10 juli 2020
Antwoord op een repliek, door Johan Braeckman
Hoewel ik de vergelijking die Othman El Hammouchi tussen zichzelf en Noam Chomsky maakt lichtjes overtrokken vind, ben ik hem dankbaar voor zijn reactie op mijn artikel. Ze laat me toe om enkele van mijn opvattingen beter te verwoorden, althans dat hoop ik toch. Ik zal ingaan op vijf van de 'weerleggingen' die El Hammouchi naar voren brengt. Maar eerst, uitentreuren: El Hammouchi heeft het over de 'discussie rond de hoofddoek'. In werkelijkheid gaat het om religieuze en ideologische kentekenen in het algemeen. Anders dan wat El Hammouchi suggereert, worden moslims in dit debat geenszins geviseerd. Dat staat duidelijk uitgelegd in het artikel waarop hij reageert, maar het wordt – zoals gewoonlijk – genegeerd.
1. El Hammouchi schrijft: 'Het merendeel van de beschaafde wereld aanvaardt dat wat mensen dragen, in welke context dan ook, hun eigen zaak is en eventueel – wanneer ze minderjarig zijn – die van hun ouders. De staat heeft er helemaal niets mee van doen.' Ik blijf eerst even hangen bij de uitdrukking 'de beschaafde wereld'. Verder in zijn tekst heeft hij het zelfs over 'primitief en achterlijk'. In meerdere islamitische landen bemoeit de overheid zich zeer expliciet met de klederdracht van de burgers, in het bijzonder die van vrouwen. Zijn al die landen 'primitief en achterlijk' of 'onbeschaafd' in de zwart-witopvattingen van El Hammouchi? En is eenieder die er in eigen land een andere opinie dan die van hem op nahoudt, een onbeschaafde primitieveling? Maar belangrijker dan het stigmatiserende taalgebruik: zijn bewering klopt evident niet. Uiteraard kan de overheid zich in sommige contexten inlaten met welke kleren de burgers dragen. Misschien kunnen we toelaten dat iemand in de publieke ruimte nazistische insignes draagt (ik ben geen fan, maar er valt over te discussiëren), maar als loketbediende in het gemeentehuis is het een minder goed idee. Het is niet moeilijk om tal van andere voorbeelden te bedenken. Dit 'onbeschaafde' standpunt maakt het net mogelijk om op een beschaafde manier om te gaan met de diversiteit aan levensbeschouwelijke en andere opinies. (Zie hierover ook dit recente opiniestuk van Jurgen Slembrouck.)
El Hammouchi schrijft dat zijn 'vrienden en journalisten uit de vrije Angelsaksische landen' niks van de discussie begrijpen. Merkwaardig, want die van mij begrijpen het maar al te goed en vinden het streven naar verdraagzaamheid door het consequent toepassen van overheidsneutraliteit hoegenaamd niet 'primitief of achterlijk', wel integendeel. Zo liet bijvoorbeeld een christelijke rechter in 2001 in Alabama een granieten blok van ruim tweeduizend kilogram met daarop de Bijbelse tien geboden in het gerechtsgebouw plaatsen. Ik kan me voorstellen dat een moslim, net zo goed als pakweg een sikh, een jezidi of een atheïst die voor die rechter moet verschijnen, toch enkele voor de hand liggende bedenkingen heeft, ook al bevindt men zich in een vrij en Angelsaksisch land. (Het blok werd overigens later verwijderd.)
2. El Hammouchi is van mening dat het een rechter moet toegestaan worden om een hoofddoek te dragen. De vraag naar neutraliteit zou er immers toe leiden dat we geen enkel rechtstreeks contact meer met een rechter mogen hebben, omdat ze bijvoorbeeld niet haar huidskleur kan afleggen. Ik kan dat argument voor een stuk volgen: hoe blinder de rechtspraak is tegenover religie, ideologie, geslacht, maatschappelijke positie, familiale herkomst enzovoort, hoe beter. Niettemin is het, zoals El Hammouchi het gebruikt, niet doorslaggevend. Een huidskleur drukt geen levensbeschouwelijke, ideologische of politieke opinies uit, en is in die zin neutraal. Als pakweg een zwarte beklaagde voor een blanke rechter verschijnt, dan zou het fout zijn mocht de beklaagde er automatisch van uitgaan dat de rechter racistisch is. (Tenzij het tegendeel door de feiten wordt bewezen.) De rechter kiest haar huidskleur niet en hoeft zich er niet voor te verantwoorden. Haar onpartijdigheid is niet gegarandeerd, maar men kan haar partijdigheid niet afleiden uit haar huidskleur (of geslacht, of leeftijd, of lengte et cetera). Stel daarentegen dat de rechter een racistische tatoeage heeft, dan is de situatie helemaal anders. We geven een beklaagde beter geen redenen om reeds bij voorbaat partijdigheid te vermoeden. Bijgevolg is het verstandig dat rechters geen racistische tatoeages hebben; dragen ze best geen religieuze kentekens enzovoort. Nog dit: El Hammouchi schrijft dat we er automatisch van uitgaan dat rechterlijke neutraliteit belichaamd wordt door een blanke man van middelbare leeftijd uit de hogere middenklasse. Ik heb geen idee waar hij dat vandaan haalt; hij schuift het de verdedigers van het belang van neutraliteit zomaar in de schoenen. Mocht ik me niet kunnen voorstellen dat er vrouwelijke rechters bestaan, dan zou ik niet eens de problematiek van de gesluierde rechter aan de orde brengen.
