23 januari 2020
Hoe komen we tot duurzame, morele boodschappen?
Een van de modewoorden van de afgelopen jaren was 'duurzaamheid'. We zien duurzaam handelen als moreel verantwoord: je houdt rekening met je eigen generatie en zorgt er bovendien ook voor dat de generaties na jou geen nadeel ondervinden van jouw acties. Goed bezig! Het maakt echter niet uit waar je mee bezig bent, je kunt gegarandeerd wel ergens informatie vinden over hoe je dat duurzamer kunt doen. Reis je duurzaam? Koop je spullen die je niet nodig hebt? En wanneer je iets koopt, let je er dan wel op dat het duurzaam is geproduceerd? Boycot je bedrijven en organisaties die niet duurzaam handelen? Dit zijn enkele van de vragen die je kunt verwachten wanneer je zegt dat je duurzamer probeert te leven: jij bent verantwoordelijk voor hoe duurzaam je leeft. Als consument bepaal jij hoe de markt eruit komt te zien, het is een kwestie van vraag en aanbod. Of toch niet?
We hebben nood aan voedsel en water. Supermarkten voorzien ons hierin en spelen in op wat wij willen. Zo hebben ze een hele voorraad aan fruit zodat ik een appel kan kopen wanneer ik een appel wil, of een mandarijn wanneer ik daar zin in heb. Natuurlijk wil ik dan een goede appel: geen plekjes, niet verschrompeld en zeker niet met kleuren die er niet op horen. De vorm van de appel doet er in principe niet toe wanneer ik trek heb in een appel. Toch zal ik 'misvormde' appels niet vinden in de gemiddelde supermarkt, 'omdat de consument dit niet wilt'. Nu dit is vreemd, aangezien er geen vraag was naar 'perfect gevormde appels', maar gewoon naar 'een appel'. Dat roept de vaag op: wat gebeurt er met de appels die niet door de schoonheidstest komen?
Winkels hebben bijzondere contracten met boeren, waardoor ze niet verplicht zijn een minimumhoeveelheid van hun product af te nemen. Dat is ook handig voor de boeren zou je denken, want dan plegen ze geen contractbreuk wanneer ze de minimumafname niet kunnen produceren en hoeven ze geen boetes te betalen. Toch zijn deze contracten geen bescherming van de boeren, integendeel. Door de flexibele contracten kunnen supermarkten ervoor kiezen om bijvoorbeeld enkel de mooiste appels te kopen. Hierdoor heeft de boer juist minder zekerheid van inkomen, terwijl hij niets kan doen aan de groeivorm van zijn appels. De contracten zijn oneerlijk aangezien de boer appels kweekt voor een supermarkt die doorgaans tot de helft (of meer) van zijn appels niet aanneemt. Hij blijft achter met minder geld dan waar hij op gerekend had en met een overschot. Dit voedsel moet verwerkt worden, waardoor de boer nu degene is die voedsel verspilt. De contracten helpen de supermarkt de kosten te drukken en hun handen schoon te houden van voedselverspilling terwijl de boeren afgerekend worden voor deze niet-duurzame praktijken. De keuze die ik volgens de supermarkt zou maken, heeft zo invloed op het inkomen van de boeren. Het is eigenlijk verbazingwekkend dat er nog mensen bereid zijn zo'n onzeker bestaan te leiden.
Voedselverspilling is een woord dat we liever niet gebruiken: we hebben voedsel nodig en er zijn duizenden mensen die dagelijks omkomen doordat ze geen voedsel hebben. Het is dan ook moreel verwerpelijk om voedsel te verspillen en dus kijken we liever naar hoe we voedsel een 'tweede leven' kunnen geven. Die appels waar de boer mee blijft zitten, kunnen we gebruiken om energie uit op te wekken, als dierenvoeding of liever nog om aan mensen te geven. Maar hier zijn allemaal problemen mee vanuit een moreel oogpunt: energie opwekken is soms duurzamer, maar we vinden dat het eten naar mensen moet. Maar door voedselbanken dit 'ongewenste voedsel' te geven, maak je mensen die naar voedselbanken gaan tot een soort van tweederangsburgers die de restjes van de maatschappij moeten eten. De ongewenste appels aan dieren geven, leidt tot meer broeikasgassen wat weer niet duurzaam is! Het is een patstelling: omdat we voedsel kopen bij supermarkten die voor zo veel verspilling zorgen, 'kiezen' we ervoor het systeem in stand te houden terwijl er geen alternatieve keuze is. 'Er zijn ook duurzame winkelketens en duurzame producten in winkels'; klinkt het vanuit de duurzame hoek. Maar laten we wel wezen, als je niet de middelen hebt om deze duurdere keuze te maken, dan is er geen sprake van een echte keuze.
Het is makkelijk om de schuld in de schoenen van een ander te schuiven en als supermarkt te zeggen dat de consument het systeem waarin duizenden tonnen voedsel worden verspild in stand houdt. Maar in hoeverre ben je als consument hiervoor verantwoordelijk, als je niet mag kiezen voor een minder mooie, maar duurzamere appel, als je niet de duurdere en duurzamere producten kunt kopen en als de supermarkt je niet informeert over hoeveel voedsel verspild wordt door enkel de mooiste appels in de rekken te leggen? Er zijn hierover ook geen concrete cijfers te vinden: de supermarkt weet niet hoeveel appels de boer moet weggooien en de boer als private ondernemer gaat niet te koop lopen met de bergen appels die hij moet weggooien.
De vraag blijft hoe we dan toch tot morele, duurzame boodschappen kunnen komen als we minimaal invloed kunnen uitoefenen op wat er gebeurt voor de boodschappen op ons bord belanden. Is er dan echt geen manier om duurzaam boodschappen te doen? Zeker wel, hiervoor worden veel adviezen gegeven zoals producten kopen van de boeren zelf of letten op het land van herkomst. Maar om een verandering in de contracten te realiseren, zal de overheid moeten ingrijpen.
Meer van Vesko Valverde