalisten"'. Het is niet mijn bedoeling om in dit kort bestek deze ideeën in extenso te behandelen. Maar met hun denken tonen deze auteurs aan dat over racisme ook genuanceerd kan worden nagedacht. Denken over zwart en wit hoeft geen zwart-witdenken te zijn.
Kwintessens
Fons Mariën is auteur van 'Ik ben geen witte man. Over racisme en woke-activisme', uitgave in de reeks Kwintessens-cahiers.
_Fons Mariën Auteur
Meer van Fons Mariën

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws