23 augustus 2021
Deze onwetenschappelijke tijd
In april 1963, nu bijna zestig jaar geleden, gaf Richard Feynman drie openbare lezingen over wetenschap en wetenschappelijk onderzoek: 'De onzekerheid van wetenschap', 'De onzekerheid van waarden' en 'Deze onwetenschappelijke tijd'. Ik leen de titel van zijn laatste lezing voor dit essay.
Kent u Richard 'Dick' Feynman? Hij was een uitgesproken voorbeeld van een wetenschappelijk genie. Geboren in New York in 1918, studeerde aan het befaamde MIT (Massachusetts Institute of Technology) in de Verenigde Staten en behaalde zijn doctoraat in Princeton. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij een van de jongste (toen al erkend geniale) medewerkers aan het Los Alamos Scientific Laboratory, waar de atoombom in elkaar geknutseld werd. In die tijd wisselde hij van gedachten met monumenten uit de wetenschap zoals Niels Bohr en Albert Einstein. Hij ontving in 1965 de Nobelprijs fysica voor zijn baanbrekend werk over kwantumelektrodynamica, een terrein dat hij zo goed als herconstrueerde. Freeman Dyson, ook niet de minste, noemde hem ooit 'de meest originele geest van zijn tijd'. Want buiten een zeer geslaagd wetenschapper, was Dick Feynman ook nog op verschillende andere terreinen een uitblinker: hij was een uitmuntend bongodrummer, een onvoorstelbaar slotenpikker (geen grap!), in zijn tijd een expert in een geschreven taal van de Maya's (jawel!) en hij slaagde er zelfs in zijn schilderkunst zo te perfectioneren dat hij een tentoonstelling kon organiseren in een van de bekendste kunstgalerijen. Origineel, zei Dyson?
_Het aanzien van de wetenschap
We leven in een tijd waar wetenschap in hoog aanzien lijkt te staan. Fysica en scheikunde hebben in de voorbije eeuwen de geheimen van het kleinste en het grootste (de elementen en het universum) ontsluierd, we kennen de bouwstoffen van de materie, kennen de krachten die deze elementen samen houden, weten dat ruimte en tijd interacterende grootheden zijn en we zijn in staat mensen in de ruimte te schieten en hen, met wisselend succes, weer veilig op aarde te laten landen. We hebben de materie veroverd en de elektrische en mechanische krachten in de elektromechanica aan ons gebonden.
Nu beleven we de eeuw van de biologie. Het tijdperk waarin het leven zelf wordt doorgrond. De geheimen van de genetische code zijn (grotendeels) doorbroken, en niet alleen begrijpen we passief hoe kenmerken en eigenschappen van organismen en individuen vervat zitten in de eindeloze herhalingen van de basen A, C, T en G.
Neen, we grijpen nu ook actief in. We wringen een kopie van een gen van één organisme binnen in het genoom van een andere, totaal onverwante soort. We kunnen zelfs organismen klonen uit cellen die daartoe niet geprogrammeerd waren en de vele toepassingen van gerichte stamcelkweken beginnen nu pas duidelijk te worden. Naar de gevleugelde woorden van Willem Kloos was ieder van ons al een God in het diepst zijner gedachten; nu lijkt een bijna Goddelijke beheersing van het leven daadwerkelijk ons deel te worden. Weinigen twijfelen nog aan de vrijwel ongelimiteerde mogelijkheden die het biotechnologisch onderzoek in de nabije toekomst tot nog meer onthutsende ontdekkingen zal brengen.
Waarom beweer ik dan, in het licht van al deze duidelijk gewaardeerde bijdragen van de wetenschap, dat we in een onwetenschappelijke tijd leven?
Nu beleven we de eeuw van de biologie. Het tijdperk waarin het leven zelf wordt doorgrond. De geheimen van de genetische code zijn (grotendeels) doorbroken, en niet alleen begrijpen we passief hoe kenmerken en eigenschappen van organismen en individuen vervat zitten in de eindeloze herhalingen van de basen A, C, T en G.
