17 juni 2020
De affecten, wie zijn zij, wat drijft hen?
Ik moet mezelf de laatste dagen weer vaak streng toespreken. Het is dikwijls hommeles in mijn hoofd. De verschillende departementen van mijn brein zijn het, zacht uitgedrukt, niet altijd met elkaar eens. Uit het zicht van mijn bewustzijn is er dan, diep in de coulissen, al flink wat voorafgaand getouwtrek bezig. Onzichtbare affecten, sterke voorkeur en forse afkeer, wisselen mekaar af. 'Affect refers to small flashes of positive or negative feeling that prepare us to approach or avoid something', schrijft de Amerikaanse psycholoog Jonathan Haidt. Affect is een van de middelen die de evolutie 'uitgevonden' heeft, om ervoor te zorgen dat de vroege mens in precaire chaotische omstandigheden snel genoeg kon reageren op allerlei prikkels uit zijn omgeving. Als je toen, in de periode van de menswording, te lang moest nadenken, was je waarschijnlijk te laat en was je kans om onze voorvader te zijn verkeken. Die snelheid had als gevolg dat je oordeel meestal wel bruikbaar was, maar niet altijd heel accuraat. Beter op tijd een slechte oplossing dan een goede die te laat komt, moeten God en Darwin gedacht hebben.
Als het doek dan opgaat en ik eindelijk te zien en te horen krijg waar al dat gekrakeel voor nodig is, komt het er vaak op neer dat ik de afdeling emoties en affecten tot de orde moet laten roepen door de afdeling ratio. We weten hoe moeilijk dat is.
Waar gaat het over? Zowel de BLM-beweging (Black Lives Matter) als de #MeToo-beweging krijgen mijn steun. Alle breindepartementen applaudisseren mee, zowel de redenerende prefrontale cortex als alle subsystemen die zich met emotie en aanverwante bezighouden. Tot … tot blijkt dat ik mij schuldig moet voelen voor wat ranzige racisten met gekleurde mensen en gore vetzakken met vrouwen uithalen. Ik ben namelijk wit én man; een cisman godbetert, hoe verkeerd kun je zijn.
Nu zijn er, mits enig kwaadwillig zoeken, in mijn leven best wel enkele momenten te vinden waarop ik niet met fierheid terugkijk, maar nog nooit – ik herhaal: nog nooit – is dat gebeurd omdat iemand een andere kleur had. Ook kan ik me niet herinneren – niet vanwege mijn nobele inborst, maar omdat ik daar gewoon te timide voor was – ooit een vrouw de force tot ongewenste seksuele activiteiten aangezet te hebben.
Vandaar dat er op het departement emotie en affect enige commotie ontstond. Ze begrepen daar niet waarom een vandaag geboren Duitser niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de wandaden van de nazi's, maar dat ik wel medeschuldig zou zijn aan beschamende vorstelijke activiteiten van 130 jaar geleden. Wij weten zelfs die standbeelden niet staan, werd er gemord.
Tut, tut … suste het hoofd van de afdeling rede: je bent dan misschien niet rechtstreeks zelf schuldig, maar je moet er wel actief afstand van nemen want jij bent geprivilegieerd en je wordt niet gediscrimineerd. 'Hoezo', sprak het hoofd van het departement emotie euh … gloedvol, 'sinds wanneer is het "niet gediscrimineerd worden" een privilege, dat hoort de basistoestand te zijn. Het is net door iedereen die niets misdoet, maar die niet ostentatief in jouw activisme meegaat, met de vinger te wijzen dat je een afweer creëert bij diegenen die eigenlijk aan jouw kant zouden kunnen staan.'
Ratio was het niet gewoon zo tegengesproken te worden door de affecten, want dat hoorde niet bij de bedrijfscultuur in ons brein. We moeten wel toegeven dat ratio op haar bevoorrechte plaats zo hoog vooraan in de hersenen soms weleens onheus over de affecten sprak alsof ze niet in het brein, maar in de buik zetelden. Dan siste ze iets over buikgevoelens en dat was niet vriendelijk bedoeld. Het was meer dan begrijpelijk, sprak ze niet opgevend, dat getergde mensen een geuzenhouding aannamen en hun onmacht uitschreeuwden. Pech voor die o zo gevoelige ego's van witte mannen.
De affecten van hun kant moesten trouwens ook toegeven dat hun collega's in de buitenwereld de standpunten niet altijd even fijngevoelig wisten te verwoorden waardoor ze, inderdaad, een slechte naam hadden gekregen. Ze hadden ook niet altijd door dat ze soms misbruikt werden door populisten allerhande om zaken op de spits te drijven. Hoewel ze wel degelijk bij iedereen – jazeker, bij iedereen – in het brein en niet in de buik huisden, hadden ze toch een imagoprobleem. Spijtig, want soms bevatte hun betoog een vaak opgeklopte, maar toch zinvolle grond.
Waar de witte affecten het zwaarst aan leken te tillen, was het feit dat uitgerekend zij de volle laag kregen voor alle vormen van racisme en seksisme terwijl ze daar echt geen alleenrecht op hadden, integendeel. Uiteraard wist ratio daar ook weer raad mee, want je schrapt geen kwaad weg met een ander kwaad natuurlijk.
Enfin, u begrijpt, welles/nietes in dat arme hoofd van mij. Het lijkt wel de echte wereld.
En ik, ik zit met de gevolgen, want terwijl zij daarbinnen heftig tekeergaan, moet ik in de buitenwereld meningen hebben en ventileren, actie ondernemen en standpunten innemen. Doe ik dat niet en kijk ik passief toe terwijl er onrecht heerst, dan heul ik met de vijand mee in beide richtingen. Doe ik het wel, hoe genuanceerd ook, dan word ik in het ene dan wel in het andere kamp gekanteld, afhankelijk van de affecten van de opponent. Want wees gerust, hoe steviger de meningen, hoe forser het stemgeluid en stemgedrag, hoe meer de affecten aan het woord zijn.
Nog veel werk voor de boeg bij Festinger met zijn cognitieve dissonantie.
En u? Bent u er al helemaal uit welk departement in uw breinhuishouden de overhand heeft? Altijd?
Meer van Max Schneider