24 september 2025
Wat we niet weten
We leven in een tijd waarin onze kennis over de wereld nog nooit zo groot was, maar paradoxaal weten we vaak niet goed hoe die kennis tot stand kwam. Dit behoort tot het domein van filosofen die zich al eeuwenlang bezighouden met kennisleer (epistemologie) en sinds de 20ste eeuw buigen ook cognitief psychologen zich over de kwestie. Een van de meest fascinerende ontdekkingen van die cognitieve psychologen is dat onze kennis mede bepaald wordt door wat we weten over ons niet-weten. Dit lijkt misschien op het eerste gezicht een banale opvatting, maar we kunnen de consequenties ervan moeilijk overschatten. We kunnen ons weten namelijk verbeteren door inzicht te krijgen in hoe het niet-weten onze opvattingen beïnvloedt. De kwaliteit van onze kennis hangt dus af van wat we weten over ons niet-weten.
De cognitief psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman onderzocht verschillende valkuilen in ons denken. Hij toonde aan dat we te weinig rekening houden met wat we niet weten, waardoor er een illusie van zekerheid ontstaat. We beslissen niet op basis van de volledige werkelijkheid (of op basis van wetenschappelijke data), maar op wat direct beschikbaar is in ons geheugen.
Wanneer we het nieuws volgen, zien we hoe sterk die valkuil werkt. Het voorbeeld dat telkens opnieuw wordt aangehaald ter verduidelijking is een haaienaanval: uiterst zeldzaam, maar zodra het gebeurt, belanden de beelden overal in de media. Wie de dag nadien naar zee gaat, heeft plotseling toch wat minder zin in zwemmen. Statistisch gezien is de kans op een fataal auto-ongeluk op weg naar het strand duizenden keren groter dan die op een haaienaanval in het water. Toch ervaren we dat niet zo. De haaienaanval zit vers en levendig in ons geheugen, waaraan we dan onze inschattingen op gevaar aan ijken. Kahneman noemde dit de beschikbaarheidsheuristiek.
Dit voorbeeld is niet uit de lucht gegrepen. Begin mei 2025, vlak bij de Belgische grens, aan de Franse kustgemeente Bray-Dunes, werd een haaienvin gespot. De reactie was drastisch: zwemmers werden uit het water gehaald, het strand ontruimd. 'Totaal buiten proportie', reageerde Frederik Mollen van de Vlaamse Onderzoeksgroep voor Haaien en Roggen. Want gevaarlijke haaien komen in onze Noordzee niet voor. Vermoedelijk ging het om een reuzenhaai, een planktoneter die traag en ongevaarlijk door het water glijdt. Toch activeerde één vin onmiddellijk de collectieve angst. Sinds de film Jaws spreekt men zelfs van het Jaws-effect: een filmbeeld dat, vijftig jaar later, nog steeds onze reflexen bepaalt. Dat is de beschikbaarheidsheuristiek: ons brein reageert niet op de statistische realiteit, maar op het meest levendige beeld dat ons geheugen oproept. En intussen weten jullie ook dat er wel degelijk haaien in de Noordzee rondzwemmen.
Hetzelfde mechanisme zien we bij vliegrampen, terroristische aanslagen of berichten over zeldzame ziektes. Het uitzonderlijke en spectaculaire krijgt onze aandacht, terwijl het alledaagse en statistisch veel gevaarlijkere – hart- en vaatziekten, verkeersongevallen of roken – nauwelijks ons denken stuurt. Het niet-weten speelt hier een belangrijke rol: we vergeten hoeveel informatie 'niet' in het nieuws komt en daardoor buiten ons blikveld blijft.
_Socrates en Cusanus
Het idee dat wij voortdurend worden misleid door ons geheugen en door onze illusies van wat we menen te weten, is niet enkel een psychologisch inzicht van de twintigste eeuw. Al in de vijfde eeuw v.o.j. wees Socrates erop dat zijn wijsheid juist bestond in het besef van zijn niet-weten: ik weet dat ik niet weet. Het orakel van Delphi had hem uitgeroepen tot de meest wijze van de Atheners. In eerste instantie vond hij dit bijzonder merkwaardig, want hij was zich bewust van zijn onwetendheid. Uit zijn gesprekken met politici, dichters en ambachtslieden – die hij voerde om de uitspraak van het orakel te toetsen – bleek echter dat velen zichzelf wijs achtten, terwijl hun woorden het tegendeel lieten zien. Zij overschatten hun inzicht op basis van wat hen onmiddellijk voor de geest kwam. In zekere zin herkennen we hierin al een vroege verwijzing naar wat Kahneman millennia later de beschikbaarheidsheuristiek zou noemen.