Neen, we grijpen nu ook actief in. We wringen een kopie van een gen van één organisme binnen in het genoom van een andere, totaal onverwante soort. We kunnen zelfs organismen klonen uit cellen die daartoe niet geprogrammeerd waren en de vele toepassingen van gerichte stamcelkweken beginnen nu pas duidelijk te worden. Naar de gevleugelde woorden van Willem Kloos was ieder van ons al een God in het diepst zijner gedachten; nu lijkt een bijna Goddelijke beheersing van het leven daadwerkelijk ons deel te worden. Weinigen twijfelen nog aan de vrijwel ongelimiteerde mogelijkheden die het biotechnologisch onderzoek in de nabije toekomst tot nog meer onthutsende ontdekkingen zal brengen.
Waarom beweer ik dan, in het licht van al deze duidelijk gewaardeerde bijdragen van de wetenschap, dat we in een onwetenschappelijke tijd leven?
_Een leven van twijfel
Het is blijkbaar een gegeven dat mensen zekerheid willen. Huisje, tuintje etc. etc., pensioensparen en huwelijkscontracten voor het leven (waarom niet 3-6-9 zoals een huurhuis?!). En dit, deze zekerheid, kan wetenschap nooit geven. Twijfel is de kern van gedegen wetenschappelijk onderzoek. Hypothesen worden niet bevestigd, want dat brengt ons niks vooruit. We proberen experimenten te ontwikkelen en waarnemingen te verrichten, precies om hypothesen te ontkrachten, zodat we ze kunnen verfijnen, bijstellen of in het beste geval, gewoon verwerpen. Wanneer we een hypothese formuleren, dan moeten we die van alle kanten bekijken, zelf bekritiseren, nakijken op interne consistenties enzovoort. Wanneer we waarnemingen verrichten die hypothesen bevestigen of verwerpen, dan moeten we alle alternatieve verklaringen tot in den treure nagaan. De data verifiëren, checken en nog eens controleren. Er zijn tientallen manieren waarop waarnemingen fout kunnen gaan. Het is voornamelijk hierover dat Feynmans lezing handelde. Ik geef één voorbeeld. Een onderzoeker bestudeert het gedrag van ratten en gaat na hoe ze zich in een labyrint bewegen. Als neveneffect stelt hij vast dat in een bepaalde T-kruising dezelfde rat steeds de links-rechts keuze alterneert: eerst links, dan rechts, dan weer links. Maar het experiment was niet ontworpen om dit fenomeen na te gaan. Het was erg verleidelijk om deze merkwaardige resultaten als dusdanig te publiceren, maar toch was hij voorzichtig genoeg (op aanraden van Feynman) om het eerst nog eens in een apart, meer gericht experiment te controleren. Er bleek helemaal niks van aan te zijn, het was gewoon een artefact in de eerste opstelling.
_Hypothesen versus theorieën
Is er dan niets waar we in de wetenschap zeker over kunnen zijn? Toch wel! Het is enkel het wetenschappelijk proces, het testen van hypothesen, dat een leven van twijfel vereist en waar slechts langzaam vooruitgang wordt geboekt. Maar eens de resultaten aanvaard kunnen worden doordat alle twijfels meermaals weerlegd werden, staan de wetten en theorieën als een huis. En het is hier dat een duidelijk onderscheid moet gemaakt worden tussen de wetenschappelijke methode en het onderzoeksproces aan de ene kant, en de wetenschappelijke resultaten aan de andere kant. Twijfel en voorzichtigheid aan de ene kant, fundamentele en toepasbare kennis aan de andere kant.
Een dergelijk beeld van wetenschappelijk onderzoek is maatschappelijk onaangenaam. Mensen houden niet van onzekerheden, overheden geven ongaarne geld aan projecten die geen duidelijke resultaten garanderen en media willen klinkende en ronkende titels. Daarom wordt wetenschappelijk onderzoek meestal heel anders voorgesteld. Maar die romantische voorstelling van wetenschap is heel onwetenschappelijk. En Dick Feynman kon zich daar behoorlijk over opwinden!
Meer van Koen Martens
Een dergelijk beeld van wetenschappelijk onderzoek is maatschappelijk onaangenaam. Mensen houden niet van onzekerheden, overheden geven ongaarne geld aan projecten die geen duidelijke resultaten garanderen en media willen klinkende en ronkende titels. Daarom wordt wetenschappelijk onderzoek meestal heel anders voorgesteld. Maar die romantische voorstelling van wetenschap is heel onwetenschappelijk. En Dick Feynman kon zich daar behoorlijk over opwinden!