24 augustus 2021
Het oor van Malchus: godsdienst en wapengeweld
In een Bijbelse passage (Mt 26, 47-56) verdedigt Petrus zijn meester met het zwaard wanneer die dreigt gevangengenomen te worden door een gewapende bende dienaren van de hogepriester. Maar Jezus wijst hem terecht: wie met het zwaard omgaat, zal door het zwaard vergaan. Dat Jezus vervolgens Malchus' afgehouwen oor genezen zou hebben, vermeldt enkel Lukas in een overigens betwiste passage.
Het christendom heeft die uitspraak van zijn legendarische stichter niet ter harte genomen. Toen het een wereldgodsdienst werd, onderging het onvermijdelijk deze ijzeren wet: godsdiensten kunnen niet standhouden zonder wereldlijke macht en wapengeweld. Godsdiensten berusten immers op leugens en vergissingen, en zelfs eenvoudige mensen komen tot die conclusie, waarna ze het absolute gezag van hun Kerk aanvechten of hun geloof opgeven. Wanneer de Kerk de gelovigen niet meer kan overtuigen, moet men hen tot gehoorzaamheid dwingen, en uiteindelijk is dat enkel mogelijk met geweld: boetedoeningen, lijfstraffen, marteling en ten slotte: de doodstraf, niet omdat men een misdaad heeft begaan, maar omdat men kerkelijke regels overtrad.
Indien men de indruk heeft dat ik het nu heb over lang vervlogen tijden, dan spreken talrijke recente gebeurtenissen dat overtuigend tegen. Godsdiensten worden nog steeds met geweld opgelegd en in stand gehouden. Dat geldt vooral voor de islam. Het zou echter een fundamentele vergissing zijn om de godsdienst als het doel te beschouwen van het middel, het geweld. Het gaat immers altijd enkel om de macht. Er zijn altijd mensen die de macht willen grijpen, die anderen aan zich willen onderwerpen, om allerlei voor de hand liggende redenen, maar ten gronde omdat zij heerszuchtig zijn. Iedereen wil zo aangenaam mogelijk leven, maar niet iedereen wil de anderen daarvoor laten opdraaien. Sommige mensen wel, en die kennen geen grenzen, ze gaan over lijken. Men kan mensen aan zich onderwerpen door hen te overtuigen, hetzij met goede argumenten, hetzij met leugens en bedrog, maar geweld heeft steeds het laatste woord. Heerszuchtige mensen hebben altijd al ingezien dat godsdienst een uitstekend middel is om het gezag te doen gelden, zeker bij eenvoudige, goedgelovige mensen. De combinatie van wapengeweld of militaire macht met een godsdienst is altijd al een bijzonder succesrijke onderneming gebleken. Mensen leven op hoop en angst. Angst voor geweld, hoop op beterschap. Dictators gebruiken angst, godsdiensten de hoop en angst. Burgerlijke machthebbers steunen uiteindelijk op de dreiging met allerlei vormen van geweld om de mensen te doen gehoorzamen aan hun wetten, godsdiensten overtuigen de mensen om te doen wat hun opgelegd wordt. In beide gevallen gaat het om de uitoefening van de macht. Maar een godsdienst is machteloos indien die niet beschikt over afdoende middelen om de gelovigen tot onderdanigheid te dwingen.
De taliban in Afghanistan zijn een goed voorbeeld van deze problematiek. We mogen ons echter niet laten misleiden door hun retoriek: het gaat hun echt niet om de godsdienst, om de islam, het gaat om de macht. Ook hier zijn het heerszuchtige lieden die anderen aan zich willen onderwerpen, en ze gebruiken daarvoor alle middelen, zowel het wapengeweld als de godsdienst. Beide zijn middelen, geen doel, het doel is uitsluitend de macht, met al haar voordelen. Wie aan de macht is, hoeft niet meer te werken, beschikt over alle voordelen, kan zich alles permitteren. Dat is wat die lui drijft. Geloof me vrij, ze geloven net zomin in het godsdienstige verhaal als ikzelf, zeker niet de mensen aan de top. Het rabiate religieuze fanatisme is meer iets voor zeer simpele lieden, zoals elk fundamentalisme.
In de grond is er niets verkeerd met ambitie en zelfs met een gezonde dosis heerszucht: in een samenleving zijn er leiders nodig, mensen die het voortouw nemen en die beslissingen nemen en uitvoeren die voor iedereen gelden. Maar dan hebben we het wel over een democratisch staatsbestel, waarin de beslissingen gezamenlijk genomen worden door de meerderheid van de verkozen vertegenwoordigers van het volk, en niet door de willekeur van gewapende terroristen en 'door God' gekozen geestelijke leiders. We hebben het over rationele beslissingen, en niet over oekazes en idiote en funeste religieuze voorschriften. We hebben het over mensenrechten, en niet over de rechteloosheid van een geterroriseerde bevolking. De bedoeling van geweldenaars is mensen aan zich te onderwerpen. De bedoeling van de democratie is de vrijheid van de burgers.
