Kwintessens
Geschreven door Johan Braeckman
  • 8342 keer bekeken
  • minuten leestijd
  • Reacties

16 november 2020 Mary Wollstonecraft: zoveel meer dan een controversieel standbeeld
Op 10 november 2020 werd in Newington Green, Londen, een standbeeld onthuld ter ere van Mary Wollstonecraft (1759-1797). In acht genomen haar invloed op het feminisme, komt die artistieke respectbetuiging niet te vroeg. Het duurde tien jaar eer een lokale actiegroep voldoende fondsen verzamelde om het beeld te bekostigen. Blijkbaar had de Londense of Engelse overheid geen zin om hieraan geld te besteden. Er valt nochtans iets recht te zetten: ruim negentig procent van de standbeelden in Londen representeert mannen.
In 2018 kreeg de Britse kunstenares Maggi Hambling (°1945) de opdracht om een beeld te maken, als huldebetoon aan de achttiende-eeuwse Britse schrijfster en filosofe. Hoewel het ontwerp reeds eerder bekend was, ontstond onmiddellijk na de onthulling van het standbeeld commotie. Het beeld laat zich moeilijk beschrijven. De BBC zei het als volgt: 'It portrays a silver female figure emerging from a swirling mingle of female forms'; een zilveren vrouwelijke figuur die voortkomt uit een wervelende mengelmoes van vrouwelijke vormen. Trefzeker beschreven wat mij betreft, maar het is belangrijk om het ook te zien. Dat kan ondertussen op meerdere websites, zoals hier en daar.
De meeste reacties op het standbeeld zijn overwegend negatief. Het zou ongepast zijn dat een feministische voorvechtster naakt wordt afgebeeld, en dan nog wel met een geïdealiseerd lichaam. In plaats van een eerbetoon te zijn aan Mary Wollstonecraft, zou het beeld tegemoetkomen aan de 'male gaze', de mannelijke blik. Anderen storen zich aan de naaktheid op zich, in het bijzonder aan het opvallende schaamhaar. Het beeld zou ook te klein zijn, en te flitsend, te zilverachtig enzovoort. Er is druk getwitterd: standbeelden van belangrijke en invloedrijke mannen uit de achttiende eeuw zijn nooit naakt. Waarom zouden ze ook? Ze worden geëerd voor hun werk, niet voor hun lichaam. Waarom geldt die logica dan niet voor Wollstonecraft?
Er valt veel te zeggen voor sommige van die argumenten. Het feminisme verzet zich tegen de objectivering en seksualisering van vrouwen; tegen het reduceren van vrouwen tot hun lichaam en tegen de vaak kwetsende tirannie van schoonheidsidealen. Het beeld waarmee Maggi Hambling een van de grondlegsters van het feminisme eert, lijkt het tegenovergestelde van dit alles weer te geven. Het duurde niet lang of iemand kleedde het standbeeld aan met een T-shirt. De kunstenares verdedigde zich door erop te wijzen dat het beeld geen voorstelling is van Mary Wollstonecraft zelf, maar 'alle vrouwen' representeert. De reactie daarop liet niet lang op zich wachten: vrijwel geen enkele vrouw ziet er zo uit; het beeld geeft eerder de mannelijke fantasie weer van het ideale vrouwelijke lichaam. Sommige critici gaven lucht aan hun ongenoegen met sarcastische humor. Zo bijvoorbeeld in deze tweet, die ik maar onvertaald laat: 'This is the new statue of Mary Wollstonecraft. It's not making me angry because I just know the streets will soon be full of statues depicting John Locke's shiny testicles, Nelson Mandela's proud penis, and Descartes' adorable arse'. Goed punt, al hoop ik dat het niemand op ideeën brengt.
_Positieve neveneffecten