Eeuwen later bouwde Nicolaas van Cusa hierop voort met zijn leer van de docta ignorantia, te begrijpen als 'wetende onwetendheid': het besef dat het hoogste weten juist inhoudt dat we onze grenzen onderkennen. Dit is geen zwakte, maar een vorm van intellectuele voorzichtigheid die ons behoedt voor illusies en zelfbedrog.
In moderne termen sluit dit aan bij het Dunning-Kruger-effect: het psychologisch mechanisme waarbij mensen met weinig kennis of kunde hun eigen inzicht systematisch overschatten, terwijl echte experts juist scherper beseffen hoe beperkt hun weten is. Het verschil zit niet in intelligentie, maar in de capaciteit om de eigen grenzen te zien.
Dit effect is niet onschuldig. We zien het vandaag in de politiek, waar beslissingen worden genomen die rechtstreeks ingaan tegen de wetenschappelijke consensus. Een pijnlijk recent voorbeeld is afkomstig van de Amerikaanse minister van Volksgezondheid Robert F. Kennedy jr., notoir antivaxer, die recent (augustus 2025) besliste om bijna 500 miljoen dollar aan onderzoek naar mRNA-vaccins te schrappen. Dit terwijl mRNA-technologie tijdens de coronapandemie miljoenen levens redde en beloftevol is als kankertherapie en als bescherming tegen nieuwe pandemieën zoals vogelgriep. Het wetenschappelijk vakblad Nature noemde zijn beslissing 'potentieel een van de dodelijkste van deze eeuw', omdat ze de wereld minder goed voorbereidt op toekomstige uitbraken.
Het is een schoolvoorbeeld van het Dunning-Kruger-effect: iemand die zichzelf als beter geïnformeerd presenteert dan de volledige wetenschappelijke gemeenschap, terwijl zijn opvattingen niet op bewijs en data maar op misvattingen en wantrouwen (en zelfs op complottheorieën) zijn gebaseerd. Het gevolg is niet louter een persoonlijke illusie van weten, maar een beleidskeuze die wereldwijd miljoenen levens in gevaar kan brengen en bovendien het kankeronderzoek sterk zal afremmen.
Zo zien we hoe gevaarlijk het kan zijn wanneer onwetendheid zichzelf voor kennis houdt. Wat Socrates al observeerde bij politici en dichters – het overschatten van de zogenaamde eigen wijsheid – krijgt hier een diep tragische, hedendaagse weerklank.
_Pinker en vooruitgang
Toch hoeven we niet te vervallen in pessimisme. Cognitief psycholoog Steven Pinker benadrukt in boeken als Enlightenment Now dat de mensheid, ondanks al haar denkfouten, door rede, wetenschap en humanistische waarden enorme vooruitgang heeft geboekt. We leven langer, gezonder en veiliger dan ooit tevoren. Ziekten die ooit miljoenen levens eisten, zijn ingedijkt of uitgeroeid, en onze kennis groeit sneller dan op enig ander moment in de geschiedenis.
Dat vooruitgangsverhaal is echter geen lineair verhaal. Het is geen vanzelfsprekendheid, maar het resultaat van het voortdurend corrigeren van onze cognitieve vertekeningen. We leren telkens opnieuw dat de beelden die in ons geheugen het sterkst aanwezig zijn – oorlogen, aanslagen, pandemieën – niet het hele verhaal vertellen. Achter de schermen van de dagelijkse nieuwsberichten verschijnt een groter plaatje: data en statistieken tonen dat de wereld stap voor stap veiliger en rechtvaardiger wordt.
Pinker maakt duidelijk dat de erkenning van ons niet-weten – van Socrates' inzicht tot Cusanus' wetende onwetendheid en Kahnemans waarschuwende heuristieken – geen zwaktebod is, maar de voorwaarde voor vooruitgang. Alleen wie zijn illusies doorprikt, kan werken aan een vollediger beeld, al blijft het steeds een onvolledige volledigheid – of, zo men wil, een volledige onvolledigheid.