Afghanistan is sinds tientallen jaren, zo niet eeuwen, een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Er is geen enkele verdedigbare reden waarom vreemde grootmachten of bondgenootschappen daar de dienst zouden gaan uitmaken. Het Afghaanse volk heeft recht op autonoom zelfbestuur over het eigen grondgebied. Andere staten beslissen dan maar hoe ze omgaan met zijn leiders en welke plaats het land kan innemen in de internationale politiek en economie. Er zijn in de wereld nog altijd dictaturen en theocratieën, of we dat graag hebben of niet. Het ware beter dat die er niet waren, maar het heeft, zo leert ons de geschiedenis, geen enkele zin om dictaturen en fundamentalistische staten gewapenderhand omver te willen werpen.
Men zal me ongetwijfeld wijzen op de Tweede Wereldoorlog. Had men de nazi's dan moeten laten begaan? Natuurlijk niet: elk land heeft het recht om het eigen territorium en de onafhankelijkheid met alle geoorloofde middelen te verdedigen. Het wordt echter bedenkelijk wanneer men daarbij bondgenootschappen afsluit. Zolang de USA niet rechtstreeks aangevallen werd door Duitsland, mochten zij in feite Duitsland de oorlog niet verklaren, en dat hebben ze aanvankelijk ook niet gedaan. Het is pas toen er sprake was van 'de geallieerden' dat zij in de oorlog in Europa betrokken raakten. Bij dergelijke allianties en internationale bondgenootschappen kan men veel vragen stellen. Op die manier immers kan een land militair ingrijpen in een land waardoor het niet aangevallen werd. Wanneer dat in Hongarije gebeurde door de Sovjet-Unie, sprak iedereen hier daar schande van. Maar niet toen de USA ingreep op tal van plaatsen over heel de wereld, zonder aangevallen te zijn, zoals in Korea, of Irak. Het Westen veroordeelde het Warschaupact van het communistische Oostblok, maar zag helemaal geen graten in de tegenpool daarvan, de NATO. Kleine en grote landen kunnen worden meegesleurd in een machine infernale van verdragen en bondgenootschappen, zoals bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Het alternatief, namelijk elk land overlaten aan zijn eigen mogelijkheden om zich te verdedigen, lijkt niet echt erger, maar stelt kleine landen wel bloot aan de overmacht van staten die over een groter militair apparaat, of zelfs maar een grotere economie beschikken. De geschiedenis leert ons dat kleine staten hoe dan ook altijd het onderspit delven: als ze al niet gewapenderhand veroverd worden, worden ze gekoloniseerd of komen ze in de 'invloedssfeer' van een groter land, zoals West-Europa na de Tweede Wereldoorlog onder de USA, of Cuba van Castro onder de USSR.
Er is slechts één alternatief, en dat is de democratie. Waar een ware democratie bestaat, heerst vrede, zo simpel is het. Maar ook gevestigde democratische landen kunnen vergissingen begaan, bijvoorbeeld door zich te laten meeslepen in onzalige avonturen van het bondgenootschap waartoe ze behoren. België heeft niets verloren in de landen waar het militair optreedt in NAVO-verband, zoals Afghanistan of het Midden-Oosten, noch toentertijd in Rwanda; Nederland had niets verloren in Srebrenica.
We zullen het met Afghanistan moeten doen zoals het er nu uitdraait als de westerse troepen er eindelijk weg zijn, zoals we het met de USA onder Trump moesten stellen, en met Belarus of Wit-Rusland onder Loekasjenko, en met Rusland onder Poetin enzovoort. We moeten blijven dromen van een wereldwijde democratie en daarvoor ook ijveren, maar enkel met democratische middelen.
Als atheïst treed ik de boodschap bij dat wie met het zwaard omgaat door het zwaard zal vergaan. Geweld roept geweld op. Maar ook de godsdiensten, niet het minst de christelijke, gaan in dezen niet vrijuit. Petrus droeg blijkbaar een zwaard, en na hem ook Paulus, zoals op het schitterende schilderij van Rubens; hij voerde al het zwaard als vervolger van de eerste christenen, maar zijn figuurlijke zwaard (gladium spiritus, het zwaard van de geest, Ef. 6, 17) was des te meer verwoestend. Het is zijn wrede doctrine die het christendom en onze hele beschaving heeft getekend, veeleer dan de zachtmoedigheid van het evangelie (dat hij overigens niet kende, aangezien hij het nergens vermeldt).
Meer van Karel D'huyvetters