Ik vind het lastig om me over de controverse een mening te vormen. (Het ligt ongetwijfeld op de eerste plaats aan mij: ik weet ook nog altijd niet wat ik van de Gentse stadshal – beter gekend als de schaapstal – moet denken.) Dienen we historisch belangrijke figuren te eren met een realistische weergave van de persoon zelf? Meerderen gaven de voorbije dagen aan dat een herkenbaar standbeeld van Mary Wollstonecraft respectvoller zou zijn. Het standbeeld dat Hambling maakte, ondanks het uitgesproken figuratieve karakter ervan, is in wezen nochtans abstract. Of in elk geval, dat is toch de bedoeling ervan, volgens de kunstenares. Het drukt de kracht van het vrouw-zijn uit, en is bewust klein, net om te contrasteren met al die metersgrote standbeelden van ondertussen grotendeels onbekende mannen. Verder wijst Hambling op het belang van haar artistieke vrijheid, en ze merkt op dat ze tijdens haar lange loopbaan herhaaldelijk heftige reacties op haar kunst ontving. Niks nieuws onder de zon, wat haar betreft.
De positieve neveneffecten van het omstreden standbeeld zijn ondertussen ook duidelijk. Niet alleen is er een levendige discussie ontstaan over de rol, de functie en betekenis van kunst, maar veel belangrijker nog: een ontelbaar aantal mensen leert nu dankzij de hele heisa Mary Wollstonecraft kennen. Dat vind ik zeer positief. Zelf verdiepte ik me enkele jaren geleden in haar werk. Dat was, net zoals het eerbetoon in Londen – wat we daar verder ook mogen van vinden –, geen dag te vroeg. Mijn interesse ging in de eerste plaats uit naar Mary, de dochter van Wollstonecraft, beter bekend als Mary Shelley (omdat ze getrouwd was met de vroeg gestorven dichter Percy Bysshe Shelley). Dochter Mary schreef het boek Frankenstein; or, The Modern Prometheus toen ze nog een tiener was. Haar beroemde moeder heeft ze nooit gekend. Ze overleed minder dan twee weken na van Mary te zijn bevallen. Maar Mary junior maakte zich snel vertrouwd met de boeken en filosofische opvattingen van haar moeder, en met de bijzonderheden van haar tumultueuze leven. (Ook het leven van Mary Shelley, die nog beroemder werd dan haar moeder, verliep niet bepaald rimpelloos.)
_Verzet tegen Burke en Rousseau
Mary Wollstonecraft kende veel miserie in haar jeugd. Haar vader was een alcoholicus die zijn vrouw en kinderen soms fysiek mishandelde. Er waren weinig middelen om voor degelijk onderwijs te zorgen. Maar dankzij haar intelligentie, leergierigheid en doorzettingsvermogen slaagde ze erin om uit te groeien tot een van de meest belangwekkende schrijfsters van haar tijd. Ze ontmoette meerdere boeiende persoonlijkheden, waaronder Thomas Jefferson, Anna Barbauld, Thomas Paine en, vooral, William Godwin, de radicale filosoof waarmee ze trouwde en die de vader en opvoeder was van Mary Shelley. Een van haar eerste boeken is getiteld Thoughts on the Education of Daughters (1887). Ze bepleit er reeds enkele van haar feministische kerngedachten: ze wil dat meisjes verplicht onderwijs volgen, dat hen wordt aangeleerd om kritisch te leren denken, en dat ze vaardigheden leren die hen in staat stellen om een economisch onafhankelijk leven te leiden. Haar opvattingen radicaliseerden ten gevolge van de Franse revolutie (1789-1799). Vooral het idee van gelijkheid in de leuze Liberté, égalité & fraternité resoneerde sterk met haar feministische overtuiging. Vrijwel alle Verlichtingsfilosofen interpreteerden gelijkheid vanuit raciale en sociale onrechtvaardige tegenstellingen. Nagenoeg niemand, met uitzondering van de formidabele Nicolas de Condorcet (1743-1794), had oog voor de enorme discriminatie waaraan de vrouwelijke helft van de wereldbevolking blootstond.
