11 mei 2020
Kan het boeddhistische denken een gids zijn in tijden van corona?
Niet alleen met de 'blijf in uw kot' mantra worden we de voorbije weken zowat dagelijks om de oren geslagen. Ook woorden als kansberekening en risicoanalyse zijn stilaan gemeengoed. Het volstaat om de krant open te slaan, het journaal te bekijken of te gaan winkelen om te beseffen dat lang niet iedereen goed overweg kan met corona. De wetenschap dat ons doen en laten is ingeperkt (naast economische en vele andere besognes), valt velen zwaar. Mensen weten geen blijf met zichzelf en zien af. Kortom, het zijn onzekere tijden en velen lijden.
In een poging hieraan te ontsnappen, zoeken we uitlaatkleppen. Sommigen vinden ze in medicatie, anderen kruipen in een hoekje en verdwijnen van de radar. Of erger, dierbaren verworden tot de pispaal van de dag. De roep om aandacht vanuit de zorgsector is oorverdovend.
Hoe men hierover ook moge denken, niks van dit alles helpt en is bij machte om het onbehagen op een duurzame en zinvolle manier op te vangen. Een gevoel van onmacht blijft hangen. We lijden op een 'verkeerde' manier en de 'oplossingen' ervoor deugen niet.
Maar als er al een 'juiste' manier van lijden is, dan stelt zich de vraag: welke is die dan en wie kan hierbij helpen? Doorheen de geschiedenis hebben filosofen, geestelijken, psychologen, auteurs tot en met marketeers (geluk kun je kopen) antwoorden aangereikt. En recenter zijn er de talrijke zelfhulpgroepen, mogelijkheden om op retraite te gaan, de wildgroei aan sektes die de zoekende graag met open armen (en vaak met open portefeuille) ontvangen, de YouTube-tutorials, de apps enzovoort. Alle met de bedoeling dit lijden te overwinnen.
Vindt u desondanks uw weg niet in het 'hoe genees ik van het lijden'-aanbod, dan is een uitstap naar de wereld van de Boeddha heel misschien een optie.
Naast een filosofische, psychologische en ethische analyse van het begrip lijden, wordt het lijden er ook op een meditatieve manier benaderd. En mediteren vooronderstelt hoegenaamd geen studie van het boeddhistische denken.
Atheïsten en agnosten (is het boeddhisme een religie?) hoeven in deze trouwens ook niet op hun honger te zitten. Een centrale gedachte binnen het boeddhistische denken stelt immers dat indien je het met iets niet eens bent, je zelf maar je eigen weg en oplossing moet zoeken. Een zenmeester gaat bovendien nog een stap verder en zegt 'kom je de Boeddha tegen, doodt hem dan'. Ongetwijfeld een wel zeer radicaal voorstel om het vrije denken te vrijwaren, maar minstens een illustratie van hoe belangrijk dit aspect is binnen het boeddhistische denkkader. Ook de voorstelling van het boeddhisme als voortrekker van dierenrechten (in een tijd waar dierenoffers alledaagse kost waren), vrouwenrechten (zij het schoorvoetend en enigszins ondergeschikt aan de man) en pleitbezorger van gelijke rechten en sociale inclusie (tegen het kastensysteem) kan bekoren.
Maar het belangrijkste is misschien wel het gegeven dat het boeddhisme geen pessimistische visie op het lijden heeft, maar net een perspectief op beterschap biedt. Of anders uitgedrukt, op een positieve manier omgaan met het lijden … om zo gelukkig te worden.
Hoezo?
Het boeddhistische denken stoelt op vier vaststellingen. De eerste vaststelling is dat leven (vaak) te herleiden is tot lijden door ziekte, dood, maar ook door angst, wanhoop enzovoort. De tweede vaststelling is dat aan de basis (oorzaak) van het lijden hebzucht, begeerte (het grenzeloze willen, verlangen) ligt. De derde vaststelling is dat dit lijden (het uitdoven van de begeerte) kan worden beëindigd. De laatste vaststelling gaat over de mogelijkheden die toelaten om te ontsnappen aan dit lijden door in ons handelen en denken extremen te vermijden. Het boeddhisme pleit voor de middenweg. Het is beter om de weg van de extremen (grenzeloos genot versus een zinloze ascese) te vermijden. Meer concreet duidt dit laatste op het juiste begrijpen, denken, spreken, handelen, levensonderhoud, inspanning, oplettendheid en meditatieve concentratie. Samengevat: het verwijst naar het 'leven in aandacht', wars van allerhande storende emoties en verlangens. En het is 'juist' omdat het lijden niet vermijdt noch ontkent, maar toelaat om het te overstijgen.
Het zou te ver leiden om het bovenstaande verder uit te werken. Maar het meditatieve element uit de vierde vaststelling verdient enige aandacht. Wanneer mensen mediteren, en wetenschappelijk onderzoek toont dit overvloedig aan, dan kan dit helpen om emoties 'bij te sturen' en om aldus op een zinvolle manier om te gaan met stress. Kortom, wie geen behoefte voelt om het (zeer complexe) boeddhistische denken te doorgronden, kan mogelijk wel baat hebben bij meditatie.
Let wel, de Boeddha zal de eerste zijn om te stellen dat het boeddhisme geen mirakeloplossingen biedt. We mogen ook niet blind zijn voor de gewelddadige ontsporingen die in naam van het boeddhisme plaatsvonden, denk aan de Rohingya-vervolging. Maar laat ons het kind met het badwater niet weggooien, en aandacht hebben voor de vele positieve elementen in het boeddhisme.
Wie meer wil weten over het boeddhisme(n) kan terecht bij het boekje van Walpola Rahula, Wat de Boeddha onderwees. En wie weinig geloof hecht aan de helende krachten van meditatie, weet dan dat het boeddhisme zijn bevindingen graag voorlegt aan de moderne wetenschap. Getuige hiervan de conferenties van het Mind and Life Institute of het recent verschenen boek over het belang van mediteren van neuroloog Steven Laureys.
Meer van Frank Demeyere