3. El Hammouchi maakt een vergelijking met een mogelijk verbod op 'uitdagende kledij', om 'seksuele spanning' te vermijden. Ik ben niet helemaal zeker of ik zijn argumentatie hier goed begrijp, omdat moslims net zelf vaak verwijzen naar het zogenaamde 'risico op seksuele spanning' als vrouwen ongesluierd zijn. Het zal allicht wel met mijn achtergrond en opvoeding hebben te maken, maar of een vrouw gesluierd of ongesluierd is, vind ik irrelevant wat betreft 'seksuele spanning'. (Wat ik daar wel relevant aan vind, is hier al even irrelevant.) Niettemin: El Hammouchi denkt blijkbaar dat ik me er zou tegen verzetten mocht de staat kledingregels opleggen om 'seksuele spanning' te vermijden. Dat klopt niet. Om meerdere redenen vind ik het bijvoorbeeld aanvaardbaar dat de overheid niet zomaar toelaat dat we ons overal en altijd in badkostuum kunnen vertonen. Dat een school niet toelaat dat meisjes in bikini op de schoolbanken zitten, lijkt me zeer legitiem. Ik citeer El Hammouchi: 'De vraag is of de staat het recht heeft om mensen te vertellen wat ze horen te dragen, om welke reden dan ook.' Hij suggereert dat de staat dat recht niet heeft, tenzij burgers elkaar zouden schaden. Laat dit nu net een sterk argument zijn pro een verbod op levensbeschouwelijke kentekens in diverse contexten: ze kunnen andere burgers wel degelijk schade toebrengen. De staat mag trouwens van alles en nog wat verbieden en verplichten, mits daar redelijke en ethisch verantwoorde argumenten voor zijn. Zo kan een ambtenaar bijvoorbeeld weigeren om een voornaam van een pasgeboren kind te registreren, als die naam aanstootgevend is (bv. Adolf) of het kind belachelijk maakt (bv. Anus – ik vind dit helaas niet uit). Ouders kunnen de weigering juridisch aanvechten, maar de verbodsbepaling op zich is helder en rationeel. Daartegenover staan onredelijke argumenten om een naam te weigeren. Zo is bijvoorbeeld de naam Sarah, in de Hebreeuwse spelling, verboden in Marokko. Sara – zonder h – mag dan weer wel, wegens passend in de 'Marokkaanse identiteit'.