Mary Wollstonecrafts inzet voor de realisatie van de Verlichtingsidealen werd nog meer aangescherpt na de publicatie van Reflections on the Revolution in France (1790), een boek van Edmund Burke. De Brits-Ierse filosoof en politicus verdedigde een christelijk, pessimistisch mensbeeld en vond de progressieve Verlichtingsidealen, waaronder het geloof in verandering en perfectionering van de mens en de maatschappij, gevaarlijke nonsens. Het is niet door de rede, aldus Burke, dat de samenleving de barbarij overstijgt, maar door traditionele, conservatieve goede manieren en waarden in stand te houden. Burkes boek lokte meerdere belangrijke reacties uit, waaronder het boek The Rights of Man (1791) van de Engels-Amerikaanse filosoof en revolutionair Thomas Paine, en het boek Political Justice (1793) van William Godwin, Mary Wollstonecrafts echtgenoot. Maar het was Mary die als eerste Burke omstandig van antwoord diende, met haar boek A Vindication of the Rights of Men (1790).
Twee jaar later verscheen het boek dat haar reeds in haar eigen tijd beroemd maakte: A Vindication of the Rights of Woman (1792). Waar ze in haar eerder werk over het gedachtegoed van Edmund Burke reflecteert, gaat ze in dit boek vooral in op de opvattingen van de Zwitserse filosoof Jean-Jacques Rousseau (1712-1778). In wat misschien zijn bekendste werk is, Émile, ou De l'education (1762), beweert hij dat 'de vrouw speciaal geschapen is om de man te behagen'. Mannen moeten ook wel vrouwen behagen, maar 'dat is toch een minder directe noodzaak, want zijn verdienste schuilt in zijn kracht; hij behaagt al doordat hij sterk is'. (Zie boek vijf, dat over de opvoeding gaat van Sophie, de aanstaande bruid van Emile).
Wollstonecrafts belangrijkste boek leidde uiteindelijk, met vallen en opstaan, tot gelijke rechten voor vrouwen, waaronder stemrecht. Dat betekent niet dat de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen ondertussen volkomen gerealiseerd is. Zo verdienen zelfs in Europese democratieën veel vrouwen nog steeds minder dan mannen voor hetzelfde werk.
Tot slot wil ik er nog op wijzen dat het verkeerd zou zijn om Mary Wollstonecraft als een hedendaagse feministe te beschouwen. Dat risico bestaat, als we niet voldoende gedetailleerd met haar werk vertrouwd zijn. Enerzijds had ze revolutionaire opvattingen, maar anderzijds was ze, zoals iedereen, ook een kind van haar tijd. Wie A Vindication of the Rights of Woman leest, kan meerdere passages verrassend vinden. Zo bijvoorbeeld gelooft ze dat God zowel aan mannen als vrouwen het vermogen tot redelijk denken schonk, en dat vrouwen zich moeten voorbereiden op het hiernamaals door hun rede zo goed mogelijk te gebruiken. Verder is ze van mening dat seks enkel dient voor de voortplanting en verzet ze zich tegen homoseksualiteit. Maar het doet geen afbreuk aan de basisaspecten van A Vindication: mannen en vrouwen zijn fundamenteel aan elkaar gelijk; elkeen heeft het recht zijn eigen lot in handen te nemen, en vrouwen kunnen net zoals mannen hun rede gebruiken om onwetendheid en onderdrukking te verdrijven, van welke aard ook.
Mary Wollstonecraft verdient misschien beter dan het standbeeld in Newington Green, waar ze het grootste deel van haar leven doorbracht. Maar in plaats van oeverloze discussies te voeren over dat ene beeld, zouden we er niet beter voor zorgen dat ze niet één, maar meerdere standbeelden krijgt?

(Foto bovenaan © Gwenny Cooman)
Kwintessens
Voormalig hoogleraar wijsbegeerte, auteur en lid van de humanistische denktank Kwintessens
_Johan Braeckman -
Meer van Johan Braeckman

_Recent nieuws

Bekijk alle nieuwe berichten

_Populair nieuws

Bekijk meer populair nieuws