4. El Hammouchi merkt op dat de kwestie van sociale druk reeds 'uitvoerig behandeld en weerlegd is door moslims'. Het klopt ongetwijfeld dat moslims dit reeds 'uitvoerig behandelden', maar ik zou niet durven beweren dat het argument is 'weerlegd'. Het is eerder betwist. El Hammouchi denkt dat de argumenten van moslims genegeerd worden. Ook dat is niet het geval. Het is veeleer zo dat ze niet overtuigen. Overigens zijn er ook moslims – en katholieken, joden enzovoort – die pleiten voor neutraliteit betreffende religieuze en ideologische kentekens, omdat ze begrijpen dat dit de beste garantie biedt op de mogelijkheid om hun godsdienst zo vrij mogelijk te beleven. Verder erkent El Hammouchi dat sociale druk bestaat, maar hij ziet het probleem niet: er zijn immers ook ouders die hun kinderen dwingen om – tegen hun zin – muziekles te volgen. El Hammouchi schrijft dat hij 'stellig gelooft in het recht van ouders om hun kinderen op te voeden naar eer en geweten'. Dat klinkt niet onredelijk, maar hoever wil hij daarin gaan? Gelooft hij ook in het recht van ouders om hun kinderen op te voeden tot volbloed racisten? Kunnen salafistische ouders hun minderjarige dochter verplichten tot het dragen van een boerka? Ik mag hopen van niet. Wat mij betreft, ik heb moeite met ouders die van hun kinderen mordicus een toptennisser of concertpianist willen maken. Maar ik heb nog grotere moeite met religieuze indoctrinatie. De vergelijking tussen de verplichting om piano te leren enerzijds, en de ouderlijke dwang om religieuze voorschriften te volgen anderzijds, is niet bepaald overtuigend. Muziekles volgen, is geen middel tot sociale differentiatie. Er zijn weinig sociale fricties tussen de pianospelers en de niet-pianospelers. Evenmin zijn er mens-, wereld- en levensbeschouwingen aan gekoppeld. Dat is met religieuze kentekens toch anders. Maar het allerbelangrijkste wat het punt van sociale druk betreft: El Hammouchi verwijst naar de opvattingen van moslims, maar zwijgt over al diegenen die islamitisch zijn opgevoed, maar er gaandeweg afstand willen van nemen. Ten gevolge van het artikel waarop El Hammouchi reageert, hoor ik opnieuw meerdere schrijnende getuigenissen. Vandaag nog liet iemand me weten een meisje te hebben opgevangen in zijn gezin, omdat ze haar hoofddoek niet langer wil dragen. Haar familie en islamitische 'vrienden' bedreigen haar. Tot zover de 'dooddoener' van de sociale druk. Ik heb El Hammouchi nog niet horen pleiten voor het recht op afvalligheid. Integendeel, op Twitter verklaarde hij dit: 'Wanneer mijn kind het geloof verlaat, is ze voor mij dood. Dat is mijn vrijheid'. In een gesprek in Nachtwacht (Canvas) 'verduidelijkte' hij dat we het woord 'dood' niet letterlijk moesten nemen … De vraag die hij zich niet stelt, is natuurlijk de volgende: Wat met de vrijheid van zijn dochter? Ter 'verdediging' gaf hij aan Jan Leyers nog mee dat hij ook zijn zoon zo zou behandelen. Geen ongelijke behandeling tussen jongens en meisjes; als ze hun geloof zouden verliezen, verklaart hij ze allebei 'dood'. Het maakt zijn verdere argumentatie over de sociale druk die er bestaat vanuit Hollywood, sociale media et cetera niet bepaald geloofwaardiger.
5. El Hammouchi vindt dat ik op 'schandalige manier' het argument van 'islamofobie' afwijs. Wat er 'schandalig' is aan mijn argumentatie, is niet meteen duidelijk. Ik maak een voor de hand liggend onderscheid tussen mensen enerzijds en hun opvattingen anderzijds. Mensen hebben rechten, hun opvattingen niet. Die mag ik naar believen bekritiseren. De islam is een geheel van opvattingen; het moet eenieder vrij staan daar kritiek op te geven zonder onmiddellijk beschuldigd te worden van 'islamofobie'. Over het algemeen houdt het gebruik van het woord een doorzichtige poging in om een tegenstander het zwijgen op te leggen, zonder zinvolle argumentatie. El Hammouchi schrijft: 'Geen enkele moslim van goede wil zal beweren dat het islamofoob is om te zeggen dat God niet bestaat, de Koran een historisch document is of de evolutietheorie niet klopt'. Ik moet hem tot mijn spijt mededelen dat er dan blijkbaar veel moslims van slechte wil zijn, als zijn opmerking klopt. Alle rapporten over de manier waarop men in islamitische landen met islamcritici omgaat, maken dat pijnlijk duidelijk.
Tot slot: El Hammouchi verwijst in de titel van zijn reactie naar 'argumenten tegen de hoofddoek'. Dat is misleidend. Ik pleit nergens 'tegen de hoofddoek'. Wel verdedig ik neutraliteit en terughoudendheid in specifieke contexten betreffende religieuze en ideologische kentekens. Voorlopig ben ik er nog niet van overtuigd dat de argumenten daarvoor 'netjes weerlegd' zijn.
Nawoord: Ik besef dat mijn reactie op de reactie nogal lang is uitgevallen. Mijn excuses daarvoor, ik had geen tijd om beknopter te zijn.
Othman El Hammouchi bezorgde ons nog een repliek op het antwoord van Johan Braeckman. Die tekst kunt u hier raadplegen. Hiermee wordt deze tweespraak voorlopig afgesloten.
Meer van Johan Braeckman